Kinderhartafdelingen moeten sluiten

-

De kinderhartafdelingen in Utrecht, Nijmegen en Amsterdam moeten sluiten, adviseert de commissie Lie, die vandaag haar rapport aan minister van Volksgezondheid Klink aanbiedt. Dat hebben bronnen rondom de commissie tegenover ZEMBLA verklaard. In april wist ZEMBLA al naar aanleiding van de uitzending 'Operatie stilzwijgen' te melden dat de commissie zou adviseren om de kinderhartchirurgie in Nijmegen te sluiten mede vanwege het hoge sterftecijfer op die afdeling. Hierop besloot het ziekenhuis in Nijmegen, het UMC St. Radboud, een samenwerkingsverband met het UMC Utrecht aan te gaan. Maar uit het nog niet openbare rapport blijkt nu ook dat de kinderhartafdeling in Utrecht zal moeten stoppen.  Amsterdam, dat een samenwerkingsverband heeft met Leiden, zal ook haar deuren moeten sluiten. Minder kinderhartcentra De Commissie Lie, vernoemd naar de voorzitter emeritus hoogleraar cardiologie K. Lie, heeft vorig jaar de 5 kinderhartcentra in Nederland onderzocht in opdracht van minister Klink. Het idee was het aantal kinderhartcentra in Nederland terug te brengen om de expertise te bundelen. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat er een relatie bestaat tussen het aantal patiënten dat een ziekenhuis jaarlijks opereert en de kindersterfte. Als een centrum te weinig operaties doet zal dit betekenen dat er meer kinderen overlijden. Het rapport genaamd “Concentratie van congenitale hartchirurgie en catheterinterventies” bevat 11 aanbevelingen. De commissie wil onder andere dat de centra die wel mogen blijven voortbestaan gaan samenwerken en centraal de complicaties en sterftecijfers bijhouden. De discussie over het terugbrengen van het aantal kinderhartcentra speelt al meer dan 20 jaar, maar niet eerder is het een kabinet gelukt om het daadwerkelijk uit te voeren. Bronnen rondom de Commissie Lie verwachten dat minister Klink de adviezen overneemt. Er zullen dan drie centra overblijven waar kinderen met aangeboren hartafwijkingen geopereerd kunnen worden: LUMC Leiden, Erasmus MC Rotterdam en UMC Groningen.