De eerste Zomergast van 2016 die bij journalist Thomas Erdbrink mocht aanschuiven was activist en publicist Dyab Abou Jahjah. De avond beloofde vooraf een ‘choquerende avond’ te worden, gezien alle ophef over de gast, maar werd dat uiteindelijk niet. De publicatie van zijn boek door uitgeverij de Bezige Bij leidde al tot fel protest onder een aantal Bezige Bij-auteurs, waaronder Jessica Durlacher en Leon de Winter, die beiden besloten op te stappen. Maar wie is die man toch waar men zo bang voor is? En waar is die angst op gebaseerd? De dag na de uitzending maken de tv-recensenten van de grote kranten de balans op. De conclusie is mild. Abou Jahjah is niet te betrappen op enge ideeën of sympathieën. Ook wanneer interviewer Thomas Erdbrink hem ervan beschuldigd toch wel mensen te kennen die van plan zijn een aanslag te plegen, blijft Abou Jahjah kalm en legt hij zijn verhaal uit. De uitzending trok 484.000 kijkers.
"Abou Jahjah liet zich niet uit de tent lokken en pareerde kritiek overtuigend en nuancerend. De gevreesde radicale standpunten bleven beperkt. Zo wilde hij niet eerder met zionisten in gesprek dan wanneer die erkenden dat de stichting van de staat Israël en de verdrijving van Palestijnen een „racistisch, koloniaal project” waren – een standpunt dat hij wel degelijk toelichtte aan de hand van wetenschappers Edward Said en Ilan Pappé. Hij trok later de vergelijking met nazi-Duitsers: ook „Neurenberg was nodig”. Oftewel: pas na de erkenning van de Holocaust en de bestraffing van de schuldigen was catharsis voor de Duitsers mogelijk, betoogde hij. Om dit soort vergelijkingen, waarop wel iets aan te merken valt als je doorredeneert, wordt Abou Jahjah bekritiseerd, maar ze functioneren in de context van zijn activistische betoog."
Volgens Volkskrant-scribent Haro Kraak wil Abou Jahjah zelf graag gevaarlijk lijken, maar is hij dat niet. De voornaam van de activist en publicist, Dyab, betekent de glimlachende wolf. Dat was volgens Kraak een voorbode van het karakter van de man: “een man die zich overwegend gematigd voordeed. Zijn fragmenten – over religie, kolonisatie, segregatie, migratie en racisme – waren vaak uitgesprokener dan de gast zelf.” Inhoudelijk wordt de recensie verder nergens, noch legt Kraak uit waar zijn vermoeden vandaan komt dat Abou Jahjah niet gematigd is , maar zich slechts zo voordoet. Hij eindigt met:
"Ieder zijn eigen waarheid’, legde Erdbrink zich een uur eerder neer bij een twist. Dat was het frustrerende van deze uitzending: er zat een man die aangepakt moest worden, maar die toch wel aan zijn eigen waarheid vasthield. Een man die doodleuk het beschermen van een Joods museum aan het zionisme kan koppelen, maar verder verdacht veel weg had van een milde en heldere denker. Abou Jahjah is een ietsist die gevaarlijk lijkt, maar het niet is."
Trouw-auteur Renate van der Bas schetst het beeld van een intelligente redenaar. Abou Jahjah is volgens haar in staat om de andere kant van de medaille inzichtelijk te maken. Ze schrijft:
"Abou Jahjah is een intelligente redenaar en was op meerdere momenten de brenger van wat voor sommigen ongemakkelijke waarheden moeten zijn. Zijn argumentatie bijvoorbeeld waarom hij de staat Israël niet erkent – met een verwijziging naar het apartheidsregime van Zuid-Afrika – : gespreksleider en journalist Thomas Erdbrink kreeg er geen speld tussen. De activist ontkende ook niet dat hij en velen van zijn vrienden op 11 september 2001 echt vreugde voelden omdat Amerika nu ook eens klappen kreeg. En legde uit waarom."