Prijs voor aanpak kinderporno op internet

Het gaat om het idee dat ondernemers die commerciële pornosites op internet aanbieden, door omkering van de bewijslast zelf zouden moeten aantonen dat de personen op foto’s, filmpjes en achter een sekswebcam 18 jaar of ouder zijn. Zij zouden zich dan dus niet kunnen beroepen op onwetendheid. Tot nog toe was de bewijslast omgekeerd.

In ZEMBLA ' Sekstoerisme, het vervolg ' van oktober 2008 vertelde Booij al over zijn plannen om uitbaters van sekssites te laten aantonen welke leeftijd meisjes hebben waarmee wordt gewerkt. In deze uitzending wordt de vraag opgeroepen in hoeverre Nederland serieus werk maakt van de bestrijding van kinderporno en sekstoerisme.

Het korps krijgt een prijs van 35.000 euro. Booij is blij en vindt de prijs terecht. "Van jury heb ik begrepen dat het een unanieme beslissing was."

Met de prijs wordt hij vooral geloofd om de manier waarop hij de problematiek rondom kinderporno op internet op de politieke agenda heeft weten te zetten. Booij ontdekte dat er maar weinig geregeld is voor de controle op porno op internet.

Walgelijk
Booij vindt niets zo walgelijk als kinderporno. Hij kwam voor zijn onderzoek  soms internetsites tegen waarop jonge- maar ook oudere kinderen te zien waren. "Bij kinderen tot 14 jaar lukt het vaak goed om de leeftijd vast te stellen op basis van uiterlijke kernmerken, maar voor kinderen tussen 14 en 18 jaar wordt het lastiger", aldus Booij.

Vanaf 2005 is hij bezig met dit onderwerp en in 2006 ging hij er actief mee de boer op. Hij ging op zoek naar wetgeving over pornosites, maar merkte dat er niets was geregeld. Een exploitant van een pornosite hoeft niets te registreren. Hij stelde daarom voor om dezelfde regels die gelden voor seksclubs en prostitutie ook gelden voor internetsites. "Laat hen maar aantonen wie er op de foto’s staan of voor de webcam hun ‘werk’ doen."

Booij werkte het idee verder uit en ging ermee naar de Tweede kamer. SP'er Gerkens en PvdA'er Arib brachten het plan in de Kamer, waar het met algemene stemmen werd aangenomen. Vandaag wordt in de Kamer gesproken of het tot wetgeving komt.