Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Hoe kijken boeren uit 'De boerenrepubliek' naar de toekomst?

22-03-2021
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
1612 keer bekeken
  •  
boer-bert-ter-beek-uit-de-boerenrepubliek-ep1

Twintig jaar geleden leidde de mond-en-klauwzeer (MKZ)-uitbraak tot drama’s in agrarisch Nederland. De boerenrepubliek blikt terug én kijkt naar de toekomst. Wij spraken met twee veranderingsgezinde boeren uit de serie.

Albert Hassink
Melkveehouder in Oene (Gelderland)
‘Noem de afkorting MKZ en ik krijg nog steeds kippenvel. Ik was achttien jaar oud in 2001, zoon in een melkveehoudersgezin. De varkenspestepidemie van 1997–1998 was net achter de rug en opeens werd er van mond-en-klauwzeer gesproken. Na een zaterdagavond stappen met jongelui uit de buurt werd op de boerderij van een van hen MKZ geconstateerd. Dat was in Fortmond. Niet veel later werd om Oene ook een cirkel getrokken. Daarbinnen moesten alle dieren preventief worden geruimd – afgemaakt dus – of ze nu besmet waren of niet. Wij zaten hier met vijf agrariërs op een rijtje, net buiten de cirkels. Alles ging in lockdown. We konden nergens heen, want op straat stond de ME. Met een noodverordening was de wet buiten werking gesteld. Na een week of vier begon het me te storen dat de gemiddelde burger nog steeds niet in de gaten had wat er bij ons gebeurde. Als het over MKZ ging, zag je op tv steeds dezelfde Engelse koe (de eerste besmettingen vonden plaats in Groot-Brittannië, red.). Ik had een videocamera met zo’n cassettebandje en daarmee wilde ik gaan filmen. Ik liep een rondje om de boerderij, vertelde een paar emotionele dingen en vroeg Máxima (die in mei zou trouwen met kroonprins Willem-Alexander,red. ) om een kalfje te redden. Die nacht wandelde ik stiekem door de landerijen naar mijn zus, die een kippenbedrijf had en dus ‘schoon’ was, en gaf haar het cassettebandje. Die zondag opende het Achtuurjournaal met mijn filmpje. Vanaf die dag stonden wij bekend als het activistische gezin. Toen de minister van Landbouw, Laurens Jan Brinkhorst, besloot om alle evenhoevige dieren in de driehoek Apeldoorn-Zwolle-Deventer te vaccineren tegen MKZ en vervolgens te ruimen, weigerden wij dat. Een vriendelijke veearts kwam op bezoek. Hij had gehoord dat ze van plan waren om de dieren op ons erf dood te schieten, en dat we geen geld zouden krijgen ter compensatie. Om die reden besloten we toch maar met vaccinatie in te stemmen. We hadden geen keus. Het werd een heel emotionele aangelegenheid voor de familie – ik schiet nu nog vol.'

Albert Hassink en zoon

Albert Hassink en zoon

© ICU Documentaries

Hassink: 'De MKZ-crisis heeft mijn blik als boer verbreed. Ik houd alles in de gaten, en ik vertrouw de overheid niet zo snel meer. In de bedrijfsplannen houden wij alleen rekening met onze eigen visie. We moeten anders boeren. Het kan zo weer misgaan, en dan gaat het gruwelijk fout. Ik boer nu natuurinclusief, dat is een vorm van duurzame landbouw. Kijk maar eens naar de documentaire Kiss the ground op Netflix. De oplossing voor al onze problemen – met stikstof, fosfaat, CO2, alle ellende – zit onder onze voeten. We moeten terug naar een gezond bodemleven, vol micro-organismen. Jarenlang is de Nederlandse grond verpest met kunstmest, dankzij subsidies van de overheid. Nu kunnen we op slechte grond alles verbouwen en nergens is het voedsel zo goedkoop als hier. Boeren worden constant aangezet tot méér: door banken die leningen verstrekken voor uitbreidingsplannen, door voerfabrieken, door subsidies. De veehouderij is een moderne vorm van slavernij geworden, met de boer als slaaf. Als je ziet hoeveel kapitaal en arbeidsuren hij moet investeren om tot een beetje rendement te komen… Daar zou elke andere ondernemer van zeggen: koekoek. De regering stimuleert nog steeds de verkeerde: de intensieve landbouwbedrijven. Die komen het beste uit elke test van de overheid. Ik werk natuurinclusief, circulair, zelfvoorzienend, met exclusieve veeteelt (waarbij de hoeveelheid dieren in directe relatie staat tot de hoeveelheid grond, red.). Maar als mijn bedrijf getoetst wordt, kom ik slecht uit de bus. Waarom? Om woest van te worden. Hierover heb ik het niet echt met collega’s. In de sector ben ik een buitenbeentje. Droom maar lekker verder, denken ze. Toch neemt de belangstelling toe, merk ik. Bij banken, bij boeren die bij me komen informeren. De algemene opinie wordt steeds groener, dus die kant gaan we op. Maar het duurt zo lang. Als ik wil vernieuwen en om geld vraag, kan dat niet. Alles wordt gestimuleerd, behalve de boeren die richting kringlooplandbouw gaan, terwijl dat juist is wat wordt gepredikt. Zo ben ik bezig met biodoversiteit: ik probeer de weidevogels weer terug te krijgen door het aanleggen van akkerranden. Lokaal is de kracht van de toekomst. Kijk nou eens voor de gein waar de producten uit je koelkast vandaan komen. Nederland? Of België, Frankrijk, of nog verder weg? En hoe komt dat nou? In de supermarkt ligt de kiloknaller naast het vlees van mijn boerderij. De balans is zoek. Er moet een eerlijk verdienmodel komen voor boeren als ik, liefst zonder subsidies. Alles heeft te maken met balans.’

Annechien ten Have-Mellema
Tweesterrenvarkenshouderij in Beerta (Groningen)
‘Eerst had je de varkenspest, daarna de MKZ-crisis. Als varkenshouder werd ik geconfronteerd met maatschappelijke kritiek. Boeren moesten goed voor hun dieren zorgen, kreeg ik te horen. Dat hield me bezig. Ik begon me af te vragen welke stappen ik kon zetten om het welzijn van de dieren te verbeteren. Het was het begin van een zoektocht. Samen met de Dierenbescherming begon ik in 2001 met experimenteren. In Raalte bouwden we in 2006 een zogeheten Comfort Class-stal, met meer plek voor de varkens om te liggen, genoeg ruimte om te spelen, dat soort dingen. Er is best wat mogelijk, realiseerde ik me. En er kon meer, maar daarvoor was geld nodig.'

Annechien ten Have

Annechien ten Have

© ICU Documentaries

Ten Have-Mellema: 'Ik ging zoeken naar een onderscheidend marktconcept. Voormalig managers uit de supermarktwereld stelden me de vraag waarom mensen vlees kochten. Om te eten, antwoordde ik. Jawel, maar het moest ook lekker zijn, reageerden ze. Weet je, boeren praten nooit over lekker. Wij hebben het over kilo’s en andere technische zaken. Maar hoe wordt vlees lekker? Een jaar later stuitte ik op Rob van Haren, die nu aan de Hanzehogeschool in Groningen doceert (als lector Transitie circulaire bio-economie, red. ). Hij zocht een varkenshouder die zijn dieren lupine wilde voeren, een peulvrucht die effect heeft op smaak. We gingen testjes doen, met voer, met varkensrassen die we zelf fokten. Toen we tevreden waren, brachten we ons vlees naar een slager in Rotterdam. Die zei: “Ik zoek al jaren naar zulk varkensvlees. Nu wordt het me in de schoot geworpen.” Op dat moment was ik er al vijftien jaar mee bezig.

De volgende stap was het vinden van een supermarkt die ons vlees in de schappen wilde leggen. Ik heb een proefproject gedaan met zes ketens. Die wilden varkensvlees met twee sterren van het Beter Leven-keurmerk en daar kon ik aan voldoen. Toch is op een gegeven moment dat project op pauze gezet. Kort nadat we het slechte nieuws hadden gekregen, ontvingen we in 2019 bezoek van het programma Onze boerderij , met Yvon Jaspers. We hadden jarenlang voor veel geld verbouwd: eerst vrijloopkraamhokken voor zwangere zeugen en hun biggen en daarna een Dartelstal voor scharrelvarkens, met meer ruimte, stro en een buitenuitloop. Het was heel lastig geweest om financiering te krijgen. Op een gegeven moment had de bank zelfs gezegd dat ik maar eens moest ophouden met dromen. Ik droom niet, zei ik. Ik wist precies wat ik wilde: lekker vlees in de supermarkt, afkomstig van varkens die een goed leven hadden gehad. Hoe dan ook, we stonden met lege handen. Na die tv-uitzending stak Albert Heijn echter zijn nek uit voor ons. Bij wijze van proef legden ze in 60 vestigingen ons vlees in de winkel. Hamletz-vlees heet het, met twee Beter Leven-sterren. We zijn de enige varkenshouderij met tweesterrenvlees van Nederland. Door Onze boerderij was er veel aandacht voor. Er kwamen andere vestigingen bij, en nieuwe ondernemers. Op dit moment liggen we in 378 supermarkten van Albert Heijn. Tel daar circa 100 winkels van DekaMarkt bij op, waar we ook broodbeleg gaan aanbieden. Ons bedrijf is nog steeds in transitie, maar het begint wat te worden zo.
De les die ik geleerd heb, is dat het lang duurt. Het is veel moeilijker geweest dan ik dacht en ik weet niet of ik het opnieuw zou doen. Voor een boer alleen is het ingewikkeld. Je hebt een volledige keten nodig als je aan een supermarkt wil verkopen.

Om nieuwe dingen van de grond te tillen moet je geluk hebben, de juiste mensen tegenkomen en de mogelijkheid krijgen om te investeren. Anders sta je daar, met je goede gedrag, en je nieuwe vorm van landbouw waar de hele wereld zogenaamd om schreeuwt. Ik denk niet dat ik representatief ben voor de boeren in Nederland, al bespeur ik zeker interesse van collega’s in onze manier van werken. Het beeld van boze boeren komt voort uit de financieel lastige situatie waarmee veel agrariërs te maken hebben, denk ik. Ze zijn onzeker over wat de toekomst brengt en dat kan ik me heel goed voorstellen. Wat wij doen, is niet voor iedereen weggelegd. Dit is een niche. Er moet ook normale productie bestaan, waar een boer zijn boterham mee verdient. Daar moeten consumenten dus ook voor betalen. Nederlanders besteden een veel lager percentage van hun inkomen aan eten dan ze decennia geleden deden. Dat verander je niet zomaar. Maar zo lang als er gegeten wordt, hebben boeren een toekomst. Ook in Nederland. Niet voor alle boeren, maar voor een gedeelte wel. Het lastige aan transitie is dat iedereen verantwoordelijk is: de overheid, consumenten, supermarkten, tussenpersonen. Nooit heb ik gedacht: ik stop ermee. Ik heb er ook veel lol in, hè.’

De boerenrepubliek, vanavond om 20.30 op NPO 2 

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!