Onnodig veel zieken door Q-koorts

Minister Klink van VWS zei in mei 2008 dat hij vooralsnog geen aanleiding ziet ‘om te spreken van grote risico’s voor de volksgezondheid’. Hoofd infectiebestrijding GGD Hart voor Brabant J. van de Sande hierover in ZEMBLA: ‘Dan is hij niet goed geïnformeerd geweest, het was toen heel duidelijk dat de epidemie veel forser was dan in 2007. Als de bestrijding snel, fors ter hand was genomen, dan waren er zeker veel minder mensen ziek geworden. ’

'Ontoelaatbaar'
Hoogleraar medische microbiologie en adviseur van de Gezondheidsraad J. Degener kreeg inzage in het interne rapport van de GGD over de Q-koorts epidemie en vindt het ontoelaatbaar dat de besmettingsbronnen niet onmiddellijk door het ministerie van Landbouw bekend zijn gemaakt en zijn uitgeschakeld. Degener: ‘ Voor een medicus is dit natuurlijk niet acceptabel, dat je de bevolking op deze manier blootstelt aan ziekteverwekkers. ’

Arts-microbioloog K. Verduin vindt dat minister Klink de belangen van de burgers niet genoeg heeft gediend. Volgens hem heeft Klink ‘ te weinig en te laat ’ wat aan de uitbraak van de Q koorts gedaan. Verduin: ‘ Ik denk dat minister Klink klem zit omdat hij ook met Landbouw te maken heeft. Het lijkt erop dat er niet met de vuist op tafel geslagen is. ’ Verduin ziet een groot verschil met de aanpak van de Mexicaanse griep. ‘ Daarbij wordt wel gezegd: we moeten maatregelen nemen. Maar hier wordt steeds gezegd: we wachten nog even. We gaan onderzoek doen. Maar ja, we hebben geen tijd, we zitten middenin een epidemie. Dan ga je toch eerst de epidemie aanpakken? ’

Privacy van boeren
De communicatie tussen de infectiebestrijders en landbouwautoriteiten verloopt zeer stroef, zo blijkt onder meer uit correspondentie tussen de Voedsel en Warenautoriteit en de GGD. De GGD moet vaak maanden wachten op informatie over mogelijke besmettingsbronnen en mag niet weten welke bedrijven besmet zijn. En de Voedsel en Warenautoriteit weigert regelmatig om bij bedrijven onderzoek te doen, zegt GGD-arts Ter Schegget in ZEMBLA. Ter Schegget: ‘ Ik kon op dat moment mijn werk niet goed doen. Wij willen graag informatie hebben, zodat we zo effectief mogelijk kunnen handelen. ’ Ter Schegget meent dat de privacy van de boeren op dat moment zwaarder woog dan de volksgezondheid.

Uit interne rapporten van de GGD en vertrouwelijke brieven en ambtelijke gespreksverslagen blijkt dat het ministerie van Landbouw ervoor koos om de burgers niet actief te informeren over de Q koorts epidemie.

Arts-microbioloog Verduin hierover in ZEMBLA: ‘ Op de een of andere manier is het heel belangrijk voor Landbouw om dat geheim te houden, en ik vind dat onbegrijpelijk, dat het zo gebeurt. ’