De total body scan toelaten in Nederland doet meer kwaad goed
Minister Schippers overweegt om de ‘total body scan’ toe te laten in Nederland. Jaren geleden zou ik haar gelijk hebben gegeven. Maar sinds ik zelf zo’n scan liet doen in Duitsland – in 2008, het laatste jaar dat het fiscaal aftrekbaar was – denk ik er heel anders over.
Ik voelde me fit en gezond, dus ik ging naar het Duitse Prescan-ziekenhuis in de verwachting dat alles dik in orde zou zijn. En was het dat niet, dan moest ik dat ook weten toch? Tot mijn grote schrik werd mijn fietstest afgebroken. “Ik kan nog best verder hoor!” zei ik opgewekt. “Nee, we moeten stoppen”, zei de arts die erbij was gehaald. Er werd bezorgd gekeken. “Gaat u even rustig in de wachtkamer zitten”. Lekker rustig zit je daar dan.
Na een uur wachten – het was druk – werd mij verteld dat ik bij de fietstest een afwijkend hartritme had; de test was gestopt omdat het gevaarlijk zou kunnen zijn als ik doorfietste. Ik moest naar een cardioloog voor nader onderzoek.
Ik meldde me direct bij mijn huisarts, die zei: “Geen zorgen. Dat soort dingen horen we zo vaak van die body scans. Er is zelden iets aan de hand. Maar ter geruststelling zal ik je doorverwijzen”. Na onderzoek in het ziekenhuis zei de cardioloog hetzelfde. De gevonden ‘afwijking’ was alleen ogenschijnlijk; dit patroon kwam vaak voor bij vrouwen en had niets te betekenen.
Ondertussen had ik mijn gezondheidsrapport gekregen van Prescan en bleek ik nog vier andere afwijkingen te hebben. Ik had een hernia, artrose, een cyste op een eierstok en een middenrifbreuk. Hè? Dat klinkt best alarmerend allemaal. Ik had nergens last van! Ook nu niet, zes jaar later. Ik denk dus dat mijn huisarts gelijk had, toen hij zei: “Er worden bijna altijd afwijkingen gevonden. Maar als je geen klachten hebt, hoeft dat niets te betekenen. Heb je klachten?”
Tja, je zou ze bijna wel krijgen van zo’n rapport, maar nee, ik voelde me nog steeds fit en gezond. Hij legde uit dat dit de reden is waarom het in Nederland niet gedaan wordt. Het is defensieve geneeskunde : ze moeten alles wel melden en je adviseren om het uit te laten zoeken; want stel dat je later iets krijgt en ze hebben dat niet gemeld, dan klaag jij ze aan. Maar 9 van de 10 keer is het vals alarm. In de VS laat zo’n 80% van de artsen onderzoeken doen zonder medische reden, alleen uit angst voor aanklachten.
Dat laatste wordt bevestigd door onderzoek dat ik onlangs tegenkwam in een stuk van Mensje Melchior in De Volkskrant. Bij 36 procent van de gescande deelnemers werden afwijkingen gevonden. Bij slechts 6 procent van hen was er echt iets aan de hand, en zelfs daarbij is het in veel gevallen de vraag of de ontdekking daarvan nog iets uitmaakte. In de meeste gevallen is het gevolg enkel dat de patiënt nodeloos ongerust wordt gemaakt en de gezondheidskosten nodeloos verder worden opgestuwd. Er is maar één partij die er garen bij spint: bedrijven zoals Prescan en de artsen die voor hen werken.
In het Volkskrant-artikel verklaarde zo’n arts: “Wij kunnen toevalsbevindingen heel goed inschatten. Daardoor komt het eigenlijk niet voor dat patiënten onnodig ongerust worden gemaakt.” Na mijn eigen ervaring weet ik wel beter en lijkt me dit een typische “Wij van wc-eend” – een die grote gevolgen heeft, voor de patiënt en voor de staatskas waarin de gezondheidszorg toch al een veel te sterk oplopend aandeel heeft. Juist minister Schippers, die er alles aan doet om dat in de hand te houden, zou gevoelig moeten zijn voor dat argument.
Maar, zou je kunnen denken: is het niet toch allemaal de moeite waard, voor die enkele gevallen waarin je wél tijdig iets ontdekt dat nog behandeld kan worden? Ik vind dat die gedachte teveel uitgaat van het idee dat we altijd alles in de hand moeten hebben. Dat heb je toch al niet. In plaats van onze energie te richten op het zien aankomen en beheersen van alle rampspoed die zich in het leven kan voordoen, kunnen we beter leren accepteren dat tegenslag erbij hoort, en meebewegen met de eb en vloed van het leven. “You can’t stop the waves, but you can learn to surf.”