Dramedy over een Chinees-Amerikaanse tiener toont vijftig tinten liefde.
‘Voor als je het nog niet doorhad: dit is geen liefdesverhaal. Of althans, een liefdesverhaal waarin iedereen krijgt wat hij wil.’ De openingsscène van The Half of It begint met een disclaimer van hoofdpersonage Ellie Chu (Leah Lewis). Een boodschap die je pas tegen het einde volledig begrijpt. Filmmaker Alice Wu streeft in haar tweede speelfilm namelijk niet naar een happy end, maar naar het tonen van de pluriformiteit van liefde. De talloze wijzen die er zijn om van elkaar te houden. Via het perspectief van Chu, een introverte tiener, manifesteert zich de driedimensionaliteit van romantiek.
Chu is een buitenbeentje. Ze is geboren in China en getogen in de Verenigde Staten, waar ze met haar vader – een treiningenieur – in een gehucht woont. Op school doet ze tegen betaling het huiswerk voor jan en alleman. Totdat ze op een dag de opdracht krijgt om een liefdesbrief te schrijven voor klasgenoot Paul (Daniel Diemer) aan klasgenoot Aster (Alexxis Lemire). Chu betoont zich al snel een literair talent en weet Aster – voor wie ze zelf warme gevoelens koestert – met haar diepzinnige bespiegelingen over wereldcinema en kunstgeschiedenis voor zich te winnen. Als Aster en Paul vervolgens op date gaan, dan moet ze de arme jongen – een naïeve maar sympathieke atleet – souffleren met tips.
Zo ontstaat er een driehoeksverhouding die rammelt aan alle kanten. Aster valt langzaam voor een jongen die niet is wie hij is. Chu is op platonisch niveau – via het briefgeschrijf over en weer - bevredigd, maar snakt naar een fysieke relatie met Aster. En Paul probeert zijn kunstzinnige, creatieve kant te ontdekken, zodat hij niet meer hoeft te leunen op Chu’s influisteringen. Deze asymmetrie heeft in positieve zin tot gevolg dat Chu en Paul elkaar beter leren kennen. De erudiete introvert leert van de onbevangen sportman en vice versa. Het is een aandoenlijke gewaarwording. Maar deze status quo is maar van korte duur, want het bloed kruipt waar het niet gaan kan. En bovendien lonkt de universiteit – en die is voor sommigen aan de andere kant van het land.
Als kijker voel je je tegen die tijd natuurlijk niet bekocht, Chu had het al geproclameerd aan het prille begin van de film. Dit loopt niet goed af. En toch weer wel. The Half of It is een lieflijke film die een nieuwe draai probeert te geven aan het coming of age -genre. Al is het maar omdat Chu’s manier van liefhebben ook anders is vanwege haar afkomst. Die combinatie van Chinees-zijn en op vrouwen vallen kan gecompliceerd zijn, zo laat de film zien. Hoewel The Half of It bij vlagen ook nogal lijkt op eerdere films uit deze tak van sport.
Markant is boven alles dat het zestien jaar heeft geduurd voordat Wu weer een film mocht of kon maken. Na Saving Face (2004), waarmee ze haar vorm van queercinema op de kaart zette, volgde er een lange stilte. Daarom is het ook fijn dat The Half of It met de Founders Award werd bekroond op het Tribeca Film Festival. Want aan Wu’s artistieke intenties zal het misschien niet hebben gelegen. Hopelijk verschijnt haar volgende film een stuk sneller.