Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen.

Na de verkiezingen: hoe vergroten we representatie en regeerbaarheid?

01-11-2025
leestijd 9 minuten
2239 keer bekeken
ANP-538923552

Om de regeerbaarheid van ons land te vergroten, sluiten partijen met een beperkt aantal zetels zich in het parlement aan bij een van de grotere fracties, terwijl we in sterk multiculturele stadswijken veel meer mensen naar de stembus moeten zien te krijgen.

Een week geleden vroeg ik me op deze plek af of het racistische gif dat de afgelopen jaren in onze samenleving is gespoten zich na de verkiezingen nóg verder zal verspreiden. Wie naar de nieuwe samenstelling van de Tweede Kamer kijkt, komt helaas tot de conclusie dat een bevestigend antwoord op deze vraag waarschijnlijk is.

De verkiezingsuitslag van afgelopen woensdag laat namelijk niets aan duidelijkheid te wensen over. Het rechts-extremistische blok van PVV, JA21 en FVD is gestegen van 41 naar 42 zetels. En hoewel de BBB en VVD samen vijf zetels hebben verloren, zijn deze partijen in de afgelopen regeerperiode fors naar de rechterflank opgeschoven. Waar de zeven zetels van de BBB twee jaar geleden nog niet bij bovenstaand rechts-extremistische blok konden worden opgeteld, stuwen de vier huidige zetels van de geradicaliseerde BoerBurgerBeweging dit blok wél omhoog, naar een totaal van maar liefst 46. De BBB heeft zich immers grotendeels ontwikkeld tot een copy/paste PVV.

Daar komt bij dat de VVD met haar 22 zetels eveneens dicht tegen dit racistische blok aanzit, wat alleen al blijkt uit het feit dat de voormalig liberale partij keer op keer duidelijk maakt op puur inhoudelijke gronden supergraag met onze rechts-extremisten te willen regeren. En dan vergeten we nog de SGP, een partij die we met hun anti-moslim- en anti-Palestijns-racisme evenzeer tot het rechts-extremistische blok moeten rekenen. Daarmee bezetten rechts-extremisten inmiddels al 49 zetels in het nieuwe parlement. Als we daar op zijn minst een deel van de VVD-parlementariërs bij optellen eindigen we ergens halverwege de 49 en 71.

Wie bovendien kijkt welke partijen plannen in hun verkiezingsprogramma’s hebben staan die bij uitvoering ervan onze rechtstaat aantasten, dan blijken alleen GroenLinks-PvdA, Partij voor de Dieren, DENK en Volt de toets der kritiek te kunnen doorstaan; deze partijen vertegenwoordigen samen slechts 27 zetels. Alle overige partijen presenteerden volgens de Nederlandse orde van advocaten (NOvA) een recordaantal voorstellen die in strijd zijn met beginselen van rechtsstatelijkheid, waarbij FVD, PVV, JA21, BBB, SGP en VVD duidelijke koplopers zijn. Het met eveneens rechtse standpunten in de Kamer verkozen 50PLUS was niet in dit onderzoek meegenomen.

Als deze alsmaar stijgende invloed van extreemrechts zich bij toekomstige verkiezingen voortzet, is de kans levensgroot dat onze democratische rechtsorde daadwerkelijk in de verdrukking komt, een gevaar waar minister van staat Herman Tjeenk Willink onlangs al voor waarschuwde.

De winst van D66 verhult de verdere verschuiving naar extreemrechts
Ik waag me in deze opinie maar even niet aan het beantwoorden van de vraag of D66 met haar recente verkiezingsprogramma nu wel of niet naar rechts is opgeschoven. Maar dat de winst en het mogelijke premierschap van Rob Jetten het zicht dreigt te ontnemen op de hierboven toegelichte verdere verrechtsing van het parlement, behoeft geen betoog.

En hoewel het onwaarschijnlijk is dat een door D66 geleide coalitie het discutabele beleid van het huidige (demissionaire) kabinet zal voortzetten, is het scenario van een slechts tijdelijke pas-op-de-plaats heel goed denkbaar. Want dat de tendens richting extreemrechts die de afgelopen jaren dankzij onder meer social media, Talpa en NPO is ingezet op korte termijn tot stilstand wordt gebracht, ligt vooralsnog niet voor de hand.

Donderdag bleek dat de nummer twee op de lijst van GroenLinks-PvdA, Esmah Lahlah, niet de opvolger van Frans Timermans wil worden: ”Voor nu is dat niet de rol die het beste bij me past.” Ik moest meteen denken aan de wijze waarop de vroegere AD-columnist Hanina Ajarai door racistische AD-lezers niet op haar columns werd beoordeeld, maar op haar hijab, waarna de AD-hoofdredactie haar na een ongelukkige column als een baksteen liet vallen.

We leven dan ook in een land waarvan we nu al weten dat Esmah Lahlah, als zij tot GroenLinks-PvdA-fractievoorzitter zou worden gekozen, een mede door Wierd Duk en Jack van Gelder aangejaagde haatcampagne over zich heen zal krijgen, waarbij de tegen Sigrid Kaag en Frans Timmermans gerichte hetzes kinderspel zal blijken te zijn. Dat de nummer twee op de GroenLinks-PvdA-lijst zichzelf niet in die positie wil brengen, zal elk weldenkend mens begrijpen. Tegelijkertijd zal ook een prominente ministerspost als die van Sociale Zaken en Werkgelegenheid haar evenzeer in zo’n bedreigende positie kunnen brengen. Want dát is de samenleving die we de afgelopen jaren met zijn allen hebben gecreëerd, waarbij een deel van onze media opzettelijk een sturende rol heeft gespeeld.         

Waarom zijn er nog steeds zo’n drie miljoen niet-stemmers?
Kunnen bovenstaande ontwikkelingen de komende jaren tot stilstand worden gebracht? Het antwoord dat de afgelopen weken het meest is gegeven: los de grote vraagstukken in onze samenleving op, waarbij wonen, migratie en zorg bovenaan staan. Maar dat is zeker niet het enige antwoord. 

Wie kijkt naar de voorlopige uitslagen, ziet dat er opnieuw zo’n drie miljoen stemgerechtigden zijn die deze week niet naar de stembus zijn gegaan. Deze mensen wonen overwegend in sterk multiculturele stadswijken, vaak wijken waar zelfs een zeer ruime meerderheid een biculturele achtergrond heeft.

Voor mijn werk op het gebied van inclusieve marketing en communicatie sta ik continu in contact met mensen met de meest uiteenlopende afkomsten. Een paar weken geleden kreeg ik een appje van iemand die aan mij vroeg hóe zij eigenlijk kon stemmen. Een in Nederland geboren vrouw van inmiddels over de 40, goed op de hoogte van politieke en maatschappelijke ontwikkelingen, maar die nog nooit in haar leven had gestemd.

Weliswaar vinden in ons land - vanuit een volledig wit perspectief - overheidscampagnes plaats om inwoners aan te moedigen naar de stembus te gaan, maar we vergeten gemakshalve dat er grote groepen in de samenleving zijn die de cultuur van het stemmen niet van huis uit hebben meegekregen. Veel van deze Nederlanders weten vaak heel goed wat er speelt in de wereld, maar stemmen tijdens parlementaire, regionale of lokale verkiezingen zit gewoon niet in hun systeem. Bij mij is het stemmen met de paplepel ingegoten, maar bij biculturele Nederlanders die in een gezin opgroeiden met ouders geboren in een land waar geen sprake was van een breed gedragen democratische ‘verkiezingscultuur’ ligt dat duidelijk anders.

De vraag die bij mij daarom al langer speelt: waarom hebben er nog nooit serieuze voorlichtingscampagnes plaatsgevonden die uitleggen hóe het stemmen precies werkt? Dit zou kunnen helpen om op zijn minst een deel van de niet-stemmers de weg naar het stemlokaal te doen vinden. Bedenk daarbij ook dat sommige stemgerechtigden wegens schulden hun brievenbus niet regelmatig durven te openen. Welke oplossing kunnen we voor hén bedenken? 

In talloze stadswijken in de grote steden blijft de opkomst vér achter, terwijl er nooit serieus is geïnvesteerd om juist dáár verandering in aan te brengen. En hoewel de afkomst van mensen niet bepalend is voor hun stemgedrag, zullen sommige partijen uiteraard wat meer van een hogere opkomst in sterk multiculturele wijken profiteren dan andere. Zo zou onder meer DENK daar profijt uit kunnen trekken, de partij die in Rotterdam groter is geworden dan de VVD maar de vierde zetel volgende week net dreigt mis te lopen. En christelijke partijen als CDA en CU kunnen daar eveneens relatief veel voordeel van hebben. Waarmee ik beslist niet beweer dat andere partijen in deze stadswijken niet méér kiezers zouden kunnen binnenhalen.

Hoe regeerbaar is ons land?
Het grote aantal kleine partijen in het parlement leidt steeds vaker tot een pleidooi voor het verhogen van de kiesdrempel. Want hoe (on)regeerbaar maakt de versnippering van het politieke landschap ons land eigenlijk?

Een hogere kiesdrempel klinkt daarom als een voor de hand liggende oplossing voor een betere regeerbaarheid, maar is het dat ook? Persoonlijk denk ik dat een hogere kiesdrempel binnen ons huidige electorale systeem weleens kan resulteren in een lagere opkomst. Want als mensen in onze superdiverse samenleving zich niet door een van de grotere partijen voelen vertegenwoordigd, zal de motivatie om naar de stembus te gaan alleen maar afnemen. Om onze democratie maximaal te kunnen laten floreren, is het dus belangrijk dat zoveel mogelijk burgers in onze superdiverse samenleving het gevoel hebben in het parlement door een partij of politicus te worden vertegenwoordigd. Bij een hogere kiesdrempel is dat niet het geval. Dat schaadt onze democratie.

Het mooiste voorbeeld van het belang van een goede representatie is misschien wel de prestatie van Sylvana Simons met haar éénvrouwsfractie namens BIJ1. Zonder haar strijd zouden Mark Rutte en Koning Willem-Alexander waarschijnlijk geen excuses hebben aangeboden voor de misdaden tegen de menselijkheid tijdens ons trans-Atlantisch slavernijverleden.

Een hogere kiesdrempel kan de onvrede in ons land dus alleen maar verder doen toenemen, want de superdiversiteit van onze samenleving is inmiddels zo groot, dat deze binnen de grote politieke bewegingen eenvoudigweg niet tot zijn recht komt.

Oplossing: kleine partijen sluiten zich aan bij de grotere fracties
Maar de oplossing voor bovenstaande (on)regeerbaarheid door de huidige versnippering van het politieke landschap is eenvoudiger dan veel mensen denken. De versnippering laten we weliswaar zoals die is, maar in het parlement gaan we daar net iets anders mee om.

Partijen met een beperkt aantal zetels wordt gevraagd zich in het parlement aan te sluiten bij de fractie van een van de grotere stromingen. Bijvoorbeeld de sociaal-groene beweging van GroenLinks-PvdA of de christendemocratische beweging van het CDA. Als onderdeel van deze grotere parlementaire blokken varen deze kleinere partijen nog steeds hun eigen koers, maar met slechts één uitzondering: voor het goedkeuren en wegsturen van een coalitieregering geldt binnen deze blokken de meerderheid van stemmen. Alléén op dit punt geldt binnen deze nieuw te vormen blokken dus de fractie/blokdiscipline, voor alle overige punten blijven de kleinere partijen hun eigen politieke agenda voeren.

Het vinden van een meerderheidscoalitie wordt daarmee meteen stukken makkelijker. Stel dat de PvdD en SP zich, vanuit verschillende motivaties, aansluiten bij het blok van GroenLinks-PvdA, dan heeft dat blok met 27 zetels meteen meer in de melk te brokkelen. Datzelfde geldt voor het CDA-blok, als de CU en misschien de SGP zich hierbij zou aansluiten. De BBB kan dan weer het VVD- of PVV-blok versterken terwijl Volt zich toevoegt aan het D66-blok.  

Bij welk aantal zetels sluit je als partij aan bij een groter blok? Als de grens bij tien zetels ligt, houd je binnen de huidige verhoudingen in de Kamer vijf grotere fractieblokken over. Leg je de grens bij vijf zetels, dan komen we uit op zeven grotere fractieblokken. In beide gevallen neemt de regeerbaarheid van ons land toe, terwijl in het parlement de stem van de meest uiteenlopende groepen in de samenleving vertegenwoordigd blijft.

Conclusie: trek meer mensen naar de stembus en vergroot de regeerbaarheid van ons land
Afgelopen woensdag zijn bevolkingsgroepen met een omvang van het totaal aan kiezers op VVD en GroenLinks-PvdA niet naar de stembus gegaan. Een groot deel van deze kiezers is niet opgegroeid met een cultuur van stemmen. Een stemplicht zoals in België past niet bij de vrije-keuze-samenleving die we willen zijn. Maar het ontbreken van de vertegenwoordiging van deze kiezers maakt wel dat de stem van zo’n drie miljoen burgers niet in ons parlement is vertegenwoordigd. En dat zijn vaker dan gemiddeld mensen die slachtoffer zijn van de politiek van het eerder in deze opinie genoemde rechts-extremistische blok.

Nu ben ik niet naïef. Ik weet als geen ander dat ook binnen biculturele bevolkingsgroepen een deel van de stemmen zal kunnen gaan naar partijen als PVV en FVD. We zien dat onder meer bij dát deel van de Hindoestaanse gemeenschap in Nederland dat mede onder invloed van het anti-moslimracisme in India op de PVV stemt. Tegelijkertijd zijn het vooral nieuwe, in Nederland geboren en getogen generaties, die zich meer dan ooit bewust zijn van de schade die racistische partijen in ons land berokkenen. Om hén naar de stembus te krijgen is een hele opgave, maar écht serieuze pogingen daartoe zijn nog nooit ondernomen; mogelijk omdat sommige van de gevestigde politieke partijen daar geen (eigen)belang in zien.   

Het zou onze democratie daarom fors versterken als we een manier vinden waarop de stem van grotendeels biculturele bevolkingsgroepen in de toekomst beter in het parlement is vertegenwoordigd. Uiteraard ook in de hoop dat er hierdoor meer krachten in het parlement komen die kunnen helpen onze samenleving van het racistische gif te ontsmetten.

Als dat alles ook kan worden gecombineerd met een betere regeerbaarheid van ons land, kan het vertrouwen in de politiek in de toekomst eindelijk weer eens toenemen.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

Al 100 jaar voor