Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Waarom verkiezen zoveel Amerikanen nog steeds Trump?

  •  
21-09-2020
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
858 keer bekeken
  •  
trump-1
De Democratische Partij is verleerd om met gewone Amerikanen te praten.
Met de dood van Ruth Bader Ginsburg en de kans om een derde aartsconservatieve rechter tot het Supreme Court te benoemen is er weer een meevaller voor Trump. Hij kan het machtige hooggerechtshof voor decennia naar rechts buigen en de aandacht van zijn mismanagement van COVID-19 afleiden. Maar verder stapelt zich het slechte nieuws voor Trump snel op. Eerst was er het bericht in The Atlantic dat hij Amerikaanse oorlogsslachtoffers begraven op erevelden in Frankrijk en Washington DC had afgedaan als mislukkelingen en sukkels , vervolgens openbaarde zijn voormalige advocaat Michael Cohen dat Trump meende dat Nelson Mandela en andere zwarte leiders van hun landen “shithole countries” hadden gemaakt, en tot slot was te beluisteren op tapes van Bob Woodward dat Trump al vanaf het begin realiseerde dat COVID-19 gevaarlijk was en een groot probleem zou worden, maar dat hij het had gebagatelliseerd om de Amerikaanse burgers niet bezorgd te maken ― een beslissing die onmiskenbaar heeft bijgedragen aan het feit dat inmiddels zo’n 200.000 Amerikanen aan het coronavirus zijn gestorven. Toch blijft de Trump-achterban hem door dik en dun steunen. Maar waarom blijven de Trump kiezers hem eigenlijk onveranderd trouw?
Een interessante analyse werd onlangs gegeven door journalist Thomas Friedman. Volgens Friedman stemt de Trump-achterban niet zozeer vóór Trumps ideeën en de manier waarop hij die uitvoert, maar zijn ze vooral tégen de mensen die Trump niet kunnen luchten. Wat hen aantrekt in Trump is niet zijn beleidsagenda, maar zijn houding. Ze bewonderen Trump voor het genoegen waarmee hij gecultiveerde, hoogopgeleide en bevoorrechte medeburgers, medeburgers waarvan de Trump-aanhangers niet ten onrechte menen dat ze op hen neerkijken, op hun nummer zet. Het Trump-presidentschap draait niet in de eerste plaats om sociaal-economische ongelijkheid, hoe schrijnend die in de VS ook is, maar primair om gekrenkte waardigheid.
Friedman zoekt voor zijn analyse ondersteuning bij de beroemde politieke filosoof Michael Sandel. In zijn nieuwe boek The Tyranny of Merit (2020) ― De Tirannie van Verdienste in het Nederlands, ― stelt Sandel dat er in de 21 ste eeuw een grote kloof gaapt tussen hen die met een academische titel toegang hebben tot succes en waardering, en hen die het zonder academisch succes moeten stellen en wier bijdragen aan de samenleving stelselmatig worden gedevalueerd en gekleineerd. Mensen die niet academisch gevormd zijn, zijn vrijwel volledig uit het democratisch bestuur verdwenen. Het heeft een maatschappij gecreëerd waarin de winnaars hun bevoorrechte positie puur als natuurlijk product van hun eigen verdienste zien en waarin de verliezers dagelijks wordt ingewreven dat ze tekortschieten en dat hun falen het resultaat is van gebrek aan talent en inzet. Dit heeft geleid tot de wrok en frustratie die nu in de hele wereld overloopt in populistische revoltes. (Dit is overigens een theorie die in grote lijnen tien jaar geleden al door de Nederlandse bestuurskundigen Mark Bovens en Anchrit Wille is uiteengezet in Diplomademocratie: Over de spannig tussen meritocratie en democratie (2010) . )
De vraag is of dit het hart raakt van de Trumpiaanse woede van het electoraat. Voor Sandel lijkt het een overzichtelijk probleem van het creëeren van gelijke kansen op een goede opleiding en van een verschuiving van de belasting van arbeid naar kapitaal en consumptie. Het is misschien te drastisch om dit zoals de econoom James K. Galbraith af te doen als een “micro-oplossing vanuit een mierenpersepectief op de problemen van Amerika,” maar Sandels oplossingen schieten ernstig tekort bij de sociaal-economische malaise die de Amerikaanse binnenlanden teistert ― deindustrialisatie, precaire arbeid, onbevredigende bullshit banen, teruglopende levensverwachting van met name mannen, groeiend drankmisbruik en een gierende opioïde-epidemie. Deze problemen zijn het resultaat van de gelijktijdige informatisering en financialisering van de economie die als een sloopkogel de fundamenten van een middenklassebestaan voor grote groepen Amerikanen hebben vernietigd. Aanpassingen in de marge gaan dat niet oplossen.
Een overtuigendere analyse van de aantrekkingskracht van Trump wordt gegeven in The People, No: A Brief History of Anti-Populism (2020) het nieuwe boek van Thomas Frank. De kernboodschap van Frank is dat het populisme in zijn klassieke vorm niet het probleem is maar de oplossing. Trump is weliswaar volks in zijn stijl, maar hij is voor Frank uiteindelijk gewoon een miljardair die zijn achterban misbruikt om belastingverlaging en deregulering door te voeren voor de één procent. De reden dat Trump daarmee wegkomt, is dat de Democratische Partij is verleerd om met gewone Amerikanen, hun traditionele achterban, te praten. Ze behandelen hen al decennialang als een achtergebleven groep die niet met de nieuwste ideologische modes is meegegaan en die met preken en kritiek moet worden heropgevoed. Tijdens de New Deal, de tijd waarin Franks waarachtige populisme zijn toppunt bereikte, schreef James Agee de klassieker Let Us Now Praise Famous Men (1941) over de waardigheid van drie families straatarme landarbeiders in Alabama met beroemde documentairefoto’s van Walker Evans. Deze bewieroking van het gewone volk was een cliché van de crisisjaren. Deze waardering is in zijn tegendeel omgeslagen. De nieuwe houding is vervat in de titel van een van de hoofdstukken van Franks boek: “Let Us Now Scold Uncouth Men” (laat ons nu onbehouwen mannen terechtwijzen).
Als je de analyse leest van Frank dan is het niet vreemd dat zelfs een onbetrouwbare en onbeschofte vastgoedmagnaat het de Democratische partij in de verkiezingen nog moeilijk kan maken. Voormalige Democratische kiezers die naar Trump zijn overgelopen, voelen dagelijks de minachting van de aan de universiteit opgeleide, “woke” activisten met hun snel veranderende politiek correcte codes, en hun preoccupatie met alle mogelijke vormen van culturele en sexuele rechtvaardigheid. Er is aandacht voor alle denkbare rechtvaardigheidsvraagstukken, als het maar niet om ordinaire sociaal-economische ongelijkheid gaat. Dedain voor grote groepen in je electoraat blijkt geen succesformule voor overwinning in de verkiezingen. Het lukt de Republikeinse partij, de zelfbenoemde partij van de zakenelite, al jaren beter om gewone burgers aan te spreken, dan de Democraten, traditioneel de partij van de gewone mensen. Laten we hopen dat Biden weer aansluiting vindt met deze verloren groep kiezers met aansprekende populistische voorstellen die, net als Roosevelt voor hem, orthodoxe economische wetenschappers in de gordijnen jagen ― iets waar hij duidelijk moeite voor doet ― anders moeten we ons straks voorbereiden op Trumps tweede termijn.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.