Hoe een klein tropisch visje van grote waarde is voor de wetenschap
15-02-2017
•
leestijd 5 minuten
•
267 keer bekeken
•
In onze tweede ZEMBLA over de risico’s van kunstgraskorrels is te zien hoe de Vrije Universiteit in Amsterdam onderzoek doet naar de gezondheidsrisico’s van rubberkorrels met zebravisjes. Uit de eerste proeven blijkt duidelijk dat er meer aan de hand is dan tot nu toe werd vermoed. De embryo’s van de visjes gaan dood als gevolg van de blootstelling aan water dat in contact is geweest met de rubberkorrels. Bovendien laten blootgestelde visjes gedragsverandering zien. Waar niet-blootgestelde visjes in een normaal dag-nacht ritme ’s nachts inactief worden, blijven blootgestelde visjes actief. Dat zou kunnen duiden op hyperactiviteit als gevolg van de blootstelling aan de rubberkorrels.
Hoe dat precies komt en welke stoffen uit de korrels hiervoor verantwoordelijk zijn, moet verder onderzocht worden. Toch houdt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu vast aan haar conclusie: rubberen kunstgraskorrels zijn niet gevaarlijk voor de gezondheid.
Het RIVM doet niets met het onderzoek uit Amsterdam en zegt geen zebravissen te gebruiken om gezondheidseffecten bij mensen vast te stellen. Reden hiervoor is volgens het instituut dat er geen kunnen worden verbonden aan gezondheidseffecten bij mensen.
Grote genetische gelijkenis tussen vis en mens
Maar die stelling is opmerkelijk omdat binnen de wetenschap wereldwijd juist steeds meer gebruik wordt gemaakt van zebravissen om gezondheidseffecten bij mensen te onderzoeken. De zebravis is onder andere vanwege de grote genetische gelijkenis met de mens een steeds populairder proefdier. Daarbij planten de kleine visjes zich snel voort, waardoor er ook sneller onderzoek gedaan kan worden, zo blijkt uit de wetenschappelijke literatuur. Terwijl het RIVM het zebravisjes-onderzoek van de VU in onze uitzending naast zich neerlegt, blijkt uit stukken op de site van het rijksinstituut dat het RIVM zelf ook onderzoek heeft gedaan met zebravisjes om gezondheidseffecten bij mensen te onderzoeken.
Zinvolle aanvulling op testen
Zo doet het RIVM in 2010 in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid onderzoek naar het beleid voor het gebruik van proefdieren. In dat onderzoek schrijft de dienst dat zebravisjes veelbelovende alternatieve testmodellen zijn voor onderzoek naar schadelijke effecten van chemische stoffen in knaagdieren. Ook zegt het RIVM: “Proeven met deze lagere organismen hebben naar verwachting een goede voorspellende waarde voor effecten in de mens en zijn daarmee een zinvolle aanvulling op testen met in-vitromodellen (celcultures).”
Effecten voor de vruchtbaarheid en voortplanting
Twee jaar later, in 2012, doet het RIVM opnieuw onderzoek naar alternatieve testmethoden, onder andere naar mogelijke schadelijke effecten van stoffen op de vruchtbaarheid, de voortplanting, en de ontwikkeling van het ongeboren kind. Ook hier noemt het RIVM de voordelen van zebravisjes: “De afgelopen vijf jaar is voortgang geboekt op het gebied van de embryonale stamceltest, de ratten-embryokweek, en de zebravis-embryotest. (..) Bij deze tests wordt gekeken naar de effecten die een stof op het niveau van genen veroorzaakt (genexpressie). Effecten op dit niveau kunnen mogelijk subtieler voorspellen of en in welke mate stoffen schadelijk zijn. Bovendien is de verwachting dat effecten op genniveau in deze testen beter te vertalen zijn naar effecten voor de mens.”
Toereikend om metingen uit te voeren
En in 2014 onderzoekt het RIVM of chemische verontreiniging in bijvoorbeeld voedsel van invloed kan zijn op bepaalde veranderingen in erfelijk materiaal. Voor dit onderzoek maakt het rijksinstituut gebruik van de zebravis en ontdekt het dat bepaalde chemische stoffen veranderingen veroorzaken in deze zogenaamde ‘DNA methylering’. De onderzoekers geven aan dat er vervolgonderzoek moet komen, maar zeggen ook: “Het zebravis-model blijkt dus toereikend te zijn om metingen in uit te voeren. Voor het onderzoek is ook een stamcelmodel getoetst maar dit bleek minder geschikt.”
Niet alleen het RIVM maakt dankbaar gebruikt van zebravissen, ook uit de jaarlijkse proefdierkundige verslagen van het KNAW, de overkoepelende organisatie van onderzoeksinstituten, blijkt dat veel instituten geregeld met zebravisjes werken. Belangrijke wetenschappelijke organisaties zoals het Hubrecht Instituut voor Ontwikkelingsbiologie en Stamcelonderzoek, het Nederlands Herseninstituut en het Nederlands Instituut voor Ecologie maken gebruik van zebravissen voor hun onderzoek. Zo gebruikt het Hubrecht Instituut de zebravis om ‘fundamentele kennis op te doen die inzicht geeft in erfelijke afwijkingen, alsmede in ziekten zoals kanker, diabetes en hartfalen. Het onderzoek levert onder andere aanknopingspunten op voor het ontwikkelen van nieuwe behandelmethoden.’
Wereldwijd steeds populairder proefdier
Ook in de rest van de wereld wordt het kleine visje steeds populairder. Zo worden zebravisjes ook gebruikt voor onderzoek om te kijken of de spierziekte ALS kan worden behandeld en zijn er zebravisjes gebruikt bij onderzoek naar de ziekte van Duchenne. Er was al veel onderzoek gedaan naar Duchenne bij de muis, maar pas toen er ook gekeken werd naar Duchenne bij zebravissen ontdekten onderzoekers dat een bepaalde verbinding tussen spieren en pezen ook een rol zou kunnen spelen bij de ziekte.
Wereldwijd steeds populairder proefdier
Ook in de rest van de wereld wordt het kleine visje steeds populairder. Zo worden zebravisjes gebruikt voor onderzoek om te kijken of de spierziekte ALS kan worden behandeld en zijn er zebravisjes gebruikt bij onderzoek naar de ziekte van Duchenne. Er was al veel onderzoek gedaan naar Duchenne bij de muis, maar pas toen er ook gekeken werd naar Duchenne bij zebravissen ontdekten onderzoekers dat een bepaalde verbinding tussen spieren en pezen ook een rol zou kunnen spelen bij de ziekte.
Effect van chemische stoffen op zebravisjes
In Amerika is Robert Tanguay, professor milieu- en moleculaire toxicologie aan de Oregon State University, een van de autoriteiten op het gebied van de zebravis. Hij werkt sinds 1995 met zebravissen en leidt
een instituut
dat onderzoek doet naar de effecten van chemische stoffen in het milieu en in allerlei consumentenproducten.
Vorig jaar won een van zijn onderzoeken een belangrijke wetenschapsprijs. Uit dit onderzoek bleek dat bepaalde vlamvertragers – schadelijke stoffen die gebruikt worden in elektronica, textiel en meubels - neurologische veranderingen veroorzaken bij zebravissen. Dankzij dit onderzoek krijgt de wetenschap langzaam meer zicht op de gezondheidsrisico’s van dit soort stoffen voor mensen. Waar het met muizen en ratten soms jaren duurt om hier meer over te weten te komen, gaat het bij zebravissen veel sneller.
Robert Tanguay zegt hierover: “Er is opmerkelijk veel gelijkenis tussen dit kleine visje en mensen. Onze genetische structuur komt voor meer dan tachtig procent overeen. Dus als een bepaalde chemische stof toxisch blijkt te zijn bij zebravissen, dan is het zeer waarschijnlijk dat deze chemische stof bij mensen ook een nadelig effect heeft. Een van de grote krachten van de zebravis is dat we nu voor het eerst een groot aantal chemische stoffen kunnen testen, als een soort chemische screening. Dat was bij muizen en ratten veel minder makkelijk.”
Toch is er nog geen officiële consensusverklaring voor het uitvoeren van tests bij zebravissen, legt Tanguay uit: “Maar in de wetenschap worden ze wel steeds populairder. Duizenden wetenschappers over de hele wereld maken er gebruik van. En niet alleen wetenschappers, ook de farmaceutische industrie heeft de zebravis ontdekt om medicijnen mee te ontwikkelen ter voorkoming en genezing van bepaalde ziekten. Er zijn al voorbeelden van farmaceutische bedrijven die na goede resultaten bij zebravissen zijn overgegaan op klinische tests bij mensen.”
Tanguay vervolgt: “Deze voorbeelden zijn in zekere zin al een vorm van consensus, maar het kost natuurlijk tijd hier officiële regels voor vast te leggen. Samenvattend kun je zeggen: knaagdieren zijn niet de gouden standaard voor wetenschappelijk onderzoek, ze zijn simpelweg een vertrouwde standaard. De zebravis zal de huidige proefdieren niet vervangen, maar we hebben hem wel nodig om huidig onderzoek nog krachtiger en sterker te maken.”