De torenvalk is misschien wel de bekendste biddende roofvogel van Nederland. De biddende jachttechniek stelt de roofvogel in staat de grond af te speuren naar prooien. De vleugels en staart werken dan heel hard om de vogel op één plek te houden. Vooral de kop blijft op een positie, soms beweegt die minder dan twee millimeter. Zo kan de valk zich volledig concentreren op een eventuele prooi op de grond.
Wanneer de torenvalk met zijn scherpe ogen een muis of ander dier ontdekt, volgt meestal pas na enige tijd een snelle duikvlucht. De roofvogels kan het zich niet permitteren mis te grijpen, omdat deze techniek behoorlijk veel energie kost.
Beelden in de bovenstaande compilatie zijn gemaakt door:
Het vroegere woord voor dit gedrag was wiekelen, het stil in de lucht hangen van een vogel. Het huidige woord ‘bidden’ kent twee mogelijke verklaringen.
Naast de torenvalk kunnen ook andere roofvogels zoals de buizerd, ruigpootbuizerd en zeldzamere soorten zoals de slangenarend bidden. Al zie je die roofvogels vaker zweven of zittend op een uitkijkpost. Bijna alle roofvogels kunnen tot op zeker niveau bidden, maar sommige zijn er wel aanzienlijk beter in.
Zelfs een ijsvogel gebruikt deze techniek om een vis uit het water te vissen. Toch zul je de ijsvogel eerder op een laaghangende stok boven het water zien. Dat kost natuurlijk een stuk minder energie.

IJsvogel
© Theüs van Kleffens
Bron: Vogelbescherming, Wikipedia
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.