Donald Trump als kind: een vechtersbaas en een pestkop
09-05-2017
•
leestijd 8 minuten
•
1937 keer bekeken
•
We kennen ze allemaal wel, die jongens uit de buurt waar je je kinderen liever ver vandaan houdt. Onruststokers die constant kattenkwaad uithalen, opscheppers die moeite hebben met luisteren. Donald Trump was zo'n kind, blijkt uit interviews met buurt- en klasgenoten uit zijn jeugd. Wie duikt in de biografieën over het leven van de Amerikaanse president valt al snel iets op: Trump is in grote lijnen hetzelfde gebleven als de kleine 'Donny' die hij vroeger werd genoemd: een vechtersbaas en een pestkop die altijd gelijk wil hebben. Ook als dat niet zo is.
'Blijf weg bij de Trumps' Dennis Burnham is vier jaar jonger dan Donald en woont als kind bij Donald Trump om de hoek. Hij weet nog dat zijn moeder altijd tegen hem zei. In de Washington Post, die een uitgebreid dossier over Trump en zijn jeugd maakte, zegt hij: "Blijf weg bij de Trumps." Burnham, die inmiddels halverwege de zestig is: "Donald stond bekend als een pestkop. Ik was nog klein en mijn ouders wilden niet dat ik in elkaar geslagen zou worden." Toch gaat het een keer mis. De moeder van Dennis heeft haar zoon in een box in een tuin gezet die grenst aan die van de familie Trump. Ze gaat heel even weg. Als ze terugkomt, ziet ze de kleine Donald stenen naar haar zoon gooien: "Hij gebruikte de box als goal."
Duitse voorouders Donald Trump wordt geboren op 14 juni 1946. Hij is het vierde kind van de vijf kinderen van Fred en Mary Trump. Zijn moeder Mary is een Schotste immigrante. Zijn vader Fred is de zoon van de Duitse Friedrich Trump die op zijn zestiende naar Amerika vertrekt om aan de dienstplicht te ontkomen en de familienaam Drumpf in Trump verandert. In Amerika bouwt Friedrich Trump een fortuin op dat begint met de uitbating van een restaurant-bordeel. De 'Poodle Dog" in de hoerenbuurt van Seattle is een plek waar klanten kunnen eten en sterke drank drinken, maar waar ook 'privé-kamers voor dames' zijn.
De appel valt niet ver van de boom Donalds vader Fred Trump begint al op zijn vijftiende met het ontwikkelen van vastgoed en wordt daar snel rijk mee. En de appel valt niet ver van de boom bij de Trumps: ook de vader van Donald heeft een zwak voor commercie: hij laat vliegtuigjes met zijn achternaam boven de stad vliegen en vernoemt zijn bouwprojecten naar zichzelf, zoals Trump Village op Ellis Island. Hij duikt regelmatig op in de societyrubrieken van de New Yorkse pers, maar ook in de nieuwsrubrieken over financieel wanbeleid. In 1954 start de Amerikaanse Senaatscommissie een groot gerechtelijk onderzoek tegen Trump senior. Hij zou voor miljoenen dollars winst hebben weggesluisd voor eigen gewin. Hij wordt overigens niet veroordeeld.
Huishoudster en chauffeur
Donald Trump groeit op in een neokoloniaal landhuis dat zijn vader zelf heeft laten bouwen in de luxe New Yorkse wijk Jamaica Estates. Het huis heeft 23 kamers en negen badkamers. Niet alleen voor de familie Trump, ook voor de huishoudster en de chauffeur die inwonen. Op de oprijlaan staat een Cadillac voor Fred en een Rolls Royce voor Mary. Beide auto's hebben een persoonlijk nummerbord met de initialen van de eigenaar: FCT1 en FCT2. Iets was in die tijd nog uitzonderlijk is.
Als kind krijgt Trump al snel verschillende bijnamen: 'Donny", 'The trumpet' en 'flat flop'. Die laatste is vanwege zijn opvallende kapsel, dat hij dan al heeft. Donald Trump is extreem competitief en barst regelmatig uit in woede waarbij hij andere kinderen slaat, vertellen twee oude buurjongens van hem. Op school misdraagt hij zich zo vaak dat zijn initialen de afkorting worden voor straf. Had je straf, dan had je een 'DT".
Een van zijn oude brugklasleraren is Ann Trees. Trees is nu in de tachtig, maar herinnert zich de jonge Trump nog goed. In The Washington Post zegt ze: "Wie zou hem kunnen vergeten? Hij was vastberaden en had een sterke eigen wil. Hij kon met zijn armen over elkaar zitten met een dreigende blik waarmee hij je leek uit te dagen iets te zeggen waar hij het niet mee eens zou zijn."
'Extreem opstandig' In de Trump biografie 'Nooit Genoeg" schrijft Pulitzerprijswinnaar Michael D'Antonio (ook te zien in onze uitzending 'De omstreden vrienden van Trump: de Russen"): "Gummetjes naar leraren gooien en taart in de lucht smijten waren de opvallendste voorbeelden van het probleemgedrag dat Trump onderscheidde van de andere leerlingen van zijn basisschool." Volgens Donalds zus Maryanne was hij 'extreem opstandig" in zijn jeugd. Een klasgenoot herinnert zich Donald Trump als een jongen die de regels en de leerkrachten tot het uiterste op de proef stelt. Een andere oud-schoolgenoot van Trump zegt: "Hij had de reputatie altijd alles te zeggen wat in hem opkwam en hij vond altijd dat hij gelijk had, ook al wisten we soms zeker dat dat niet zo was." Iets wat we tot op de dag van vandaag van hem kennen, vertelt Michael D'Antonio aan ZEMBLA:
In zijn boek 'The Art of the Deal' vertelt Donald Trump zelf dat onrust stoken zijn grootste doel was toen hij jong was. In groep vier slaat hij zijn muziekleraar een blauw oog omdat, aldus Trump, "ik vond dat hij niets van muziek wist." Hij wordt bijna van school gestuurd. Zijn jeugdvrienden herinneren zich overigens niets van dat voorval en op een reünie in 2009 zegt de muziekdocent, Charles Walker, dat Trump hem nooit heeft geslagen. Als Trump later opnieuw over het blauwe oog van zijn muziekleraar wordt gevraagd zegt hij: "Als je zo jong bent als ik toen was, is slaan natuurlijk niet zo hard."
Winnaars en verliezers
Het succes van zijn vader zorgt ervoor dat Donald Trump naar privéscholen kan en in limousines wordt rondgereden. Als het regent, helpt de chauffeur hem met het rondbrengen van zijn kranten. Vader Fred is trots op zijn zoon, die het meest op hem lijkt. Maar hij is ook streng en gedreven en leert zijn kinderen dat het leven een wedstrijd is die bestaat uit winnaars en verliezers. De winnaars zijn de 'killers', als je verliest ben je niets. Trump zegt daar later over: "Mijn vader verwachtte dat ik gigantisch veel succes zou hebben."
Naar kostschool De zorgen over de jonge Donald worden groter als zijn vader steeds vaker berichten krijgt over het slechte gedrag van zijn zoon. Op een dag komt Fred erachter dat Donald stiekem met de metro naar Manhattan gaat en een kleine verzameling stiletto"s aanlegt. Op dat moment speelt The West Side Story op Broadway. De jonge Trump en zijn vrienden, die zichzelf met de gangleden uit de West Side Story identificeren, kopen de messen om zich in hun rol te verplaatsen. Fred wordt woest en besluit dat zijn zoon heropvoeding nodig heeft. Op zijn twaalfde moet Donald naar de strengste kostschool die zijn vader kan vinden, 'The New York Military Academy'.
In zijn boek over Trump schrijft Michael D'Antonio dat Trump toen in wezen is verbannen uit het gezin: "Hij was tot die tijd alleen nog maar gewend aan het luxeleventje van zijn familie en opeens werd hij weggestuurd. Dat was een moeilijke start van zijn verdere leven."
Strenge regels Op de conservatieve academie moet Donald Trump een uniform dragen, bevelen gehoorzamen en zich houden aan zeer strenge regels. Studenten die niet luisteren worden er geslagen. In 'Nooit Genoeg' schrijft D'Antonio: "Op z'n best zorgden de ouderwetse academies ervoor dat leerlingen geen misdadigers werden. Op z'n slechtst leidden ze de jongens daar juist naartoe door ze te onderwerpen aan een cultuur waarin dominantie, geweld en ondermijning van autoriteit werden gewaardeerd."
Trump gedijt goed onder het militaire kostschoolregime: hij wint medailles voor netheid, haalt mooie cijfers en blinkt uit in honkbal. Hij claimt dat hij professioneel honkbalspeler kan worden, neemt mooie meisjes mee naar de campus, krijgt de titel 'Ladies' Man' in het schooljaarboek en schept op over het fortuin van zijn vader. Volgens een oud-leraar van de militaire academie, de oorlogsveteraan Dobias, was hij een extreem gedreven leerling: "Hij wilde gewoon in alles de eerste zijn en hij wilde dat mensen wisten dat hij de eerste was."
Overdreven netjes
Een oud-kamergenoot uit die tijd herinnert zich vooral de overdreven netheid van Donald Trump. In een interview vertelt Ted Livine later dat Trump zijn handdoeken en ondergoed altijd in perfecte vierkanten vouwde. Hij noemt zijn kamergenoot 'Mr meticulous', 'meneer nauwkeurig'. Ze krijgen er zelfs een keer ruzie over: op een dag treft Trump Livine's bed onopgemaakt aan, waarna hij de lakens van het bed rukt en op de grond gooit. Trump en Livine raken in gevecht en Livine slaat Trump met een bezem, waarna Trump probeert Livine uit het raam van hun tweede verdieping te duwen. Twee medestudenten weten hem ervan te weerhouden.
'Positieve invloed'
Trump schetst zijn tijd op de militaire academie overigens rooskleurig af. In een interview met de Washington Post vertelt hij dat zijn ouders dachten dat het goed was als hij wat discipline bij zou leren omdat hij te onhandelbaar was: "Ik was een slimme jongen en ze wilden me in het gareel krijgen. Als ik eraan terugdenk, heeft het een erg positieve invloed op me gehad." Volgens biografen van Trump heeft hij zijn meedogenloze en gewetenloze karakter te danken aan zijn tijd op deze harde leerschool.
"Ik wil nooit iemands dwaas worden" In 1964 haalt Trump zijn diploma. In dat jaar neemt zijn vader hem mee naar de openingsceremonie van de Verrazano-Narrows Bridge. Te midden van alle aandacht valt het Donald Trump op dat iedereen wordt bedankt, behalve de bedenker van de brug. Later zegt hij daarover: "Ik besefte toen en daar dat als je je door mensen laat behandelen zoals zij je willen behandelen, je als een dwaas overblijft. Toen realiseerde ik me iets wat ik nooit meer ben vergeten: "Ik wil nooit iemands dwaas worden."
In datzelfde jaar, Trump is dan achttien, spreekt hij met een klasgenoot over zijn toekomstdromen. Die klasgenoot, Jeff Ortenau, herinnert zich het gesprek nog goed. Trump zegt: "Op een dag zal ik heel beroemd zijn." En Ortenau antwoordt: "Weet je wat? Je wordt waarschijnlijk president."