De gisteren ingediende motie van Tweede Kamerleden Liesbeth van Tongeren (groenlinks) en medeondertekenaar Yasemin Cegerek (PvdA) is door de Kamer aangenomen.
De motie constateert dat er nog geen criteria op EU-niveau zijn voor regulering van hormoonverstorende stoffen, ondanks de wettelijke verplichting die de Europese Commissie daartoe heeft en dat in de ons omringende landen diverse overheden wel diverse voorzorgsmaatregelen nemen om hormoonverstorende stoffen te vervangen en te verbieden.
Nederland loopt achter
In de motie verzoeken de indieners dat de regering zich nadrukkelijk inzet op Europees niveau om zo snel mogelijk tot criteria te komen om hormoonverstorende stoffen te kunnen verbieden, te onderzoeken welke stappen op nationaal niveau kunnen worden gezet gezien het voorbeeld in de omringende landen en op nationaal niveau zo snel mogelijk goede voorlichting te geven aan kwetsbare groepen, waaronder zwangere vrouwen, die voorgelicht moeten worden over de risico's van deze stoffen.
De motie van Esther Ouwehand (PvdD) waarin zij de regering verzoekt zich in Brussel te verzetten tegen de route van de impact assessment en aan te dringen op snelle publicatie van de afgesproken criteria om hormoonverstorende stoffen uit te faseren, is verworpen. Wel werd aangenomen de motie waarin de regering gevraagd wordt een conceptrapport boven water te krijgen waarin het Europese departement van Milieu in 2013 reeds een aantal criteria heeft opgesteld voor hormoonverstorende stoffen. De Guardian had daar eerder melding van gemaakt. Op basis van dit rapport zouden 31 soorten gewasbeschermingsmiddelen verboden moeten worden.