In de stad worden slakken steeds lichter en geler en kunnen daardoor beter tegen de hoge temperaturen van een stadscentrum. Een gele slak weerkaatst meer zonlicht dan een roze of bruine exemplaar. Onderzoekers van Naturalis tonen hiermee aan dat de leefomstandigheden in steden de evolutie sturen van plant- en diersoorten. In stadscentrum is het namelijk altijd een paar graden warmer, het zogenaamde stedelijke hitte-eiland.
Geel weerkaatst zonlicht
“We hebben bijna 8.000 foto’s van tuinslakken ontvangen, ingestuurd door citizen scientists, vaak via onze Snailsnap-app”, licht onderzoeker Niels Kerstes van Naturalis toe. “We hebben de slakken allemaal ingedeeld op de kleur van het huisje en op de hoeveelheid donkere banden die eroverheen lopen. Bij iedere foto hadden we ook locatiegegevens: zo konden we kleur en bandering van de slakken relateren aan omgevingsfactoren: stedelijk/niet-stedelijk, temperatuur, neerslag en het stedelijke hitte-eiland. In steden is het warmer dan daarbuiten.”
De onderzoekers vonden dat slakken gemiddeld lichter van kleur waren op warmere plekken en dat het aandeel gele slakken groter was op plekken met een hogere temperatuur. In stedelijke gebieden en op plekken waar het effect van het stedelijk warmte-eiland groter was, waren ook meer gele slakken. Gele slakken op warmere locaties hadden bovendien vaker banden aan de onderkant van hun huisje, en minder aan de bovenkant.
Evolutie van een slakkenhuisje
“Daarmee is het voorspelde effect van de stedelijke omgeving op de evolutie van slakkenhuisjes aangetoond”, aldus Kerstes. “Gele slakken zijn lichter van kleur dan hun roze of bruine soortgenoten en kunnen daardoor beter tegen warmte en droogte. Geel weerkaatst het meeste zonlicht, waardoor de slakken minder snel opwarmen.” Kerstes en hoogleraar Menno Schilthuizen, zetten hun citizen science-project rondom stedelijke evolutie voort in het door de gemeente Leiden en Naturalis gefinancierde project Evoscope, met experimenten rond slakken, koolmezen, kauwtjes en paardenbloemen.
Door goed in beeld te brengen hoe planten en dieren zich aanpassen aan de uitdagingen in de stad, is vast te stellen hoe snel en efficiënt evolutie kan werken. Daarnaast geeft het inzicht in hoe de stad anders ingericht kan worden om het leven van planten, dieren én mensen in de stad te verbeteren.