In deze knipoog naar Agatha Christie wordt een groot schip het decor van een moordpartij.
Met het gigantische schip ‘Bárbara de Braganza’ reizen 1650 opvarenden ergens in de jaren veertig van Spanje naar Brazilië. De opvarenden hebben uiteenlopende redenen om te emigreren: sommigen zoeken een nieuw bestaan; anderen hebben iets op hun kerfstok. Niettemin zitten ze wekenlang met elkaar opgesloten in een groot koekblik. En dat leent zich natuurlijk goed voor een 'murder mystery' à la Agatha Christie.
Ook de zussen Eva (Ivana Baquero) en Carolina (Alejandra Onieva) hebben ieder hun eigen motivatie. De vrijgezelle Eva is schrijfster en zal in haar nieuwe thuisland ingaan op de zakelijke avances van een uitgever. Carolina is verloofd en zal tijdens de reis haar huwelijk met Fernando (Eloy Azorín) bezegelen – hoewel je al meteen de indruk krijgt dat die ceremonie weleens op losse schroeven kan komen te staan. Eva en Carolina reizen ook in het gezelschap van hun oom (Antonio Dúran) en dan is er aan boord nog een charmeur (Tamar Novas) en een knappe eerste stuurman (Jon Kortajarena). Het zijn allemaal verdachten – want gemoord worden zal er.
Al in de openingsscène zien we een man die in zijn scheepslogboek optekent dat ze nog maar tien dagen onderweg zijn, en dat er al drie mensen om het leven zijn gebracht. Na deze flashforward zien we hoe Eva en Carolina op weg naar het schip stiekem een vrouw in een koffer wippen. Deze verstekeling ontvlucht haar aanstaande (en gedwongen) huwelijk. Een van de zussen merkt op: ‘In deze eeuw kan je weigeren.’ Maar wie weigert kan nog weleens in een ander gevangen huwelijk geraken, zo blijkt mogelijk voor Carolina.
Zodoende komen de zussen en hun entourage (en de verstekeling) terecht op de moloch, die is opgetrokken in art nouveau-stijl. Het is ‘een drijvende Eiffeltoren’, met 200.000 pk. En omdat er zoveel passagiers zijn, kan je ook de onschuld zelve spelen als je per abuis in beschonken toestand voor de deur van de verkeerde hut staat, ja ja.
Gedurende de avonden verzamelen de gasten zich in de nachtclub, waar voortdurend heen en weer wordt gefluisterd tijdens geheimzinnige ontmoetingen, die worden overstemd door de zwoele bigband op het podium. Dat de kapitein al een paar slechte voortekenen heeft gezien – de dood van iemand in de eerste aflevering is exemplarisch – voorspelt niet veel goeds. Er is een complot gaande, met geheime telegrammen en een rendez-vous in het holst van de nacht bij reddingsboot zes. En het is aan Eva en Carolina om dit complot te ontrafelen, voordat ze zelf worden gebombardeerd tot lijdend voorwerp.
Het spannende Alta Mar – op volle zee – is een gestileerd en heerlijk ouderwets kostuumdrama met cartooneske trekjes – net zoals Christie’s novelles toch ook wel iets gekunstelds hebben. De makers volgen de conventies van het mysteriegenre – de whodunit – zeer trouw, maar dat doet niet af aan het verhaal, dat uitermate intrigeert. Want wat schuilt er achter die façade van weelde; achter die borrelende gasten die op weg zijn naar een beter ‘en rechtvaardig’ bestaan? Dat is zo fijn aan dergelijke mysteries – mits goed gemaakt -, dat je als kijker samen met de hoofdpersonen de gespeelde schone schijn mag ontmantelen.