Netflix heeft een nieuwe maffiaserie en die komt uit onverwachte hoek: Canada.
Wie maffia zegt, denkt niet meteen aan Canada. Toch is Montréal sinds 1960 de grootste importstad van coke en heroïne, en thuisbasis van flink wat gangsters. Tussen alle rivaliserende zware jongens was er één die hen bijeenbracht en over hun coöperatie regeerde als de maffiakoning van Montréal: Vito Rizzuto. Netflix verbeeldt de opkomst en ondergang van zijn heerschappij met een serie die niet altijd even sterk is, maar wel spannende momenten kent.
Wanneer Vito Rizzuto (Anthony LaPaglia) de scepter in 1996 overneemt van zijn vader Nicolo (Paul Sorvino), gooit hij het over een andere boeg. De jonge maffioso benadert zijn concurrenten als een zakenman en brengt de Ieren, Haïtianen en bikers samen in een syndicaat onder zijn controle. Tien voorspoedige jaren volgen, maar dat is niet het decennium waarin Bad Blood geïnteresseerd is. Rizzuto’s verhaal wordt pas echt interessant wanneer een figuur uit zijn verleden in 2006 besluit te getuigen voor de FBI en hem erbij lapt. Al zijn invloed ten spijt, kan de maffiabaas zijn eigen uitlevering naar de VS niet voorkomen. Hij krijgt tien jaar gevangenisstraf en laat een koninkrijk zonder koning achter. En hoewel Rizzuto zelf de sleutels overdraagt aan zijn trouwe rechterhand Declan Gardiner (Kim Coates), ziet zijn eigen verknipte zoon Nico Rizzuto Jr. (Brett Donahue) zichzelf als de rechtmatige troonopvolger.
Bad Blood is gebaseerd op de bestseller Business or Blood: Mafia Boss Vito Rizzuto’s Last War van misdaadjournalisten Peter Edwards en Antonio Nicaso. Hoewel het waargebeurde verhaal in grote lijnen is overgenomen door bedenker en producer Simon Barry (Continuum en Ghost Wars), neemt de serie flink wat dichterlijke vrijheden om het passend te maken voor het kleine scherm. De belangrijkste aanpassing is de hoofdpersoon, die verrassend genoeg niet Rizzuto is maar Declan Gardiner, zijn tweede man van het eerste uur. Gardiner is een amalgaam van de vele rechterhanden die aan Rizzuto’s zijde hebben gediend en de vertelstem van de serie, maar dat betekent niet dat hij slechts functioneert als stand-in voor de kijker. Karakteracteur Coates, bekend van Sons of Anarchy en het gelauwerde Godless , zet Declan neer als een vat vol tegenstrijdigheden, een man die zowel vele malen sympathieker als bloeddorstiger is dan de familie die hij dient. Naast hem verbleekt LaPaglia’s Rizzuto, die vele broedende blikken ten spijt niet veel verder komt dan de vertolking van een stugge, gesloten man die weinig imponeert.
Veel van de mankementen waaraan Bad Blood lijdt, vinden hun oorsprong in het feit dat het een boekadaptatie is. De gebruikelijke voice-over die boekverfilmingen maar niet kunnen vermijden valt daar wonderbaarlijk genoeg niet onder; de rauwe stem van Coates is spaarzaam genoeg aanwezig om sfeer en informatie toe te voegen zonder storend te worden. De regelmatige tijdsprongen zijn echter hinderlijk en voegen niet de bedoelde kleur toe. Bovendien lijken Barry en showrunner Michael Konyves (Last Knights) moeite te hebben met het scheiden van hoofd- en bijzaken, waardoor details en personages de revue passeren die de vaart eruit halen. Voeg daaraan toe dat de regie (onder meer Alain Desrochers van La marraine en Security) LaPaglia weinig behulpzaam is en hem onbeduidend inkadert, en het wordt de kijker wel duidelijk waarom Rizzuto zo slecht gehoorzaamd wordt. Coates maakt echter veel goed als de grillige Declan en een aardige plottwist zet Bad Blood weer op het goede spoor. De laatste aflevering is dan ook niet zozeer een slotscène, maar een opmaat die verwachtingen schept voor een vervolg.