Logo Zembla
Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek

Kamervragen (2009) over affakkelen van gas in Nigeria

15-06-2010
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
kamervragen-2009-over-affakkelen-van-gas-in-nigeria
Vragen van de leden Gesthuizen en Van Bommel (beiden SP) aan de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Buitenlandse Zaken over het affakkelen van gas in Nigeria. (Ingezonden 14 januari 2009)
en
Antwoord van staatssecretaris Heemskerk (Economische Zaken) en minister Verhagen (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister president, minister van Algemene Zaken (ontvangen 5 februari 2009)

1. Bent u bekend met de milieu- en gezondheidsproblemen die ontstaan door het affakkelen van gas in Nigeria? Wat is uw mening hierover? 1)
   

2. Deelt u de mening, dat aan de olieproductie in Nigeria grote nadelen voor milieu en economie kleven, zolang het bij de olieproductie vrijkomende gas wordt afgefakkeld in plaats van nuttig gebruikt?

Antwoorden op de vragen 1 en 2.

Wij achten het van belang dat er zo spoedig mogelijk een einde komt aan het affakkelen van gas in Nigeria. Het installeren van de daartoe noodzakelijke infrastructuur is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van zowel de oliemaatschappijen als de Nigeriaanse overheid, gelet ook op de grote overheidsbelangen in de oliemaatschappijen. Ter bevordering van nuttig gebruik van het vrijkomende gas op de binnenlandse markt heeft de Nigeriaanse overheid een National Gas Master Plan gepresenteerd.


   3. Wat is uw mening over het feit dat de Nigeriaanse overheid op 1 januari 2009 haar deadline heeft laten verstrijken om te stoppen met het affakkelen van gas, nadat dat eerder voor de deadline van 1 januari 2008 gebeurde?

Antwoord op vraag 3.

De infrastructuur ontbreekt om het gas (bijproduct van de olieproductie) af te voeren en het stopzetten van de productie van olie wordt economisch als niet verantwoord gezien. Door de veiligheidscrisis in de Niger Delta en de inzakkende olieprijs zijn de Nigeriaanse inkomsten sterk gedaald en staat de economie onder grote druk. Deze gewijzigde economische situatie maakt het niet eenvoudig een oplossing te vinden. Wel is de regering bezig met nieuwe wetgeving rond het affakkelen, waarbij – in aanvulling op de huidige wetgeving die boetes oplegt als het affakkelen een bepaalde omvang bereikt – oliemaatschappijen nu een boete zullen moeten betalen van 3,50 dollar per 1000 kubieke meter gas. Dit geeft aan dat de Nigeriaanse overheid het beëindigen van het affakkelen van gas nog steeds op de agenda heeft staan.


   4. Deelt u de mening dat het affakkelen van gas door Shell, als operator van de grootste joint venture voor olieproductie in Nigeria, een smet op het blazoen van het bedrijf is voor wat betreft maatschappelijk verantwoord ondernemen?
   5. Welke waarde hecht u aan de interne doelstellingen van de Shell-groep om te stoppen met het affakkelen van gas, nu deze doelstellingen meerdere keren niet zijn nagekomen en worden opgeschoven? 2)
   6. Is het mogelijk Shell het predicaat 'koninklijk' te ontnemen zolang zij niet stoppen met het affakkelen van gas? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoorden op de vragen 4 t/m 6.

Het ontnemen van het predikaat «koninklijk» van Shell is niet aan de orde. De Niger Delta is een regio met een zeer precaire veiligheidssituatie, waarin verschillende groepen om de macht en rijkdom vechten en hierbij geweld en sabotage niet schuwen. Daarnaast is corruptie een groot probleem. In deze instabiele regio heeft de Nigeriaanse overheid het primaat op veiligheidszaken en de naleving van wet- en regelgeving, óók waar het gaat om het milieu. Shell draagt op deze terreinen ook verantwoordelijkheid maar is tevens afhankelijk van en aangewezen op samenwerking met de Nigeriaanse overheid. Zo heeft de Nigerian National Petroleum Corporation het meerderheidsaandeel (55%) van de Shell Petroleum Development Company of Nigeria in handen en Shell heeft een minderheidsaandeel van 30%. Het is betreurensaardag dat het affakkelen van gas nog niet is beëindigd ondanks toezeggingen van zowel de Nigeriaanse overheid en Shell. Het brengen van orde en veiligheid in het gebied en het maken van transparante afspraken over de nog noodzakelijke investeringen en versnelde uitvoering daarvan is dan ook essentieel. De Nigeriaanse overheid speelt hierbij een doorslaggevende rol, niet in de laatste plaats omdat zij reeds toegezegde gelden voor het beëindigen van het affakkelen niet vrijgeeft. Het aanleggen van de benodigde infrastructuur is daarenboven geen eenvoudige zaak. Het vraagt omvangrijke investeringen, zowel financieel als in de tijd, in een geografisch wijdverbreid gebied. In de periode tot 2007 is hiermee echter wel grote vooruitgang geboekt en is circa 50% van het affakkelen beëindigd.

 

   7. Welke stappen heeft u tot nu toe ondernomen om het stoppen met het affakkelen van gas in Nigeria te bespoedigen?
   8. Bent u bereid in uw contacten met Shell, zowel als met de Nigeriaanse overheid, te eisen dat het deel van de olieproductie in Nigeria waarbij gas wordt afgefakkeld wordt stilgelegd zolang niet de juiste infrastructuur is gebouwd om het gas nuttig te gebruiken?
   9. Bent u bereid zich in te zetten om de huidige impasse rond het stoppen met het affakkelen van gas te doorbreken, bijvoorbeeld door in Europa te pleiten voor handelsmaatregelen tegen de Nigeriaanse overheid?

Antwoorden op de vragen 7 t/m 9.

De noodzaak een einde te maken aan het affakkelen is aan de orde gesteld in contacten met Shell. Daarnaast financiert de Nederlandse ambassade te Abuja een project dat onder meer beoogt meer bewustwording te creëren voor de problematiek van het affakkelen. Het onderbreken van de olieproductie in Nigeria is, gelet op de economische schade die daardoor zou ontstaan (olie is goed voor 80% van de inkomsten van de Nigeriaanse overheid), geen optie. Wel zijn wij bereid bij zowel Shell als de Nigeriaanse overheid het belang te blijven onderstrepen van een spoedige beëindiging van het affakkelen van gas. Nederland maakt zich hard voor afspraken over duurzame ontwikkeling. Dat gebeurt in internationaal verband, bijvoorbeeld in de OESO, WTO en VN. Binnen het EU-Afrika Energiepartnerschap dat in december 2006 is opgericht, zal ook aan de problematiek rondom het affakkelen van gas in Nigeria aandacht worden besteed. Het gezamenlijk komen tot internationale afspraken zien wij als de meest kansrijke weg om problemen rondom het beëindigen van het affakkelen van gas het hoofd te bieden. Het nemen van handelsmaatregelen tegen de Nigeriaanse overheid wordt derhalve niet overwogen.

1) www.guardian.co.uk/environment/video/2009/jan/06/george-monbiot-jeroen-van-de-veer
2) Vanaf 2002 gold een milieustandaard voor de gehele Shell-groep inclusief Nigeria. Eind 2007 moest een einde komen aan het affakkelen van gas. Het fakkelen in Nigeria ging door. In zijn maatschappelijk jaarverslag over 2006 kondigde Shell Nigeria aan dat het de olievelden zou sluiten waarvoor in 2009 geen zicht was om het gas te gaan gebruiken in plaats van af te fakkelen. De fakkels branden nog. Thans schrijft de Shell-groep dat het in 2009 ophoudt met gas affakkelen.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.