Romeinse thriller stelt vooral teleur op het niveau van het scenario dat een aaneenschakeling van toevalligheden bevat.
Ludovico (Brando Pacitto) is een student die maar niet verder komt in het leven. Hij is depressief, sluit zich op in zijn Romeinse appartement, en draagt een muts omdat hij zich schaamt voor z’n terugwijkende haarlijn. Wanneer overvaller Jack (Andrea Lattanzi) op een dag Ludovico gijzelt nadat hij een flinke som geld heeft gestolen van een maffioso, dan worden de twee beste vrienden. Of is het toch het stockholmsyndroom (waarbij de gijzelaar sympathie krijgt voor, of verliefd wordt op, de gijzelnemer)? Buiten kijf staat dat de twee gedurende enige tijd noodgedwongen op elkaar zijn aangewezen in Ludovico’s appartement.
The Turning Point is zodoende een kammerspiel, met twee personages die volstrekt complementair aan elkaar zijn. Jack is namelijk een durfal en macho. Een kerel die vrouwen bij de vleet versiert en weet hoe hij van het leven moet genieten. Dat zijn de dingen die hij Ludovico in de korte tijd dat ze samen zijn probeert bij te brengen. Hij geeft zijn nieuwbakken protegé ook datingadvies, en regelt zelfs een etentje met een studente die in hetzelfde appartementencomplex woont. Ondertussen komen maffiosi, die overal rondom het gebouw posten, steeds meer te weten over de mogelijke verblijfplaats van Jack.
Onze nieuwsbrief ontvangen? Iedere vrijdag de nieuwste series en films in je inbox! Meld je hier aan.
Filmmaker Riccardo Antonaroli moet het in z’n speelfilmdebuut vooral hebben van clichés: de gangsters zijn vierkante personages die elkaar uit wraak voortdurend dwarszitten. Ludovico is een archetypische nerd en Jack is van het kaliber ruwe bolster, blanke pit. Je kan in die zin van mijlenver zien waar hun acties toe zullen leiden en imposante acteurs zijn Lattanzi en Pacitto ook niet per se. Het grootste probleem lijkt het script te zijn, dat een aaneenschakeling van oppervlakkigheden en toevalligheden bevat. Antonaroli lijkt geïnspireerd door Italiaanse cinema uit de jaren 60 en 70 – Lodovico’s appartement hangt vol met posters uit deze periode – maar daar is in de film zelf maar weinig van te zien, op de verwijzingen naar Il sorpasso (1962, ook zo’n film over twee mannen die in geen enkel opzicht op elkaar lijken) na.