De hele zomer leest De Lagarde de beste en opmerkelijkste filmbiografieën terug. Aflevering 4: Harrison Ford ten tijde van Indiana Jones and the Temple of Doom
Het Amerikaanse filmblad Variety was de eerste die het in de eerste helft van 1983 aankondigde: er was een begin gemaakt met het vervolg op Raiders of the Lost Ark , het megasucces uit 1981. ‘Steven Spielberg regisseert Indiana Jones and the Temple of Doom op locatie in Sri Lanka met Harrison Ford in de hoofdrol,’ schreef het blad. ‘Kate Capshaw is aangetrokken als leading lady.’
George Lucas, die wederom produceerde en aan de wieg had gestaan van het Indiana Jones-verhaal, liet weten dat Indy, zoals hij hem liefkozend had genoemd, zijn favoriete personage was. ‘Als ik in mijn droom iemand zou mogen zijn, dan zou het Indy zijn,’ vertelde hij het tijdschrift Rolling Stone. ‘Niet omdat ik geïnteresseerd ben in archeologie of antropologie, want dat zit ook al in Star Wars , maar omdat Indy alles kan. Hij is de archetypische jaren-30-held: een afvallige archeoloog, een avonturier, maar ook een universitair professor met trekjes van Gary Grant.
Harrison Ford wilde deze jaren-30-Gary Grant nog wel een keer vertolken, vooral omdat Spielberg wederom regisseerde. Maar toen hij hoorde dat er nog drie stuks in de pijplijn lagen, liet hij zich ontvallen dat ze in dat geval misschien beter met Roger Moore konden gaan praten. (Achteraf zijn dat famous last words gebleken, want Ford zou uiteindelijk in alle vier de delen spelen en staat ook aangekondigd voor Indiana Jones 5.)
Voor het scenario van deze tweede Indiana Jones, wendde Lucas zich tot het echtpaar Willard Huyck en Gloria Katz met wie hij ook zijn eerste grote hit AmericanGraffiti had geschreven. In eerste bijeenkomst vertelde hij hun zijn idee: het verhaal moest starten in Shanghai; vervolgens zou Indy’s vliegtuig crashen en in het dorp waar hij terecht komt vragen de inwoners of hij hen wil helpen om een geheime steen terug te vinden. De gebeurtenissen in The Temple of Doom zouden een jaar voor die in Raiders of the Lost Ark plaatsvinden, vandaar ook dat nieuwe bijrolpersonages moesten komen. Lucas wilde graag een kind in deze nieuwe film, het liefst een meisje, maar dat wilden Huyck en Katz niet en ook Spielberg zag dat niet zitten. Maar een Chinese jongen, die zich zou opvoeren als Indy’s bodyguard, dat vonden ze wel een idee met potentie. Omdat Lucas Indiana Jones had vernoemd naar zijn hond, en ook Huyck/Katz en Spielberg een hond hadden, kregen al de personages de naam van hun honden: Willie Scott, de nachtclubzanger, werd vernoemd naar die van Spielberg en de jongen, Short Round naar die van het echtpaar Huyck/Katz. Grappig detail is dat zij hun hond weer hadden vernoemd naar het Koreaanse kind in The Steel Helmet , een film van Samuel Fuller uit 1951. Uiteindelijk schreef het echtpaar in zes weken een eerste versie en anderhalve maand later lag er een final draft , waarmee Spielberg aan de slag ging.
Onderwijl werd er naar locaties gezocht en gecast. Hong Kong viel af als locatie: het was te modern, maar in de Portugese kolonie Macao vonden ze plekken die voor Shanghai konden doorgaan. Ook in India, waar het grootste gedeelte van de film zich zou moeten afspelen, zagen ze prachtige locaties, alleen lagen deze zo ver uit elkaar dat het een productionele megapuzzel zou worden. Een grens verder ontdekten ze Sri Lanka, waar het team tot hun verrassing bijna alles vond wat nodig was. Alleen het Paleis van de Maharajah zou nog overblijven in India. Maar daarover lagen de Indiase autoriteiten dwars en uiteindelijk werd besloten om het paleis te bouwen in een studio in Londen en achtergrondprojecties te gebruiken.
Casting was, hoewel het aantal mensen in belangrijke rollen en bijrollen overzichtelijk was, een ingewikkelde aangelegenheid. Natuurlijk, het belangrijkste personage, Harrison Ford, was aan boord. Maar het vinden van een Chinese kindacteur was bepaald geen sinecure. Er werd gezocht in New York, Vancouver en Londen: allemaal plaatsen met een grote Chinese gemeenschap. Uit de honderden kinderen die zich aanmeldden bleek er één het meest geschikt: Ke Huy Quan, een Vietnamese vluchteling. Zijn Engels was goed, maar niet te gepolijst, hij had het goede formaat en de goede looks om naast Ford op te treden.
Voor sleutelrol van slechterik Mola Ram werd de Indiase steracteur Amrish Puri aangetrokken. Het enige probleem was dat hij destijds zo populair was in India dat hij aan achttien films tegelijkertijd werkte. Hem inroosteren, zo zegt Temple of Doom -producent Robert Watts ‘was een nachtmerrie’.
En dan de vrouwelijke hoofdrol. In Raidersof the Lost Ark werd deze gespeeld door Karen Allen, die haar personage neerzette als een tomboy: stoer, vaardig, rap van de tongriem gesneden. Maar dit keer was het plan om Indy een vrouwelijker tegenwicht te geven. Willie Scott, zoals het personage zou gaan heten, was meer het vrouwtje dat gered moest worden, dat gilde bij het zien van een spin. Een vrouw voor wie altijd was gezorgd. ‘Willie leidde een gepamperd leventje,’ zo zegt Capshaw, ‘ze denkt dat dat voor haar is weggelegd. Maar dan ontmoet ze Indiana Jones, een mens anders dan alle mensen die ze ooit heeft gekend en besluit met hem mee te gaan. En gedurende het verloop van hun avonturen, wordt haar hele leven gestript, moet ze terugvallen op haar diepste zelf en uiteindelijk ontdekt ze haar krachten en blijkt ze diep van binnen een vrouw met ballen.’
Saillant is wel dat de scenaristen een heel ander idee hadden bij het personage van Willie: het zou een doodgewone vrouw zijn, die in buitengewone avonturen terecht komt en die vooral heel veel gilt, als een echte ‘damsel in distress’. En dat, zo vond Katz, is eigenlijk ook een normale reactie als je plotseling in de jungle terecht komt als stadse vrouw. Dan word je niet zomaar een macho.
De opnamen voor Temple of Doom begonnen op 18 april 1983. In drie weken tijd stonden de locatie-opnamen erop, waarna nog twaalf weken werd gedraaid in de Elstree Studio’s even buiten Londen. De productie verliep redelijk voorspoedig, tot Harrison Ford op een derde van de film van een olifant viel, en zich zwaar blesseerde aan zijn rug. Ford werd overgebracht naar L.A. waar hij een spoedoperatie onderging. Tijdens zijn herstel werd het filmen noodgedwongen stopgezet. Terug op de set had Ford de spectaculairste stunts (zoals de vechtscènes met slechterik Mola Ram) nog voor de boeg. ‘Ik ben misschien nog niet fit-as-a-fiddle ,’ zei Ford, ‘maar goed genoeg.’ Daarbij gaf hij alle credits aan zijn stuntdouble, Vic Armstrong, met wie hij ook al in Raiders of the Lost Ark , Blade Runner en Return of the Jedi had gewerkt. Armstrong leek qua uiterlijk zo op Ford dat veel mensen hen door elkaar haalden. Andersom gaf Armstrong ook Ford credits: ‘Soms zei ik: “H, we kunnen het ons niet veroorloven dat je in de kreukels raakt; deze hele crew moet leven van deze film.” Dan zei hij: “Yeah, right,” en deed de stunts vervolgens toch zelf.’
Toch zat het venijn bij deze productie in de staart. En niet tijdens het filmen, maar erna, toen de film werd getoond aan de censoren en het word ‘cut’ een sinistere overtoon kreeg. Opmerkelijk genoeg konden de makers wel weer scènes gebruiken die er in Raiders of the Lost Ark uitgeknipt moesten worden, zoals de scène waarin ze tijdens de crash uit het vliegtuig springen en in een reddingsvlot terecht komen.
Ook waren er een paar scènes die wel in het scenario stonden, maar om andere reden de film niet haalden, zoals die waarin Kate Capshaw, als Willie, moest worstelen met een boa constrictor. ‘We hadden een scène die Kate niet wilde doen,’ vertelt scenarioschrijver Huyck. ‘Er was een getrainde boa constrictor. Al wekenlang was Capshaw zich psychisch aan het voorbereiden. Maar de eerste keer dat ze hem aanraakte, maakte hij een soort “golf”. En ze dacht dat ze dood ging. Ze begon te zweten. Toen probeerden ze het beest op haar schouders te leggen en vervolgens raakte ze totaal in paniek.’ Het had een grappige scène moeten worden. Maar ze weigerde het te spelen. Ze kon het niet.
Toen de film uiteindelijk een PG-rating kreeg ( Parental Guidance Suggested – meekijken door de ouders gewenst), kwamen er woedende reacties van de Amerikaanse pers en ouderorganisaties. The New York Times schreef: ‘Buiten dat het aandoenlijk afschuwelijk is, zullen jonge kijkers zich doodschrikken van het geweld.’ Ouderorganisaties die naar voorvertoningen waren geweest lieten weten dat hun kinderen in het bijzonder geschokt waren door de scène waarin Mola Ram het nog bonzende hart van een levende eruit trekt en in de kokende lava gooit.
In Engeland waren de censoren nog veel strenger en sneuvelden er vele scènes. De inmiddels overleden filmcriticus Alexander Walker schilderde de film af als ‘Indiana Jones ontmoet Marquis de Sade’.
Harrison Ford nam alle kritiek met een korrel zout. ‘Dit is een volkomen moreel verhaal. En om een morele oplossing te hebben, moet er kwaad aan te pas komen. Het einde van de film is het bewijs dat goedheid altijd overwint.’
Ondanks alle rompslomp werd Indiana Jones and the Temple of Doom het volgende kassucces van George Lucas, Steven Spielberg en Harrison Ford. Hoe de censoren en de critici er ook over dachten, het publiek smulde ervan. Aan het einde van 1984 prijkte de film op nummer 3 van de ranglijsten, net iets achter Ghostbusters en Beverly Hills Cop en haalde uiteindelijk de 88ste plaats van beste Box office hits met een opbrengst van 180 miljoen dollar in Amerika en 333 miljoen wereldwijd. Daarbij werd de film genomineerd voor beste muziek en kreeg een Oscar voor Beste Special Effects.
Harrison Ford ging snel door met het kleinere Witness (1985), Lucas boog zich over allerlei tv spin-offs van de Indiana Jones -serie en Spielberg trouwde niet veel later met leading lady Kate Capshaw met wie hij drie kinderen kreeg en er nog eens twee adopteerde.
Dit artikel is een bewerking van ‘The Harrison Ford Story’ van Alan McKenzie