Naast de zorg over een mogelijke nieuwe uitbraak van Q-koorts is er nog een ander probleem waar de geitenhouderij in Nederland mee kampt: een teveel aan bokjes. Geiten geven pas melk nadat er een lammetje is geboren. De helft van die lammetjes zijn bokjes en daarmee zit de sector flink in zijn maag. Een klein deel wordt ingezet voor de fokkerij, maar het merendeel is overbodig. Daarnaast worden ook te veel vrouwelijke lammeren geboren. In totaal produceert de geitenhouderij jaarlijks meer dan 150.000 overtollige lammeren. Het is een van de grootste problemen waar de bedrijfstak mee kampt, aldus onderzoekers van de Wageningen Universiteit in het rapport Vooruit met de geit.
Euthanaseren
Op dit moment worden overtollige lammeren in vijf tot zes weken afgemest en daarna geslacht. Nederlanders eten nauwelijks geitenbokjes, dus worden de vetgemeste bokjes na de slacht geëxporteerd naar Zuid-Europa. Maar het is allemaal niet kostendekkend. Een deel van de geitenhouders kiest er daarom voor om de overtollige lammeren na geboorte te euthanaseren. Om hoeveel lammeren het gaat is niet bekend, want geëuthanaseerde lammeren worden niet geregistreerd. Schattingen lopen uiteen van enkele duizenden tot enkele tienduizenden per jaar. Om het aantal overtollige lammeren te verminderen, zijn steeds meer geitenhouders gaan duurmelken: geiten meerdere jaren doormelken zonder tussenkomst van de geboorte van lammetjes.