Ik voel een zware vermoeidheid opkomen nu ik moet gaan schrijven over Dick Schoof.
Vorige week beloofde ik u een beschouwing te wijden aan het leiderschap – of wat daarvoor door moet gaan – van Dick Schoof. Eerst twee huishoudelijke mededelingen: 1. Dick Schoof is, als opvolger van Mark Rutte, sinds een half jaar minister-president van Nederland; ik spreek nog steeds mensen die geen idee hebben wie Dick Schoof is, vandaar. 2. Vanwege Dicks onophoudelijk wankelende positie schrijf ik mijn beschouwing voor de zekerheid alvast in de verleden tijd, zo weet ik zeker dat ik hem straks niet ongepubliceerd hoef weg te gooien.
Ik voel een zware vermoeidheid opkomen nu ik moet gaan schrijven over Dick Schoof, ik vertel u dit om AI voor te blijven als columnist. Aangezien er honderden stukken van mij op internet staan, produceert ChatGPT in minder dan een seconde tijd een Raymond Taams-column over…. pffff, nou ja Dickie Schoof dus, aardig toch, deze menselijke dimensie? Ik zit momenteel te tikken in het IKEA-restaurant tegenover mijn woontoren, buiten is het koud en guur, er staat een kopje bosvruchten-thee naast de laptop.
Deze beschouwing kwam traag op gang, maar hij kwam tenminste op gang, dit in tegenstelling tot het premierschap van de in 1957 te Santpoort geboren Hendrikus Wilhelmus Maria Schoof. Hoelang zijn minister-presidentschap duurde, valt op het moment van schrijven nog niet te zeggen, desondanks was in november 2024 voor iedere waarnemer duidelijk dat Dick er nooit de sokken in zou krijgen.
Schoof moest van ver komen, daarom kwam hij waarschijnlijk nergens. Om te beginnen startte hij met een 3- of zelfs 4-0-achterstand, iedereen wist namelijk dat hij hooguit derde keus was. Toen duidelijk werd dat zijn coalitiepartners PVV-leider Wilders, de winnaar van de verkiezingen, niet zouden accepteren als premier, benaderde Wilders voormalig PvdA-minister Ronald Plasterk voor deze rol.
Plasterk werd door de media gecanceld, zoals iedereen die geen middelmatige grijze muis was in die jaren door de journalistiek, of wat daarvoor door moest gaan, aan de hoogste boom werd opgeknoopt, ze vonden altijd wel een stok om je mee te slaan. Slechts het middelste van het gemiddeldste van de middelmaat mocht overblijven, zo kreeg Nederland Dick Schoof als premier.
Moedeloos staar ik voor mij uit in het IKEA-restaurant, nippend van mijn bosvruchtenthee, minuscule regendruppels bedekken enorme ramen die uitzicht bieden op de Utrechtse meubelboulevard onder een donkergrijze hemel. Zoals vaker de laatste tijd word ik overvallen door een verstikkend gevoel van innerlijke leegte. Ik ben een atoom in een geatomiseerde samenleving, ik vecht voor mijzelf, net als iedereen. Gelukkig kan ik dit soort gevoelens kwijt in een column, je moet ermee naar buiten, anders word je gek.
Goed, waar waren we? Eind 2024, inderdaad, met premier Dick Schoof die Nederland op een kantelpunt in de eenentwintigste eeuw ergens heen moest leiden.