WHO-expert bezorgd over geruststellend WHO-rapport over glyfosaat
01-06-2016
•
leestijd 5 minuten
•
91 keer bekeken
•
WHO-expert professor Christopher Portier is zeer verontrust over het geruststellende oordeel van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) over de risico’s van glyfosaat dat onlangs is verschenen. Hoogleraar Portier is bezorgd over het feit/ omdat het onkruidmiddel nu ten onrechte als veilig beschouwd wordt als mensen het in lagere concentraties binnenkrijgen via voedsel. Er zijn mogelijk onderzoeken over het hoofd gezien. Dat laat de hoogleraar toxicogenomics desgevraagd weten aan het televisieprogramma Zembla. Professor Portier is een van de WHO-experts die vorig jaar concludeerden dat het veel gebruikte glyfosaat waarschijnlijk kankerverwekkend is.
Glyfosaat is het meest gebruikte onkruidbestrijdingsmiddel ter wereld. Ook in Nederland wordt het massaal over de akkers, straten en tuinen gesproeid. Onder het grote publiek staat het vooral bekend als Roundup van producent Monsanto, die tot 2000 het patent had op het middel.
Verschillende urineonderzoeken tonen aan dat mensen ongemerkt via de voedselketen glyfosaat binnenkrijgen. De Core Assessment Group on Pesticide Residues (JMPR) van de Wereldgezondheidsorganisatie heeft in mei geconcludeerd dat het onwaarschijnlijk is dat hierdoor kanker zal ontstaan. De concentraties glyfosaat die we binnenkrijgen zijn
relatief laag
.
Maar hoogleraar Portier vreest dat de JMPR-commissie glyfosaat ten onrechte als veilig beschouwt bij lagere concentraties. Hij wijst onder meer op een muizenstudie. Dit onderzoek toont aan dat muizen na het toedienen van lage doseringen glyfosaat, al een hoger risico lopen op het ontstaan van kanker. De resultaten uit deze studie lijken genegeerd te zijn door de JMPR-commissie.
De eerdere conclusie van Portier en de andere kankerexperts van de WHO dat glyfosaat waarschijnlijk kankerverwekkend is, heeft veel stof doen opwaaien. Het staat haaks op het oordeel van de producenten én de Europese instanties.
In februari heeft ZEMBLA INTERNATIONAAL een Duitse reportage van de WDR uitgezonden over de ontstane controverse: ‘
Glyfosaat, omstreden gif
’. Hierin is te zien hoe hoogleraar Portier tijdens een hoorzitting in de Duitse Bondsdag fel uithaalt naar de Europese instanties zoals het Duitse BFR en voedselveiligheidswaakhond EFSA. Volgens professor Portier leggen zij ten onrechte belangrijke onderzoeksresultaten naast zich neer.
Portier is bezorgd dat nu ook de Core Assessment Group on Pesticide Residues (
JMPR
) van de Wereldgezondheidsorganisatie onderzoeken over het hoofd ziet. Maar volgens JMPR is er een overweldigende hoeveelheid onderzoeken uitgevoerd bij zoogdieren waaruit blijkt dat de hoeveelheid glyfosaat die we via voeding binnenkrijgen, geen kankerverwekkend effect heeft. Volgens JMPR is bij studies op ratten niet gebleken dat het binnenkrijgen van glyfosaat kankerverwekkend is. En heeft alleen onderzoek op muizen niet helemaal kunnen uitsluiten dat glyfosaat bij hele hoge doseringen kanker zou kunnen veroorzaken.
Volgens professor Portier is de redenering van de JMPR-commissie te beperkt. Hij wijst erop dat uit rattenstudies wél is gebleken dat er goedaardige tumoren ontstaan na het binnenkrijgen van het bestrijdingsmiddel via voeding. “
Dat is officieel geen kanker, maar dat is geen wenselijk effect als het optreedt bij mensen.
” De hoogleraar verwijst ook naar een onderzoek op muizen. Hieruit blijkt dat bij het toedienen van glyfosaat in lage doseringen, een lineair effect optreedt en de kans op kanker met 2% toeneemt. Volgens Portier is bij innameniveaus van glyfosaat van 1000 mg/kg/dag al een positieve respons van kanker bij muizen gevonden. Hij begrijpt niet waarom de JMPR-commissie deze conclusies negeert. Hij is bezorgd dat het onkruidmiddel nu ten onrechte als veilig beschouwd wordt als mensen het in lagere concentraties binnenkrijgen via voedsel.
Momenteel wordt in Brussel naarstig overleg gevoerd of de licentie voor glyfosaat in Europa verlengd wordt. Europa moet uiterlijk 1 juli een besluit nemen. Dan verloopt de vergunning voor het gebruik van het populaire bestrijdingsmiddel. Door de tegenstrijdige meningen over het gevaar tussen de kankerexperts van de WHO en de beoordelende instanties is een fel debat losgebarsten. De Europese beslissing voor verlenging moest vorige maand zelfs uitgesteld worden omdat de Europese commissie en het Europese parlement het niets eens zijn over de voorwaarden en termijn voor de verlenging.
Het laatste en geruststellende WHO-oordeel over glyfosaat, verscheen daags voor een belangrijk Europees overleg in mei over de licentie van glyfosaat. Het Europese parlementslid Bart Staes van de Groenen, die het liefst alle onkruidbestrijders wil verbieden, noemt het rapport door de timing een schaamteloze poging om het EU-besluit te beïnvloeden. Maar volgens de WHO is het toeval dat het rapport daags voor het Europese overleg verscheen en stond het al maanden op de agenda.
De Engelse krant ‘
The Guardian
’ onthulde onlangs dat 2 experts uit de JMPR-commissie, nauwe banden hebben met glyfosaat-producenten.
De twee wetenschappers zijn verbonden aan het
ILSI-instituut
.
In de top van deze gezamenlijke denktank van wetenschappers en het bedrijfsleven, zijn zowel wetenschapers als medewerkers van glyfosaatproducenten Monsanto en Syngenta vertegenwoordigd. Een Amerikaanse non-profit instelling heeft de hand weten te leggen op documenten waaruit blijkt dat ILSI 1 miljoen dollar heeft gekregen van glyfosaatproducenten in 2012. De WHO wijst erop dat betrokken wetenschappers zelf niet betaald worden voor werkzaamheden door ILSI. ILSI is volgens de WHO een onafhankelijke denktank, waar zowel het bedrijfsleven als overheden financieel aan bijdragen.
Glyfosaat in bier en urine
Onlangs lieten 48 Europarlementariërs hun urine testen op de aanwezigheid van glyfosaat, op initiatief van de Groenen. Bij alle 48 is glyfosaat aangetroffen, met een gemiddelde concentratie van 1,7 microgram glyfosaat per liter. Drinkwaterbedrijven hanteren een norm van 0,1 microgram glyfosaat per liter. Als de concentraties glyfosaat hoger zijn, kan het niet meer gebruikt worden voor het drinkwater.
Eerder werden door het
Duitse Umwelt Institut
in 14 verschillende Duitse biermerken concentraties glyfosaat aangetroffen tussen de 0,46 microgram per liter en 29,74 microgram per liter. De onderzoekers denken dat het in het bier terecht is gekomen via het graan. Volgens een woordvoerder van de Duitse voedselautoriteit zijn de gevonden concentraties ongevaarlijk: “Om een mogelijk gevaarlijke hoeveelheid glyfosaat binnen te krijgen moet een volwassene ongeveer 1000 liter bier per dag drinken.”
Bij een Europees urineonderzoek in 2013 werd ook bij Nederlanders glyfosaat aangetroffen. In 5 van de 8 Nederlandse urinemonsters kwam het onkruidmiddel voor in concentraties boven de drinkwaternorm van tussen 0,15 microgram per liter en 1,02 microgram per liter.
De Nederlandse waterbedrijven hebben meerdere malen alarm geslagen over de concentraties glyfosaat die in het rivierwater en oppervlaktewater gemeten worden. In de afgelopen 5 jaar overschrijdt het de norm in drinkwaterbronnen meer dan 100 keer. In 2011 eist de Tweede Kamer maatregelen en komt met een motie. Na veel uitstel komt de regering met een verbod van glyfosaat op bestrating, omdat dit makkelijk het oppervlaktewater in spoelt. Het zou per 1 maart ingaan, maar door juridische hindernissen heeft staatssecretaris Dijksma het verbod uitgesteld tot nadere orde. Voor een verbod in de landbouw is geen Kamermeerderheid gehaald in de Tweede Kamer. Dus ook het gebruik van het onkruidgif op de akkers blijft voorlopig toegestaan.