Acteur Ólafur Darri Ólafsson (de beroepsspeurder in deze whodunit) tilt het gemankeerde scenario naar een hoger niveau.
De inwoners van een IJslands dorpje zijn in rep en roer, aan de vooravond van een grote sneeuwstorm: de politie heeft in zee een menselijke romp gevonden, en de opvarenden van een zojuist aangemeerde veerboot mogen nog niet van boord – iedereen is verdacht. Politiechef Andri (Ólafur Darri Ólafsson) seint zijn collega’s van het forensisch onderzoeksteam in de hoofdstad Reykjavik in, maar het luchtruim wordt, net als de enige bergweg die toegang verschaft tot de kustplaats, in een mum van tijd afgesloten. Andri moet als commandant van een onbeduidende politie-eenheid zonder mortuarium gaan improviseren: het stoffelijk overschot belandt in een vriezer op de visafslag.
Op de veerboot ruziet de politie met de kapitein, die zo snel mogelijk verlost wil zijn van zijn passagiers, en zodoende weigert mee te werken. In het ruim staan automobilisten al ongeduldig te wachten, in de hoop dat de poort snel open zal gaan. Andri heeft, zoveel is duidelijk, te maken met een probleem dat te groot is voor zijn kunnen. Vergelijk het met een grote groep toeristen die vast komen te zitten op een onbegaanbaar Ameland tijdens een storm, met twee (denkbeeldige) politieagenten die ter plaatse ook nog eens een moord moeten oplossen, en weten dat de dader zich bevindt tussen de bevolking en/of de toeristen.
De eerste respons van Andri’s collega’s is dat de verdachte vast een buitenstaander zal zijn: het is in kleine gemeenschappen waar iedereen elkaar kent soms maar moeilijk te geloven dat elke inwoner een moordenaar kan zijn. Showrunner Baltasar Kormákur hanteert hier de conventies van de whodunit op vakkundige wijze: hij toont tegenstrijdige zakelijke belangen (een groep zakenlieden wil land verkopen om een haven te bouwen), een jongeman met een dubieuze reputatie, en een mensensmokkelaar. Het is te benieuwen of deze personages uiteindelijk met elkaar verbonden zullen worden in een groots complot.
Maar, laten we wel wezen, de hele premisse van Trapped is ook een beetje gekunsteld: er wordt in IJsland – kijk de gegevens er maar op na – gemiddeld genomen nog niet één (!) persoon per jaar vermoord. Het onherbergzame eiland, vol gewetensvolle burgers, leent zich qua morele inborst niet echt voor zo’n macaber verhaal (maar qua grillige setting natuurlijk wel). Vandaar dat Kormákur in het scenario maar blijft benadrukken hoe onprofessioneel de agenten handelen, die hebben in feite nog nooit zoiets meegemaakt – de dienders zijn net als de hulpsheriff in een generieke western; mensen die ook maar wat zitten te hannesen. Zo doet één van Andri’s collega’s de deur open voor een verdachte zodat hij kan plassen – dat de scène uitmondt in een ontsnapping, is doorzichtig.
Scenarist en regisseur Kormákur en hoofdrolspeler Olafsson hebben beide furore gemaakt in Hollywood. Kormákur als de maker van gezapige actiefilms als 2 Guns (2013); Olafsson als bariton-brombeer in smaakvolle producties als Lady Dynamite. De laatstgenoemde weet het weinig oorspronkelijke verhaal van Trapped, bedacht door Kormákur, naar een nieuw niveau te tillen en vervolmaakt deze IJslandse krimi enigszins. Hoewel een nieuwe IJslandse bankencrisis waarschijnlijker lijkt dan de wanstaltige daad (en haar gevolgen) waar we in Trapped deelgenoot van worden gemaakt.
Trapped S01, vanaf 24 november elke week een nieuwe aflevering op NPO 3