Is het belangrijk dat een gast met een goed gevoel weggaat na de uitzending? (aan Janine Abbring, 27 juli 2018) ‘Een volmondig ja. Hoewel je het misschien niet verwacht, ben ik ook een pleaser. Ik heb het allerliefst iemand die gelukkig naar huis gaat. Als een gast zegt, het was geweldig Eef, ik heb kunnen vertellen wat ik wilde, voel ik zo’n diepe bevrediging. Het is vluchtig hè, dit werk. Op het moment dat iemand zegt, je hebt me gezien voor wie ik ben, heeft mijn werk nut. Een politiek gesprek is weer een ander metier. Zo’n gesprek hoeft niet poezelig te zijn, als het maar fair is. En nee, het is nooit de bedoeling dat iemand van tafel wegloopt.’
Begrijpt iedereen wat je doet? (aan Roxeanne Hazes in Droom groot, Eva’s interviewboek met ‘verhalen van voorbeelden’, 2021) ‘Nee. Soms vragen mensen, is het live? Zit ik al die jaren van m’n leven middenin de nacht te werken, ja natuurlijk is het live. En ook, hoe laat ga je er heen, 19.00 ’s avonds? Eh nee, ik ben tussen 14.00 en 15.00 in de studio en begin om 07:30 ’s ochtends. Maar da’s niet gek toch, ik weet ook niet wat een business developer doet of hoe je een vrachtschip bestuurt.’ ‘Een talkshow is complex en spreekt alle competenties van een mens aan, cognitief en emotioneel. Je hebt van alles en nog wat aan tafel en moet razendsnel schakelen. Prikkelend, altijd boeiend. Ik ben geen yoga-vrouw, maar in een uitzending ben ik zo acuut in het moment, dat het een soort mindfulness is. Er is geen seconde tijd om na te denken over een boodschappenlijstje of of m’n jasje wel goed zit. Ik ben helemaal in het hier en nu aan tafel.’
Is ambitie iets wat lang- zaam bij jou ging groeien? (aan Agnes Koops, lid van de Raad van Bestuur van Price waterhouseCoopers, 25 september 2019) ‘Ik ben altijd ambitieus geweest, alleen wist ik lang niet waar die ambitie heengetrechterd moest worden. Het moment waarop dat voor mij helder werd, was toen ik stage liep bij Charles Groenhuijsen in Washington. Er waren twee stagiaires in het kantoor, dat we deels als studio gebruikten. Charles had op een avond een kruisgesprek met het Journaal. Het was de taak van de stagiaires om het studiootje in orde te maken: het fotolijstje van de Amerikaanse president recht zetten, de lichten aan doen, zorgen dat er gestofzuigd was. Toen het zo ver was, zaten wij onder het bureau mee te luisteren. We hoorden via het oortje van Charles de regisseur vanuit Hilversum bellen. ‘Ha Charles, je luistert nu mee met de uitzending, over vier minuten gaan we live.’ Dat moment, die magie. Het was alles waar ik van hou, verhalen vertellen, de spanning van een live-uitzending, de details aan de achterkant van het breiwerk die allemaal samenkomen, die focus – sensationeel. Ik was verkocht.’
We weten als televisiemakers dat het spannend is als het schuurt tussen de presentator en gasten aan tafel, maar op menselijk vlak is het niet altijd prettig. Wat doe je dan? (aan Janine Abbring, 27 juli 2018) ‘Een vraag uit het hart. Ik ben mezelf op televisie, anders hou je het niet vol. Maar ik heb geleerd om wat ik als mens als ongemakkelijk ervaar en gewend ben weg te lachen, weg te omhelzen, dat ongemak moet ik inhouden op tv en meer laten gebeuren. In m’n normale leven, als iemand geëmotioneerd raakt, dan raak ik die aan, meteen, ik laat ze niet zitten in die woestenij van gevoelens. Maar als mijn gast op tv iets moeilijks aan het vertellen is, is het aanmatigend en verkeerd gekozen om ze vast te pakken, want zij vertellen iets, het is hun verhaal, je moet het even laten. Het gaat nu niet om mij. Ja, en als het botst met een gast, zoals met Jules Deelder of Jan Roos, kom ik voor mezelf op. Ik geniet daar helemaal niet van, voel me meteen rood worden onder de make-up. Ik ben heel beleefd opgevoed. Maar ik heb ook van mijn moeder meegekregen voor mezelf op te komen. Als mijn moeder een talkshow zou presenteren, zou ze mensen over de tafel trekken. Ik ben een heel aangepaste versie van haar. Maar ik heb altijd wel gezien hoe ze voor zichzelf opkwam. Soms moet het. Dan ben ik niet bang om volume of kracht te gebruiken om een tafelgast op zijn gedrag te wijzen.’
Heb je iets aan kwetsbaarheid in jouw functie?(aan Rianne Letschert, Rector magnificus Universiteit Maastricht, 25 september 2019) ‘Bestaat er een functie waarin kwetsbaarheid niet belangrijk is? Een mens die geen kwetsbaarheid kan tonen is een gemankeerd mens, want zo maak je connectie met anderen. Als ik zelf iets vertel, krijg ik bijna altijd meer terug. Een heerlijk gevoel, van we zijn allemaal mensen en op zulke momenten begrijpen we even iets meer van elkaar. Tegelijkertijd heb ik, zeker in het begin, ervaren dat ik als jonge blonde vrouw heel stoer moest zijn om mezelf staande te houden. Dan komt er zo’n moment waarop je je afvraagt, waar is de ruimte voor mijn kwetsbaarheid, hoe kan ik menselijk zijn zonder in te leveren aan autoriteit en overwicht. Een talkshow is nog altijd een arena waar je robuust moet zijn en stevig en snel, maar er is ook echt wat veranderd, er is nu veel meer ruimte voor kwetsbaarheid.’
Wat doe je met seksisme of een badinerende toon? (aan Eva’s manager Kristien van Dillen in Droom groot, 2021) ‘Het eerlijke antwoord is, soms niets. Soms is het pick your battles, waar wil ik mijn energie en kracht inzetten? Soms ben ik, ja ook ik, zo wezenlijk geshokeerd, dat ik geen weerwoord paraat heb. Maar juist Kristien heeft mij iets belangrijks geleerd: je mag overal op terug komen. Als iemand je pijn heeft gedaan of iets onterechts heeft gezegd, en het voelt als een steen om je nek, mag je, of het nou een week of 10 jaar later is, altijd zeggen, nog even over wat je toen zei, dat klopt niet of ik vond het pijnlijk. Er zit zoveel autonomie in die handeling. Een eenvoudige les, die onderdeel van mijn zijn is geworden.’
Heeft u op enig moment gedacht, dit is laster, dit moeten we niet doen?
(aan Farid Azarkan, 20 juni 2018, het interview waarvoor Eva Jinek de Sonja Barend Award kreeg) ‘Voor mezelf herken ik dat niet. Ik ben zeer voorzichtig met de gasten aan tafel en me er altijd van bewust dat als je iets op televisie zegt, het veel gewicht heeft. Mijn gasten zijn bereid om midden in de nacht te komen en er kan te allen tijde van alles aan hen gevraagd worden. Talkshowgast zijn is niet zonder risico’s. Daarom kun je nooit zomaar achteloos iets zeggen. Alles wat ik zeg, is door m’n gedachten gegaan, ik ben niet roekeloos, nooit.’
Lees verder in VARAgids 8 vanaf bladzijde 22.
Meer over:
artikelenOntvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief