Bij problemen met een implantaat, zoals een pacemaker of kunstheup, lukt het nog niet patiënten via dit register op te sporen – terwijl dat juist de bedoeling ervan is. Het Landelijk Implantaten Register, dat sinds 2015 bestaat, werkt namelijk niet. De Tweede Kamer heeft deze week afgedwongen dat implantaten moeten worden voorzien van een uniforme identificatiecode. Artsen worden verplicht om gegevens over geplaatste implantaten op te nemen in hun patiëntendossiers en deze data ook door te geven aan het landelijk implantatenregister.
Plastisch chirurgen, gynaecologen, cardiologen en orthopeden hebben op dit moment allemaal eigen registraties van implantaten. In tegenstelling tot het Landelijk Implantaten Register, lukt het via deze losse registraties wél om patiënten op te sporen bij een calamiteit. Het is de bedoeling dat de vier registraties worden geïntegreerd in de landelijke registratie, maar dat loopt stroef, staat in een brief van de beroepsvereniging
Federatie Medisch Specialisten
aan de Tweede Kamer.
De belangrijkste reden is dat barcodes van implantaten niet gescand kunnen worden, maar handmatig overgezet moeten worden naar het landelijk register. Het komt voor dat medisch specialisten in een paar dagen tijd honderden codes van soms wel 40 cijfers handmatig moeten invoeren, wat volgens medisch specialisten de kans op fouten „aanzienlijk” maakt. Bovendien zijn de gegevens nog niet direct gekoppeld aan patiëntendossiers – ook vanwege privacy – waardoor patiënten niet direct op de hoogte kunnen worden gebracht bij problemen met een implantaat.
Aanleiding voor invoering van het implantatenregister was het schandaal rond PIP-implantaten in 2011. Zembla toonde aan dat er veel meer patiënten de onveilige PIP-borstprotheses hadden gekregen dan de Inspectie voor de Volksgezondheid wist. Minister Schippers beloofde dat er een implantatenregister zou komen om sneller en beter op dit soort calamiteiten te kunnen reageren. Borstprothesen van het Franse bedrijf PIP konden scheuren of lekken. De Inspectie voor de Gezondheidszorg riep toen tussen de 1.000 en 1.400 Nederlandse vrouwen met zulke implantaten op om deze te laten verwijderen. Veel patiënten konden niet worden getraceerd, omdat er nog geen landelijk register was.
Tweede Kamerleden drongen er bij de minister deze week op aan dat aan de wet een paragraaf wordt toegevoegd dat het verboden is een implantaat toe te passen dat niet is voorzien van een uniforme identificatiecode. Op die manier wil de Kamer afdwingen dat fabrikanten verplicht worden een code toe te passen. Van Rijn gaf vorige week al aan dat hij verwacht op korte termijn hier een afspraak over te maken met Nederlandse fabrikanten, vooruitlopend op Europese regels.
De voorgenomen wetswijziging zal zorgaanbieders ook verplichten om patiënten die een implantaat krijgen hierover schriftelijk informatie te verstrekken. De overheid krijgt op haar beurt de verplichting om het landelijk register in stand te houden. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zal als enige toegang tot het register krijgen en moet zorgaanbieders op de hoogte stellen als er met een implantaat problemen zijn die gezondheidsrisico’s met zich mee kunnen brengen. De zorgaanbieder moet dan vervolgens de patiënt benaderen.