CGI-festijn over dystopisch cyborgmeisje dat zichzelf vindt, streeft naar maximale herkenbaarheid.
Eén van de laatste scènes van Alita: Battle Angel is zo'n openlijke hommage aan één van de laatste scènes van Titanic dat je er alleen maar om kan grijnzen; Alita-producent James Cameron kon het blijkbaar niet laten zijn eigen blockbuster hier te citeren. Het is niet bepaald het enige pseudo-plagiaat in deze film, die qua verhaal, thema's en vormgeving leentjebuur speelt bij alle zwaarmoedige 'dapper pubermeisje in toekomst vol dictatuur, slavernij en milieurampzaligheid'-films die al een decennium lang door de multiplexen daveren. Denk aan The Hunger Games, The 100 , The Maze Runner en Mortal Engines. Tel daarbij op dat de esthetiek van de vormgeving en de worldbuilding overbekend is - veel retro-tech in een bizar complexe metropool temidden van een barre woestenij waarin mensen in slavernij leven, terwijl in een zwevende hyperdesign-stad boven hun hoofd de elite zich wentelt in weelde - en je bezwijkt bijna onder déjà vu. Denk aan Blade Runner, Elysium en wederom The 100. Toch zit er genoeg gevoel, vaart en eye-candy in Alita: Battle Angel om de kijker te bekoren en soms zelfs te verbazen.
Het cyborg-meisje met de eng grote ogen genaamd Alita (Rosa Salazar uit Maze Runner) is in elkaar geschroefd met oude onderdelen die haar maker/vader en cyber-arts Ido (Christoph Waltz) heeft gevonden op de vuilnisbelt. Dat vuilnis bestaat deels uit afgedankte tech die de zwevende elitaire enclave Zalem uitstort over Iron City, een drukke en exotische stad beneden, waarin minder bedeelde mensen een pover bestaan bij elkaar scharrelen in quasi-slavernij, allemaal in de hoop ooit gepromoveerd te worden tot burger van het verheven Zalem. Intussen vermaken ze zich met de sport motorball in een klassieke 'brood en spelen'-constructie, want de winnaar wordt bevrijd uit de slavernij en krijgt een verblijfsvergunning voor Zalem.
In een eerste helft die vol zit met uitleg - de aarde is ten prooi gevallen aan een intergalactisch menselijk conflict genaamd 'de Val' en daarna restte slechts een post-technologische puinhoop waarin mensen samenleven met cybernetisch opgeleukte soortgenoten - zien we hoe Alita vriendschap en uiteraard een soort van liefde opvat voor de stoere doch zeer gevoelige jongen Hugo, en hoe ze langzamerhand het raadsel van haar oorsprong begint te ontrafelen. Ze bekwaamt zich in motorball, leert andere vrienden kennen en ontmoet hele enge vijanden, komt onvermijdelijk in conflict met haar vader Ido en ontwaart haar ware lotsbestemming: ze is een vechtmachine uit de traditie van voor de Val. Alle conflicten en allianties zie je van mijlenver aankomen, het is een eenvoudige invuloefening voor de kijker en er wordt weinig aan de fantasie overgelaten. Regisseur Robert Rodriguez ( Sin City , net als Alita een comic-verfilming) vertelt het verhaal zeer compact en economisch, waardoor er zonder dat dit erg stoort veel informatie wordt overgebracht. Als de onvermijdelijke gevechten uitbreken, zie je dat Rodriguez zijn gestileerde gewelds-choreografie nog steeds volledig meester is; vooral het kroeggevecht dat Alita op touw zet is één van de leukste bar-fights uit de recente cinema.
Alita lijkt vooral bedoeld voor een jong publiek dat een overbekend coming-of-age verhaal over een meisje dat haar aard en super-talenten ontdekt in alweer een nieuwe versie wil zien. Als het Titanic-moment voorbij is worden we kundig naar een semi-einde gevoerd dat vooral een opmaat is naar Alita deel 2. Wie de trailer ziet, weet onmiddellijk of dit eerste deel aan haar of hem is besteed.
Alita: Battle Angel draait vanaf 14 februari in de bioscoop.