Makers van dit type documentaire mogen best de kijker ook visueel bij hun verhaal betrekken.
Tussen 1992 en 2019 heeft ‘The Innocence Project’ 189 mensen vrij gekregen die onterecht vastzaten. Vrijwel allemaal via hernieuwd DNA-onderzoek. Wie regelmatig true crime kijkt, of true crime-fictie, zal ongetwijfeld eens van dit juridische gezelschap hebben gehoord. Ooit opgericht om juridisch onrecht te bestrijden in het corrupte Amerikaanse rechtssysteem. Dat ze nog steeds actief aan zaken werken, betekent dat er in al die jaren niets is veranderd. Dat is een treurige boodschap, die in alle afleveringen – negen stuks in totaal – naar boven komt drijven. Een strafpleiter vertelt in een van de eerste afleveringen dat ze nog steeds duizenden brieven per jaar ontvangen.
Wie zijn deze briefschrijvers? Veelal mensen die al decennia vastzitten. ‘Ze hebben geen tijd meer.’ Ze zijn ten einde raad. En dan moet je uit een berg aan smeekbedes de zaken kiezen die de grootste slagingskans hebben. Het is vechten tegen de bierkaai. Maar soms vechten met succes. Zoals in de eerste aflevering: de dan 32-jarige Levon wordt in 1990 veroordeeld voor de moord op een peuter uit zijn buurt. Het eerste deel is een nauwgezette reconstructie, aangevuld met beelden en getuigenissen van toen. En nog belangrijker: met recente getuigenissen van onder meer de tandarts die destijds concludeerde dat de bijtsporen in het lichaam overeenkwamen met Levons gebit.
Het is weer evident een gevalletje van ‘de dader is al veroordeeld voor de eerste dag in de rechtbank’. Dat hij uit de Afro-Amerikaanse gemeenschap afkomstig is, komt eveneens niet als een verrassing. Veel justitiële uitwassen waren en zijn gerelateerd aan racisme. Het is een frustrerende gewaarwording. Het is evenwel spijtig dat de makers, net als veel makers van dit type documentaire, weinig moeite doen om de kijker op visueel gebied tegemoet te komen. The Innocence Files heeft het hart op de juiste plaats, maar had best wat meer moeite mogen doen om de kijker er ook bij te betrekken.
De vertelvorm die ze nu hebben gekozen is erg passief; traditioneel. Dat maakt de verhalen niet minder opzienbarend. Maar je zou naar visuele middelen kunnen zoeken om die verhalen, en daarmee de impact van het geheel, te kunnen versterken. En het hoeft niet eens visueel te zijn: denk aan het eerste seizoen van de podcast Serial , over een geruchtmakende moordzaak waar mensen van The Innocence Project ook tijdelijk aan hebben gewerkt. Deze voelde fris aan, doordat er niet telkens de noodzaak was om alles te contextualiseren; er was tijd voor alledaagse gesprekken, met alle betrokkenen. En niet uitsluitend over de zaak zelf.
En dan is het nog zaak om - à la Tiger King - sensationalisme te vermijden. Daar is in The Innocence Files dan ook geen sprake van.
The Innocence Files S01, vanaf 15 april 2020 op Netflix