Interview Ignaas Devisch: ‘We worden alleen maar ongeruster’
09-12-2015
•
leestijd 3 minuten
•
85 keer bekeken
•
Met de toename van de mogelijkheden om zelf je gezondheid te controleren, neemt de ongerustheid bij veel mensen alleen maar toe, stelt Ignaas Devisch, hoogleraar ethiek en medische filosofie. Meer voorlichting en regulering zou kunnen helpen. ‘Waarom geen bijsluiter bij zo’n app?’
Ziek van gezondheid
Devisch, verbonden aan de Universiteit van Gent, verdiept zich al jaren in de gevolgen van de toenemende technologie van gezondheidsmetingen. In 2013 was hij samensteller van een boek met essays over medisch doe-het-zelven met als titel ‘Ziek van gezondheid’.
Ben ik wel gezond?
Volgens Devisch is het uitgangspunt ten aanzien van gezondheid de afgelopen jaren gekanteld. ‘Gezondheid is steeds minder een situatie die we vaststellen en steeds meer een doel dat we nastreven. Vroeger was je gezond zolang je niet ziek was. Maar nu stellen mensen de vraag: ben ik wel gezond? Misschien geven die apps ons de illusie dat we ons leven en onze gezondheid onder controle krijgen, zolang we maar genoeg gegevens opmeten. Maar de vraag is: word je gezondheid daar beter van of neemt je onrust toe?’
Ongezonder
Dat het geen kwaad kan je af te vragen of vet eten, roken, alcohol drinken en weinig bewegen wel goed zijn voor je gezondheid, zal Devisch niet ontkennen. ‘Natuurlijk moet je daar rekening mee houden, en er desnoods ook metingen naar verrichten. Maar hoe meer technologieën er beschikbaar komen, hoe meer we ook gaan meten. En het gekke is, hoe meer mensen meten, hoe ongezonder ze zich gaan voelen.’
Vat vol risico's
Het fenomeen van ‘total body screening’ is daar een goed voorbeeld van, vindt Devisch. ‘De uitkomst daarvan is namelijk nooit dat alles honderd procent goed is. Mensen doen het omdat ze gerustgesteld willen worden, maar de uitkomst geeft altijd aan dat op verschillende punten er een zeker risico is. Dat zijn meestal hele kleine risico’s, maar mensen hebben dan opeens het gevoel dat ze een vat vol risico’s zijn.’
Abnormaal
Veel apps en andere doe-het-zelf meetapparatuur werkt ook met gemiddelden, waardoor de gebruiker al snel denkt dat hij of zij ‘abnormaal’ is. ‘Als uit een test blijkt dat mijn risico twee keer zo hoog is als gemiddeld, dan schrik ik. Maar als ik weet dat het gemiddelde risico 0,25 procent is en mijn risico 0,5 procent, dan valt het eigenlijk wel mee.’
'Worried well'
Huisartsen en ziekenhuizen kampen al jaren met de zogenaamde ‘worried well’-groep, mensen die feitelijk gewoon gezond zijn, maar die zich steeds ongerust maken, omdat ze uit eigen testen het gevoel krijgen dat er iets mis is. Meer gebruik van medische apps en andere testapparaatjes leidt dus niet per se, zoals minister Schippers van volksgezondheid suggereert, tot minder kosten in de gezondheidszorg.
Keurmerk
Belangrijk is volgens Devisch dat burgers worden voorgelicht over hoe met apps gegenereerde gegevens moeten worden gewaardeerd. En het kan volgens hem ook geen kwaad om medische apps aan een soort keurmerk te laten voldoen. ‘Zodat je als consument weet of het maar een spelerijtje is, of echt serieuze meetapparatuur. Natuurlijk is het een internationale industrie, maar dat geldt voor medicijnen ook. En die onderwerpen we ook aan een strenge controle. En die krijgen een bijsluiter mee. Waarom zou je dat voor die apps niet ook kunnen doen?’