Logo Zembla
Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek

Geen kamermeerderheid voor CO-2 opslag

10-06-2010
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
co2-opslag-in-barendrecht-definitief-van-de-baan
In de nieuwe Tweede Kamer hebben de voorstanders PvdA, CDA, D66 en de ChristenUnie samen 66 zetels. Daarmee is er nu een meerderheid van 84 zetels tegen CO2-opslag. Als de aangehouden motie-Vendrik om te stoppen met CO2-opslag in Barendrecht in stemming wordt gebracht, zal dat het einde zijn van de omstreden plannen om CO2 in de grond te pompen. Het ligt voor de hand dan ook de plannen voor CO2-opslag in Sittard, Groningen, Friesland en Drenthe af te blazen.

Begin juni stelde het lid Vendrik (GroenLinks) vragen aan de ministers van Economische Zaken en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over een overeenkomst met Shell omtrent CO2-opslag in Barendrecht (ingezonden 2 juni 2010).

Vraag 1
Kunt u bevestigen of ontkrachten dat er tussen de Staat der Nederlanden en Shell ter uitvoering van het definitieve gunningsbesluit omtrent CO2-opslag in Barendrecht reeds een schriftelijke overeenkomst tot stand is gekomen? Zo ja, is het kabinet bereid deze aan de Kamer te zenden, al dan niet vertrouwelijk? Zo nee, is er dan sprake van een mondelinge overeenkomst? Indien ja, kan de inhoud van die mondelinge overeenkomst schriftelijk aan de Kamer worden meegedeeld? Zo nee, betekent dit dat het kabinet zonder financiële gevolgen kan afzien van CO2-opslag onder Barendrecht?

Vraag 2
Indien de Staat der Nederlanden een schadevergoeding aan Shell moet betalen als wordt afgezien van CO2-opslag onder Barendrecht, wat zijn dan de redelijkerwijs te verwachten componenten van een dergelijke schadever- goeding? Is er dan sprake van schade die louter bestaat uit een vergoeding van de tot op heden gemaakte kosten dan wel mede voorziet in het positieve contractsbelang?

Vraag 3
Welke onderhandelingsruimte heeft het kabinet in de richting van Shell indien nog geen sprake is van een (al dan niet schriftelijke) overeenkomst ten aanzien van het al dan niet stellen van nadere of bijzondere voorwaarden rondom de daadwerkelijke opslag van CO2 in Barendrecht binnen dan wel buiten het verband van de tender? kv-tk-2010Z09034 ’s-Gravenhage 2010 Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, Vragen 1

Vraag 4
Is het waar dat in de brief van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 16 maart 20101, sprake is van zes documenten, terwijl op de site2 inmiddels tien documenten zijn gepubliceerd? Zo ja, waarom is dat?

Vraag 5
Waarom is het document in bijlage 42 niet voorzien van een datum, van de namen van de ondertekenaars, van een handtekeningenpagina en van parafen op alle pagina’s van de overeenkomst? Is het document inmiddels wel door alle betrokken partijen ondertekend? Zo nee, waarom niet en wanneer verwacht u dat de ondertekening alsnog plaatsvindt?

Vraag 6
Kunt u toelichten hoe bijlage 52 zich tot bijlage 42 verhoudt? Deelt het kabinet de mening dat beide bijlagen een overeenkomst van de Staat met Shell behelzen omtrent CO2-opslag? Waarom wijkt de inhoud van bijlage 5 af van bijlage 4? Is het document in bijlage 5 daadwerkelijk door alle betrokken partijen ondertekend? Zo nee, waarom niet en wanneer verwacht het kabinet dat wel?

Vraag 7
Is het waar dat op basis van artikel 27 van de Mijnbouwwet voor een beslissing omtrent een vergunningaanvraag het al dan niet bestaan van een (al dan niet schriftelijke) overeenkomst strikt juridisch niet relevant is?

Vraag 8
Is het dus mogelijk dat wordt beslist op de vergunningaanvraag en dat daadwerkelijk vergunning wordt verleend terwijl er nog geen schriftelijke overeenkomst tussen de Staat en Shell bestaat? Hoe wenselijk acht het kabinet dit?
 
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.