Gooijer ziet: Virtual Reality
27-08-2016
• leestijd 3 minuten
Het schokkende van virtual reality: dat het zo volkomen natuurlijk aanvoelt.
Het land der Virtual Reality: je moet er geweest zijn om te weten hoe het er is. Dat kan ook, want na dertig jaar valse starts en dode mussen is het tijdperk van Virtual Reality aangebroken. Het probleem voor de makers van VR-systemen is dat het onmogelijk is de ervaring van VR in woorden over te brengen; je moet zo'n VR-bril op je hoofd hebben om te begrijpen waarover het gaat. Het is zoiets als het verkopen van de eerste kleurentelevisie toen iedereen nog zwart-wit keek, klaagde een van de makers van de VR horror-game The Brookhaven Experiment laatst in New Scientist. ‘We moeten je in de virtuele wereld trekken met een bril op je gezicht voordat je van ons aanneemt dat het geweldig is.’
Dat klopt domweg volledig, weet ik uit ervaring. Op het eerste virtual reality-filmfestival in EYE Filmmuseum kreeg ik in februari een HTC Vive bril op mijn hoofd en stond ineens op het dek van een gezonken schip om me heen te staren naar de vissen en een enorme walvis.
De oceaan-simulatie TheBlu zag er adembenemend prachtig uit maar het echt schokkende van de ervaring was dat die, na vijftien seconden wennen, zeer normaal en natuurlijk aanvoelde. Wat je ogen en oren doorgeven aan je hersenen doen dat orgaan besluiten: ‘Oké, we staan op een gezonken schuit, prima.’ Terwijl je hogere hersenfuncties zwakjes protesteren (‘dit kan helemaal niet, dat weet je zelf ook wel’) sta je in de praktijk toch gewoon op een gezonken schuit. Als je met je hoofd draait en een stukje loopt, verandert het beeld net zoals dat in de Real Reality gebeurt: naadloos en natuurlijk. Daarna mocht ik in 3D tekenen met de app Tilt Brush, die je bedient met een controller die je in je fysieke hand houdt terwijl hij in je virtuele hand een kwast is waarmee je tekeningen maakt in drie dimensies, tekeningen waarin rond kunt lopen. Toen de bril af moest, zeurden mijn hersenen nog enige tijd dat ze terug wilden naar die andere realiteiten. Maar goed, je moet het meegemaakt hebben.
Een slap aftreksel waarmee je dat prima kunt benaderen, was onlangs nog te koop bij Albert Heijn, die voor een fooi een VR bril verkocht in het kader van één van hun kinderlokkende acties (iets met dinoplaatjes en Freek Vonk). Koop een dure plastic versie voor zeven euro en schuif er een moderne smartphone in waarop je de gratis app Google Cardboard (Android en iOs) hebt gezet. Download binnen die app de eveneens gratis demo van de horror-game Sisters, zorg dat je niet wordt afgeleid door gezelschap en zet de bril op je hoofd en kijk om je heen en luister. Je staat in een kamer naast een bank. Achter je gebeurt iets…
Binnen vijftien seconden schreeuwen je hersenen: ‘Het deugt hier niet!’ terwijl het hogere deel mompelt ‘wat een lelijk getekende computeranimatie zeg en wat een horror-clichés’. Uiteindelijk is het gevoel van angst sterker dan de scepsis; je krijgt er letterlijk kippenvel van. Een aardige benadering van de ervaring van die echte VR-bril (die 139 keer duurder is). Net als
deze prachtige interactieve pagina van Time dat zeven kunstenaars liet tekenen met Tilt Brush.
Ook leuk: de Real Reality-ervaring van het kijken naar iemand die een VR-bril op heeft en om zich heen kijkt in de Virtual Reality. Ziet er raar en verontrustend uit en doet je beseffen dat schrijver
David Foster Wallace gelijk had toen hij over de werkelijkheid schreef dat we allemaal verblijven in het kleine koninkrijk van onze schedel, waar we heersen maar ook gevangen zitten.
Dit artikel stond eerder dit jaar op De Lagarde – Robert Gooijer is tot 30 augustus op vakantie.