Noord-Afrika en het Midden-Oosten zouden beter af zijn met wat minder alfamannetjes en wat meer vrouwen in gezaghebbende posities
Ten zuiden van Europa staat de wereld in brand. De Arabische Lente is omgeslagen in een Arabische nachtmerrie. Libië is verwikkeld in een bloedige burgeroorlog. De strijd in Syrië gaat onverminderd voort. In Irak en Syrië is door de Islamitische Staat (IS) een islamitisch kalifaat uitgeroepen, een ontwikkeling die het voortbestaan van Irak bedreigd. Israël en Hamas staan elkaar in de Gazastrook wederom naar het leven.
De neiging bestaat om dit alles opnieuw te plaatsen in de sleutel van religieus extremisme. Baardmannen, religieuze fanaten en islamofascisten vervuld van een extreme islamistische ideologie zijn op het oorlogspad en ondermijnen de stabiliteit van Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Dit is de bril waarmee de speciale afgezant voor het Midden-Oosten Tony Blair nog steeds naar de ontwikkelingen kijkt. In een recent essay houdt hij onverminderd vol dat de westerse wereld in een existentiële strijd is verwikkeld met een militante vorm van Islam, een gevecht dat naar verwachting nog decennia zal voortduren.
Sinds 2001 is dat het dominante frame om naar de problemen in het Midden-Oosten te kijken. Het is vooral een luie analyse, die een heel complex aan oorzaken en problemen buiten beschouwing laat. Wat ten zuiden van Europa aan de gang is, is een product van een breed scala aan ontwikkelingen.
Ten eerste, is wat we zien het resultaat van een geboortegolf. Anders dan het gezapige en ingeslapen Europa vol 50-plussers gist het gebied van de onrust van de jeugd. De laatste keer dat wij een geboortegolf meemaakten ― de jaren zestig ― stond hier ook alles op zijn kop en was er overal protest. De eigenzinnige Duitse politicoloog Gunnar Heinsohn wees een aantal jaar geleden reeds op dit fenomeen ― de zogenoemde “youth bulge” theorie ― en voorspelde toen al dat met de komst van zoveel jongelui in het Midden-Oosten de vlam in de pan zou schieten.
Je ziet dit effect duidelijk terug bij de Syrië-gangers. Zij willen geen leven als floormanager bij de lokale McDonald’s of accountmanager bij een callcenter, maar een groots en meeslepend bestaan als vrijheidsstrijder in Syrië of Irak. Het zou mooi zijn als er voor deze energie een betere uitlaatklep zou zijn dan gewapende strijd. De rusteloze jongelui opsluiten in een thuisland zonder enig perspectief, zoals Israel doet in Gaza en de Westbank, is in ieder geval geen oplossing die gaat werken.
Het zou ook mooi zijn als de vrouwen in de regio een grotere politieke en publieke rol op konden eisen. De youth bulge is vooral problematisch vanwege het mannelijke contingent in de geboortegolf. Een overvloed van jonge mannen die stijf staan van de testosteron is geen goede voedingsbodem voor een constructief politiek klimaat. Noord-Afrika en het Midden-Oosten zouden beter af zijn met wat minder alfamannetjes en wat meer vrouwen in gezaghebbende posities.
Ten tweede, werken de globalisering en de nieuwe communicatietechnologie nog steeds als een vliegwiel voor de ontwikkelingen. Het gebruik van nieuwe communicatietechnologie is niet alleen iets wat in de Arabische Lente een rol speelde. Het is ook een belangrijk aspect van een fenomeen als IS. De videobeelden van de wapenfeiten en gruweldaden van IS op het internet zijn van wezenlijk belang voor het succes van deze groep. Het verschaft IS toegang tot een publiek over de hele wereld voor propaganda en werving en maakt het mogelijk voor een relatief kleine groep als IS een veel groter effect te sorteren dan hun relatief geringe omvang zou rechtvaardigen. De barbarij en wreedheid van IS roept misschien associaties op met premoderne oorlogsvoering, maar het is in veel opzichten een product van de 21ste eeuw.
Tot slot is het systeem van nationale staten dat na de Eerste Wereldoorlog tot stand is gekomen in het Midden-Oosten aan het desintegreren. De geconstrueerde staten waarin het Ottomaanse rijk werd opgedeeld na de Eerste Wereldoorlog ― landen als Syrië en Irak ― zijn uiteen aan het vallen in kleinere etnische en religieuze eenheden. Het is de laatste weken duidelijk geworden dat het gezag van de Iraakse regering niet veel verder reikt dan de stadsgrenzen van Bagdad. Uit de ondersteuning van de Koerden door landen in het Westen spreekt eigenlijk een stilzwijgende erkenning van de desintegratie van Irak. De autonome regio van de Koerden is de enige stabiele regio in Irak en een oase van verdraagzaamheid. Het is rijk aan olie en veel grote bedrijven uit het Westen hebben een kantoor in Irbil. Het was een teken aan de wand dat de Verenigde Staten niet in actie kwam toen IS Bagdad naderde, maar wel toen het de Koerdische autonome regio ging bedreigen. Hoewel de autonome regio geen nationale staat is, gaat het nu wel bewapend worden door het Westen. Wat dat betekent voor de Koerdische strijd voor onafhankelijkheid en zelfbeschikking zal de toekomst uitwijzen. Maar de Koerden huizen niet alleen in Irak en het uiteenvallen van nationale staten ― denk aan Joegoslavië of de opdeling van Brits Indië ― gaat vaak gepaard met veel onrust en geweld.
De reductie van deze gebeurtenissen tot een manicheïstische strijd tussen goed en kwaad, tussen mensen die de moderne, vrije, geglobaliseerde wereld omarmen en mensen die vastzitten in een premodern, onverdraagzaam, religieus raamwerk, doet nauwelijks recht aan de complexiteit van de ontwikkelingen. Wat er in Noord-Afrika en het Midden-Oosten gebeurt, is voor Europa van levensgroot belang. Het wordt hoog tijd dat het debat daarover het gewicht van deze gebeurtenissen weerspiegelt.