Een stervende vader – die ook een groot muzikaal talent is – zoekt toenadering tot zijn zoon en wil nog eenmaal schitteren in uiterst melodramatische draak van een film.
Yusuf (Kivanç Tatlitug) heeft zijn vader al 25 jaar niet gezien. Op een dag staat Heves (Settar Tanriögen) ineens voor z’n neus. Het lijkt alsof hij toenadering zoekt. De volgende ochtend is Heves echter ineens weer verdwenen. Yusuf weet hem uiteindelijk op te sporen in een autobus en haalt gevaarlijke capriolen uit om het voertuig te laten stoppen. Hij kan pa ook wel naar zijn plaats van bestemming brengen. Dat blijkt een ziekenhuis te zijn, want Heves is ernstig ziek. Hij heeft ook nog een wens: hij wil graag nog een laatste keer zijn talent als troubadour etaleren met de sitar, of baglama, in zijn handen.
The Festival of Troubadours is wat dat betreft een roadmovie, zoals veel Turkse (en ook Iraanse) films roadmovies zijn: verhalen met een duidelijk omlijnd doel. Zodoende laat het zich wel raden dat Heves in de voorlaatste scène nog het festival uit de titel weet te bereiken, alvorens hij in het slot sterft. Dit alles wordt van meet af aan vergezeld door een melodramatische, tenenkrommende soundtrack – de componist weet eigenlijk niet van ophouden. Dat is een veeg teken: als de beelden al niet voor zich spreken, dan maar uit pure wanhoop wat tragische klanken eronder plempen.
Onze nieuwsbrief ontvangen? Iedere vrijdag de nieuwste series en films in je inbox! Meld je hier aan.
Maar de speelfilm ontroert nimmer, omdat die boodschap er zo dik bovenop wordt gelegd, en eveneens omdat er maar weinig chemie is tussen de twee hoofdpersonen. Misschien is daarnaast het manco dat The Festival of Troubadours een verhaal is zoals er zoveel van zijn, en dat de insteek van regisseur Özcan Alper niet leidt tot nieuwe inzichten.
The Festival of Troubadours, vanaf 2 september 2022 op Netflix