Logo Zembla
Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek

Waarom groeit de geitensector zo snel?

28-09-2016
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
299 keer bekeken
  •  
Q-koorts epidemie
Terwijl ruim tweeduizend Q-koorts patiënten nog dagelijks worstelen met de gevolgen van hun besmetting tijdens de Q-koortsepidemie, blijft de geitensector groeien. En dat terwijl juist die groei achteraf wordt gezien als een van de oorzaken van het ontstaan van de epidemie. Waarom groeit de geitensector zo snel? En wat zijn de risico’s voor de volksgezondheid?
Hoge melkprijs
De Q-koorts epidemie van 2007-2010 heeft maar voor korte duur een negatieve invloed gehad op de groei van de geitensector. Het aantal melkgeiten groeide van 98 duizend in het jaar 2000 naar 328 duizend in 2015. Inmiddels krijgen geitenhouders een historisch hoge prijs voor hun melk. In 2010 had het gemiddelde geitenbedrijf zo’n 430 melkgeiten, die elk 700 tot 800 liter melk per jaar gaven voor een prijs van ruim 37 euro per 100 kilo. De totale productie bedroeg 185 miljoen kilo. Anno 2015 is het aantal geiten per bedrijf gegroeid naar 600 geiten met een gemiddelde productie van 1.100 kilo en bedroeg de melkprijs 69 euro per 100 kilo, een groei van 85 %. De totale melkproductie is nu zo’n 260 miljoen kilo.
Einde nog niet in zicht
Sinds 2010 is de geitenmelkproductie met gemiddeld negen procent per jaar gestegen. En die stijging zet volgens ABN Amro door. De bank verwacht ook de komende jaren nog een toename van vijf à tien procent per jaar. Tegelijkertijd daalde het aantal geitenmelkbedrijven. Geiten zijn ook steeds meer melk gaan geven. Gemiddeld ligt de productie in Nederland nu op 900 kilogram per geit per jaar. Maar een geit op een professioneel bedrijf produceert al meer dan 1.100 kilogram melk per jaar. En bedrijven die 1.300 kilogram per geit produceren zijn geen uitzondering meer. Ter vergelijking: Frankrijk produceert gemiddeld 550 kilo per geit en in Griekenland ligt de productie op 120 kilo per geit per jaar.
Nieuwe markten en producten
Boerdrij Business - Vijf redenen waarom het goed gaat in de melkgeiten
Er zijn meer redenen waarom het goed gaat met de geitenmarkt. ) Ten eerste groeit de wereldvraag terwijl de productie in de rest van Europa afneemt. Verder telt Nederland relatief veel bedrijven die geitenmelk verwerken. Daardoor is de concurrentie groot en hebben deze bedrijven veel geïnvesteerd in nieuwe producten, om zo de melk die zij aankopen meer waarde te geven. Denk bijvoorbeeld aan bijzondere kaasjes, yoghurt, chocolade, ijs en zeep op basis van geitenmelk. Ook zijn er nieuwe markten aangeboord met de productie van melkpoeder en kindervoeding. In de VS en de EU is geitenmelk inmiddels toegestaan als babyvoeding. Maar vooral Aziatische baby’s drinken steeds meer Nederlandse geitenmelk.
Geen nieuwkomers maar uitbreidingen
De Boerderij - Geitenzuivel lokt maar zit al vol
Veel boeren die melkkoeien houden, staan te trappelen om over te stappen naar melkgeiten. Zij beuren namelijk maar 25 cent per kilo, terwijl een geitenhouder zo’n 69 cent per kilo vangt. Maar de sector is bang dat de hoge prijzen onder druk komen te staan en zit niet te wachten op nieuwkomers, signaleert vakblad De Boerderij. De grootste afnemer van geitenmelk heeft een ledenstop ingesteld. De groei in de sector komt dan ook vooral van bestaande geitenhouders die willen uitbreiden. Brabant en Gelderland zijn de provincies met de meeste geiten. En hier zijn ook de meeste uitbreidingsplannen. Volgens cijfers van landbouw adviesbureau CLM telt Brabant nu 97.500 melkgeiten, maar er zijn vergunningen afgegeven voor 177.500 melkgeiten. Gelderland telt 79.000 geiten, terwijl er vergunningen liggen voor 126.000.
Verzet tegen uitbreiding
Omroep Gelderland - Megastal voor 5.100 geiten veroorzaakt onrust in Rossum
De uitbreidingsplannen roepen bij omwonenden heftige emoties op, vooral als ze in het verleden besmet zijn geraakt met Q-koorts. Zo zorgen plannen voor een megastal voor 5.100 geiten in Rossum voor veel onrust onder buurtbewoners. In Beemte Broekland, nabij Apeldoorn, wordt gevreesd voor de komst van 400 geiten. En vlakbij Helmond wordt gevreesd voor de komst van een nieuwe stal voor 2700 geiten van een geitenhouder die iets verderop al actief is.
Gezondheidsrisico’s
Om een nieuwe Q-koortsuitbraak te voorkomen moeten alle geitenhouders sinds 2010 hun geiten ieder jaar verplicht inenten. Ook publieke bedrijven zoals kinderboerderijen zijn verplicht om alle geiten en schappen in te enten. Daarbij hebben dierhouders de plicht te melden als er verschijnselen van Q-koorts op hun bedrijf zijn. Sinds de uitbraak is het aantal nieuwe gevallen van Q-koorts drastisch gedaald.
Meer geiten is meer bacteriën is meer risico
Toch vrezen omwonenden nog regelmatig voor een nieuwe uitbraak van Q-koorts. Of die vrees terecht is, is moeilijk met zekerheid te zeggen. Vast staat dat de bacterie die de Q-koorts veroorzaakt nog niet verdwenen is. En critici waarschuwen dat meer geiten automatisch leidt tot meer bacteriën en dus een groter risico op ziekten. Ook voormalig RIVM-directeur Roel Coutinho legt dit verband. Hij wijst daarbij wel op de combinatie tussen het aantal dieren en de hoeveelheid mensen: “In feite is het natuurlijk zo dat als mensen en dieren dichter op elkaar leven, je een hoger risico hebt. Daar is natuurlijk weinig twijfel over. Brabant is een gebied waar én heel veel geiten zitten én ontzettend veel mensen die heel dicht bij die boerderijen zitten. Dus ja, dat is mede de reden dat wij dit grote probleem hebben gehad.”
Kans op herhaling uiterst klein
Jaap van Dissel, directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding bij het RIVM, denkt dat de maatregelen die nu getroffen zijn afdoende zijn. Van Dissel: “Het aantal gevallen van Q-koorts is weer terug op het niveau van voor de uitbraak. De kans dat het weer misgaat is uiterst klein. Als we van die twintig gevallen ook nog naar twee terug willen, moet je er zoveel energie insteken, dat je je kunt afvragen of we die energie niet beter in een andere infectieziekte kunnen steken. We hebben alle maatregelen getroffen die nodig waren. Ik zie geen reden voor extra maatregelen.”
Wetenschappelijk onderzoek leidt tot discussie
RIVM - Veehouderij heeft effect op longfunctie omwonenden
Wetenschappelijke rapporten leiden vooralsnog vooral tot discussie over de risico’s van een nieuwe uitbraak. Uit onderzoek naar de gevolgen van veehouderijen voor de gezondheid van omwonenden blijkt onder andere dat er sprake is van verminderde longfunctie bij mensen die binnen een kilometer van een veehouderij wonen. Daarbij vonden onderzoekers meer longontstekingen in het onderzoeksgebied dan in de rest van het land, een verschil dat na de Q-koorts-epidemie wel kleiner is geworden. Tegelijk bleek uit het onderzoek dat mensen die dichtbij een besmet bedrijf wonen vaker antistoffen tegen de Q-koortsbacterie hebben. Maar de onderzoekers schrijven ook: “Er kan niet worden uitgesloten dat specifieke ziekteverwekkers afkomstig van pluimvee een deel van de longontsteking veroorzaken. Het is niet uit te sluiten dat andere soorten veehouderijen ook bijdragen aan de verhoogde kans op longontsteking in verschillende landelijke gebieden.”
De q-koorts epidemie - het vervolg
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.