Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Is kunstmatige intelligentie een vloek of een zegen?

  •  
03-01-2024
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
1950 keer bekeken
  •  
kunstmatigeintelligentie

Het nieuwe jaar is begonnen en je hoeft geen helderziende met een glazen bol te zijn om te veronderstellen dat 2024 het jaar gaat worden van de definitieve doorbraak van AI, kunstmatige intelligentie, waaronder bijvoorbeeld ChatGPT. Zelf heb ik er inmiddels ook kennis meegemaakt. Wel interessant om met ChatGPT te discussiëren over idealisme versus materialisme of de kwestie Israël-Palestina. Mijn collega zette me met haar enthousiasme op het spoor, ze gebruikt ChatGPT om brieven en artikelen te schrijven, maar ook voor sinterklaasgedichten. Op Instagram komen steeds meer accounts voorbij met ‘mooie’ vrouwen, die volmaakt zijn, maar niet echt. Perfect, maar er zit geen leven in. Ik zie dat al snel en kom er dan weer achter dat werkelijke schoonheid niet perfect is. Wat mooi is, is echt, levend.

Dat brengt me bij de vraag; hoe herken je dat iets leeft, hoe herken je of iets levend is? Welke toets gebruik je daarvoor? Zo kom je automatisch bij de basale vraag; wat geeft iets leven, wat geeft iets bewustzijn? Dat is op dit moment een van de meest fundamentele kwesties die onder de oppervlakte gaande is van de grote problemen die op dit moment spelen en we meenemen het nieuwe jaar in. De vraag of AI nu een vloek is of een zegen raakt namelijk aan de controverse tussen materialisme en idealisme, die beiden een tegengesteld antwoord formuleren op de bovenstaande vragen.

Voor mij begint het wetenschappelijk materialisme bij René Descartes, die leefde in begin 17e eeuw. Wat hij deed, was behoorlijk revolutionair. Hij haalde geest en materie uit elkaar en zei; geest is het domein van God, daar bemoeien we ons niet mee. Materie is het domein van de mens, wat we kunnen gaan onderzoeken vanuit ons denken en onze uiterlijke zintuigen. We moeten begrijpen dat Descartes een zeer religieus mens was en heel zijn leven bleef. Zijn oplossing om meer ruimte te scheppen voor onderzoek, was dat God het leven in gang heeft gezet, dat zich verder volgens natuurwetten op een mechanische manier voltrekt. Het was de tijd van de natuurwetenschappen. Als we die wetten kennen, kunnen we iets van de werkelijkheid ontdekken. Hij was zich er goed bewust van dat hij een model voor onderzoek had ontwikkeld, dat niet de werkelijkheid zelf was. Hij hoopte dat we door onderzoeksresultaten meer zouden te weten komen over het leven. Zonder rekening te hoeven houden met de dogma’s van de kerk, die gingen namelijk over het geestelijk aspect. De scheiding materie-geest was in die zin ook een politieke keuze, omdat daarmee wetenschappelijk onderzoek naar de materie met rust werd gelaten. Descartes was daarmee de eerste die het autonome denken van de mens als uitgangspunt nam. Ik denk, dus ik ben. In de eeuwen daarna nam het wetenschappelijk onderzoek naar het materiële deel van het leven een grote vlucht. Door alle delen uit elkaar te halen en ze als afzonderlijke afgescheiden delen tot in detail te onderzoeken. Dat zien we in alle wetenschapsgebieden terug en heeft ons met name een enorme, technologische ontwikkeling opgeleverd. Tot nu toe is hier niets mis mee. Ik heb grote bewondering voor wetenschappelijk onderzoek, met name in de Renaissance en Verlichting, verzamel botanische boeken, oude atlassen etc.

Waar het voor mij misgaat en het materialisme in mijn ogen dogmatisch wordt, is daar waar het model van onderzoek als werkelijkheid wordt beschouwd. Waar niet meer de verbinding terug wordt gemaakt met de complete werkelijkheid, die ook een onzichtbaar, niet materieel, geestelijk aspect heeft. Materialisten gaan uit van de aanname dat de hele werkelijkheid uit materie bestaat. En daaruit volgend dat bewustzijn het gevolg is van materie, een product van onze hersenen. Wat waar of werkelijk is, wordt afgemeten aan de harde feiten zoals in de natuurwetenschappen en wiskunde. Meten is weten. Oorzaak en gevolg. Alsof de totale meerdimensionale werkelijkheid van het leven in het eendimensionale materialisme te vangen is. Alles wat daarbuiten valt, wat ruikt naar het geestelijke, God, holisme etc. wordt op sceptische wijze verworpen, want is vanuit het eigen model niet te bewijzen. Wat correct zou zijn, is de neutrale stellingname; we weten niet of bewustzijn of geest bestaat, want we kunnen het niet meten.

Voor mij is dit dogmatisch materialisme dus anders dan hoe het begon in de Renaissance en tijdens de Verlichting. Materialisme wordt een soort van levensbeschouwing, een religie en wijkt daarmee af van zijn oorspronkelijk doel. De stap die hiermee wordt gezet en de grote macht die het materialisme daarmee naar zich toetrekt, is voor mij vergelijkbaar met de macht die de kerk had in de Middeleeuwen. Dat is ook de reden waarom ik me hiertegen verzet in de artikelen die ik regelmatig schrijf. Voor mij is het materialisme in het westen de nieuwe kerk. De toets van wat waar is wordt gelegd bij een groepje wetenschappers buiten onszelf, die enerzijds bepaalt wat zogenaamd wetenschappelijk waar is en die wij anderzijds moeten volgen, zoals we in de Middeleeuwen de vertegenwoordigers van de kerk en hun waarheid moesten volgen. En anders op de brandstapel terecht kwamen.

Nu terug naar AI en de vraag of dit nu een zegen is of een vloek. Wat er dus vanuit het model van de werkelijkheid en het materialistisch, wetenschappelijk onderzoek met name de afgelopen eeuwen is ontwikkeld, zoals ik al eerder benoemde, is onze technologie. Technologie die in feite het gat is gaan opvullen, dat is ontstaan door de scheiding geest-materie in de 17e eeuw met Descartes. Deze technologie heeft ons de industriële revolutie gebracht en nu dus ook de digitale revolutie met als voorlopig hoogtepunt AI. En dat is interessant en brengt ons bij het antwoord op de vraag of AI nu een vloek is of een zegen. Als je er namelijk vanuit gaat dat de werkelijkheid enkel uit materie bestaat, dan denk je dus ook dat AI het beste is wat wij als mensheid kunnen voortbrengen. Dat het AI is dat ons verder gaat brengen in onze ontwikkeling, verder gaat brengen in onze evolutie zelfs, omdat het bewustzijn kan ontwikkelen. Omdat je vanuit het materialisme gelooft dat bewustzijn voortkomt uit materie. Wat AI direct beangstigend maakt, want het is niet vreemd om dan verder te denken dat AI een betere versie van ons, beperkte, mensen gaat worden en zich misschien wel tegenover ons gaat plaatsen en eventueel de macht gaat overnemen. Dan wordt AI onze ondergang en dus een vloek. Het beeld van mensen als slaven van een volmaakte, maar kunstmatige intelligentie of een mengvorm daarvan zoals we zien in het transhumanisme is voor mij een nachtmerrie.

Om dit dystopisch toekomstbeeld te voorkomen, kan het niet anders dan dat we de brug slaan naar het geestelijk deel van de werkelijkheid, die door Descartes in eerste instantie was losgelaten. Dan kom je dus automatisch uit op het filosofisch idealisme en zijn vertegenwoordigers, die het door de eeuwen altijd heeft gehad. Ik schreef daar eerder over in dit artikel. De vraag of AI een zegen of een vloek is, speelt zich af in de controverse tussen materialisme en idealisme, die ook op wetenschappelijk niveau op dit moment gaande is. Het idealisme, waar ikzelf een aanhanger van ben, gaat ervanuit dat er naast het materiële deel, een geestelijk deel van de werkelijkheid is. Sterker nog; vanuit dit geestelijk deel, ook wel bewustzijn genoemd, ontvouwt zich het zichtbare, materiële deel. Omdat vanuit dit geestelijk deel de werkelijkheid een is en onlosmakelijk verbonden, zijn wij als mens ook deel van dit levend, geestelijk deel en kunnen we daar ook contact mee maken. Het is onze oorsprong en potentiële kennisbron. Daar zit onze toets van wat levend is, wat echt is en wat kunstmatig is. Daar zit de grens die we als mens kunnen geven aan AI, daar zit onze menselijke moraal, zodat wij geen slaven worden van AI. Vanuit contact met onze essentie behouden we namelijk de regie op ons eigen leven, daar zit ons individualiteit en autonomie. We hoeven namelijk niemand te volgen buiten onszelf, de toets ligt in onszelf. Onder deze voorwaarden kan AI en iedere technologie een welkome aanvulling zijn en in die zin dus een zegen. In die zin pleit ik voor een synergie tussen materialisme en idealisme, dienstbaar aan elkaar, elkaar versterkend. In plaats van dat de ene stroming zich boven de ander plaatst, zoals dat in de Middeleeuwen de dogmatische kerk deed en in onze tijd de dogmatische, materialistische wetenschap.

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.