Logo Zembla
Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek

Geen apart strafrecht voor bejaarden

04-11-2007
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
129 keer bekeken
  •  
bejaarden-op-dievenpad
Hun aantal neemt toe, maar beseffen ze zelf nog wel wat ze doen? In ‘Bejaarden op dievenpad’ schetste ZEMBLA in november 2007 een onverwacht probleem van de vergrijzing: bejaarden die crimineel worden. Procureur Generaal Harm Brouwer kondigde een onderzoek aan. Moet er apart strafrecht komen voor bejaarden, zoals professor Karel Oei in de uitzending bepleitte, of valt het wel mee met de problemen?

Bejaarden crimineler?
Afgelopen week was het zover. Het aangekondigde onderzoek, verricht door het Wetenschappelijk Bureau van het Openbaar Ministerie en Bureau Beke werd gepresenteerd. Criminaliteit van bejaarden stijgt wel, maar vormt volgens de onderzoekers geen ernstig probleem. Ouderen vormen vooral een probleem in het verkeer. Opmerkelijk is dat vrouwen na hun 65ste meer gaan stelen. Bewijs voor de stelling dat bejaarden door de achteruitgang van hun hersenfuncties crimineler worden vonden de onderzoekers niet.
Het Wetenschappelijk Bureau van het Openbaar Ministerie en Bureau Beke onderzochten de aard en de omvang van seniorencriminaliteit, de ontwikkeling van seniorencriminaliteit op de lange termijn, en de factoren die hierop van invloed zijn.

Bejaarden op het dievenpad
In de ZEMBLA uitzending ‘Bejaarden op het dievenpad’ toonde Procureur Generaal Harm Brouwer zich bezorgd. “We zien ontwikkelingen, met name als ik kijk naar de categorie 65-plussers, dat er een forse stijging is over de afgelopen tien jaar in absolute aantallen van het aantal misdrijven begaan door mensen van 65 jaar en ouder. Zo’n tien jaar geleden werden wij bij het Openbaar Ministerie geconfronteerd met 2400 gevallen. In 2006 betrof dat aantal 3800”, aldus Brouwer.

“Een stijging van meer dan 57% bij die leeftijdscategorieën, waar overigens binnen de samenleving een daling is te zien van de criminaliteit. Is dit niet een onderdeel van het vergrijzingproces van de samenleving, waarvan ik vind dat ook het Openbaar Ministerie daar de vinger aan de pols moet houden”. Brouwer kondigde aan dat het Wetenschappelijke Bureau van het Openbaar Ministerie alle cijfers van geregistreerde senioren criminaliteit op een rij zou gaan zetten.

Onderzoek Seniorencriminaliteit
Het onderzoek, getiteld ‘Seniorencriminaliteit’ is deze week afgerond. De onderzoekers hebben eerst het grijze gebied van seniorencriminaliteit in kaart gebracht.
De cijfers
Ten opzichte van de cijfers die ZEMBLA over 2005 en 2006 al noemde lijkt de stijging zelfs nog explosiever te zijn. Waren er in 2005 2400 verdachten boven de 65 en in 2006 3800, in 2007 zijn dat er volgens de onderzoekers al 5500. Tussen 1996 en 2007 is er een toename van 85%. De gehele verdachtenpopulatie steeg die jaren met 46%. Hiermee zijn senioren de sterkst stijgende groep binnen de totale groep verdachten.
De onderzoekers relativeren deze cijfers vervolgens wel. Volgens hen is seniorencriminaliteit een relatief klein probleem aangezien slechts 2,3% van alle verdachten boven de 65 is, daarmee blijven ze als groep ruimschoots achter bij mensen onder de 65 jaar. De onderzoekers hebben ook gekeken naar wat voor soort criminaliteit ouderen plegen. Verkeersdelicten staan bovenaan de lijst, zowel bij mannen als bij vrouwen.
Soort delicten
Opmerkelijk is wel dat vergeleken met de jongere leeftijdsgroepen oudere mannen meer verkeers- en geweldsdelicten plegen, terwijl oudere vrouwen voornamelijk verkeers- en vermogensdelicten plegen. Vrouwen plegen na hun 65ste meer criminaliteit dan voor hun 65ste. ‘Het percentage vrouwelijke verdachten van 65 jaar en ouder ligt iets hoger dan het percentage vrouwelijke verdachten in de totale populatie’, melden de onderzoekers.
Strafvervolging
Uit de cijfers bij het Openbare Ministerie blijkt dat, in tegenstelling van wat je zou verwachten op basis van de politie, er juist minder senioren bij het Openbaar Ministerie instromen. Wél heeft het OM te maken met méér verdachten boven de 65, maar het grootste deel wordt afgehandeld door het Centraal Justitieel Incassobureau. Waarschijnlijk een uitvloeisel van het hoge aantal verkeersdelicten.
Uit een enquête, die de onderzoekers hielden onder een kwart van de Nederlandse Officieren van Justitie blijkt dat de helft van hen de laatste anderhalf jaar één of meerdere 65-plussers heeft vervolgd. Het feit dat de verdachten oud zijn speelt vervolgens wel een rol in de rechtzaak. 45% van de Officieren van Justitie hebben in hun laatste seniorenzaak rekening gehouden met de lichamelijke of geestelijke gesteldheid van de verdachte.
Toekomst
Een voorspelling voor 2020 is volgens de onderzoekers moeilijk te maken. Er spelen veel ontwikkelen een rol, zoals de demografie ontwikkeling, maatschappelijke ontwikkeling, de economische situatie en natuurlijk zaken als ophelderingspercentage van misdrijven. Toch schatten de onderzoekers dat er in 2020 bij de politie tussen de 7700 en 8300 verdachten geregistreerd zullen staan en bij het OM tussen de 6200 en 6600.

Bejaardenstrafrecht?
In de ZEMBLA ‘Bejaarden op dievenpad’ kwam hoogleraar forensische psychiatrie prof. Dr. Karel Oei van de Universiteit Tilburg aan woord. Hij gaf als verklaringen voor het criminele gedrag dat hersenen van ouderen substantieel achteruit gaan. “Hun kritische oordeel vermindert en ze zijn minder in staat normen en waarden te hanteren. Ze reageren impulsiever en slaan sneller van zich af. Die agitatie bij bejaarden heeft vaak een puur fysieke reden", aldus Oei.
Oei stelde voor om mensen boven de 75 niet meer strafbaar te stellen, net als bij jongeren onder de 12 jaar. “Er moeten misschien wel maatregelen volgen op bepaalde feiten die ze plegen, maar niet meer het detentiaire regime, dus niet meer in de vorm van straf. Er zijn veel mensen die met hun 75ste al flink teruggaan in functies en dan moet je zeggen, die vallen ook niet meer onder het strafrecht, want die zijn niet meer in staat om te beseffen wat ze gedaan hebben."
Literatuuronderzoek
De onderzoekers zijn ook in deze problematiek gedoken. Ze hebben de literatuur doorgespit met de vraag in hoeverre er cognitiefneurowetenschappelijk bewijs is dat verouderingsgerelateerde veranderingen in de hersenen leiden tot verminderde strafrechtelijke aansprakelijkheid. Nieuwe technieken maken het mogelijk het brein in actie te analyseren. Uit dit soort onderzoek blijkt dat er geen sprake is minder hersenactiviteit maar van een ander patroon van hersenactiviteit. Teruggang van bepaalde hersengebieden lijkt gecompenseerd te worden door inzet van andere hersengebieden.
Uit de literatuur over hersenonderzoek concluderen de onderzoekers dat de verschillen tussen personen van dezelfde leeftijd in senioren veel groter zijn dan in jongeren. Intellectuele activiteit, fysieke fitheid, eetpatroon en mate van stress bepalen mede in hoeverre veroudering negatieve gevolgen heeft op cognitieve prestaties, aldus de onderzoekers. Concluderend stellen zij dat de huidige wetenschappelijke onderzoeksresultaten geen steun bieden voor een verband tussen de normale veroudering van het brein en een gebrekkig geestvermogen.

Algemene factoren
Professor Karel Oei is blij dat er eindelijk onderzoek is verricht naar seniorencriminaliteit. Hij vindt het te vroeg om te reageren op het rapport. “Er wordt veel onderzoek gedaan op het gebied van hersenfunctie, en we gaan ook de resultaten van dit onderzoek serieus bestuderen”, aldus Karel Oei. Daarmee houdt de conclusie van dit onderzoek voorlopig stand, namelijk dat de geconstateerde sterke stijging die zich de afgelopen 12 jaar bij het OM heeft voorgedaan in de instroom van oudere verdachten, voor het grootste deel kan worden toegeschreven aan algemene factoren. Er is geen empirische onderbouwing gevonden voor de stelling dat de veroudering van hersenen leidt tot crimineel gedrag.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.