Lofzang op muziekproducer Clarence Avant – bekend als voorvechter van zwarte muziek – is een tikkeltje kleurloos.
Als je Barack Obama én Bill Clinton voor je film weet te strikken, dan is een ding zeker: het onderwerp van je project moet wel heel impactvol zijn geweest. En zo zou je muziekproducer en visionair Clarence Avant zonder twijfel kunnen omschrijven: een onovertroffen genie. De beste man wordt de ‘Godfather’ van zwarte muziek genoemd, en was manager van een trits aan artiesten, onder wie zangeres Sarah Vaughan. Regisseur Reginald Hudlin toont in The Black Godfather hoe Avant in 1959 nog als de manager van een dansclub werkzaam was, voordat hij de protegé werd van Joe Glaser – Glaser was destijds de belangenbehartiger van niemand minder dan jazzmuzikant Louis Armstrong (ook in de film is veel jazzmuziek te horen).
Later groeide Avant uit tot de vaandeldrager van zwarte muziek, onder meer met de aankoop van de eerste radiozender waar uitsluitend zwarte hits werden gedraaid. Een andere meester, muziekproducer Quincy Jones (ook hij heeft een documentaire op Netflix), lardeert dergelijke momenten uit Avants leven in de film met allerlei anekdotes, waarbij woorden als ‘shit’ niet worden geschuwd – de heren zijn ook niet vies van een gniffel en een lach. Ook Avants rol in de soul- en motownmuziek wordt belicht. Genres die zonder hem wellicht nooit hadden gefloreerd.
Maar voor wie is het vakkundig gemaakte The Black Godfather? Want Avant is bekend, maar hij was evenwel de man achter de knoppen. Muziekfanaten – en daar mag je Clinton en Obama ook onder rekenen – weten precies welke titels en andere noemenswaardige prestaties schitteren op zijn palmares, en waar hij allemaal verantwoordelijk voor was, maar hoe zit het met de leek? Je kan zonder blikken of blozen stellen dat als je niet weet wie Quincy Jones is, deze documentaire je ook niet zal kunnen bekoren.
En dan nog een ander punt: waarom zijn Amerikaanse muziekdocumentaires steevast volgens dezelfde formule gemaakt? Pratend mens in beeld, archiefbeeld, autorit-interview, pratend mens in beeld. Dat maakt dat The Black Godfather qua vorm (weinig verheffend) en inhoud (obscuur voor niet-bewonderaars) ergens onder het stof zal verdwijnen, in de diepe krochten van Netflix.