Sophie Hilbrand, zelf nog niet zo lang geleden de dupe van een burn-out, presenteert Sophie in de kreukels.
Hoe gaat het met je? ?‘Nou, ik ben bij de opnames best met mijn neus op de feiten gedrukt. Het hakte er allemaal behoorlijk in om zo diep in mezelf te duiken. Daarbij vind ik het stressvol omdat het zo persoonlijk is. Dat ik bij een psychiater op de bank zit te huilen en dat daar dan een camera bij is. Je moet er voor zorgen dat de balans goed is, dat het geen gezeik wordt – een groot risico met dit onderwerp. Maar ik wilde dit graag doen.’
Vierenhalf jaar geleden sloeg het noodlot bij je toe. In de media heb je het daarna steeds een bijna-burn-out genoemd. ?‘Ja, terwijl ik meteen een half jaar thuis moest blijven toen ik ermee aanklopte, nota bene bij de bedrijfsarts. Die vroeg zich zelfs af of ik dit werk überhaupt nog wel moest willen doen.’
Waarom noem je het dan toch een bijna burn-out? ?‘Het verraderlijke was dat ik nog steeds best iets kon, althans voor mijn gevoel. Sommige mensen vallen echt fysiek om, maar dat had ik niet. Voor Ruben versus Sophie heb ik bijvoorbeeld nog een aflevering gemaakt. Het stond namelijk 2-2 en een gelijkspel, dat vond ik niet kunnen hoor. Dus ging ik nog een keer. Maar dat is precies de reden waarom het misgaat.’
Je schatte de ernst ervan niet goed in? ?‘Inderdaad. In oktober werd mij door de dokter verteld dat ik een half jaar thuis moest blijven. Maar tegen de mensen om mij heen zei ik: vanaf januari begin ik wel weer hoor. Toen kwamen er dus weer dingen op mijn pad en meteen ging het mis. Moest ik weer huilen, was ik weer doodmoe; ik wíst het gewoon allemaal niet meer.’
Hoe voelde je je precies? ?‘Heel moe, héél labiel. Steeds maar huilen. Paniekaanvallen had ik gelukkig niet – die kreeg ik laatst voor het eerst. Ik maakte me zo’n zorgen over dit programma. Opeens kon ik het niet meer relativeren. Toen ben ik midden op de brug maar even van mijn fiets gestapt om weer rustig te ademen.’
Ik vraag het nog een keer: hoe gaat het met je? ?‘Kijk, het is goed om er zo bewust mee bezig te zijn nu. Ik neem de stressfactoren serieuzer. Toen ik een burn-out had, lag ik meteen plat als ik me ergens niet goed over voelde. Nu kan ik nog denken: het voelt niet goed, maar het komt wel goed, ik moet er alleen wat aan veranderen. Maar voor dat veranderen moet je er vaak even bij stilstaan en dat zit niet in mijn karakter. Als mensen vroeger zeiden: we hebben zo’n heerlijke strandwandeling gemaakt, kon ik alleen maar denken: saaaai.’
Ben je zo rusteloos?? ‘Ik vind veel leuk en in een leven zonder relatie of kinderen kun je prima een stuiterbal zijn. Maar nu liep ik tegen een grens aan. Tijdens mijn burn-out zei de psycholoog: we gaan lijsten maken met wat je móét doen en met wat je wíl doen. Ik kreeg er bijna kortsluiting van, zo dacht ik helemaal niet.’
Een op de zeven mensen krijgt te maken met een burn-out. Ben je nog op taboes gestuit? ?‘Nee, er wordt superveel over geschreven. Maar mensen zijn er vaak zo laat bij. In onze maatschappij leeft sterk het idee dat het moet kunnen met werk, kinderen en alles wat er nog bijkomt. Achteraf hoor je van mensen vaak dat ze zelfs blij zijn dat ze die burn-out gekregen hebben, maar om het te herkennen en erkennen, daar gaat vaak schaamte aan vooraf. Vlak voor mij viel een collega om met een burn-out, vlak na mij ging Sander Lantinga voor de bijl. Als een stel dominostenen dus. Maar daarvoor keken we blijkbaar nog naar elkaar met het idee: als het hun allemaal lukt, waarom zou het mij dan niet lukken?’
De moderne samenleving eist misschien ook veel van ons. ?‘Maar zo is het nu eenmaal. We kunnen niet de hele moderne samenleving op z’n kop zetten, we hebben er dus mee te dealen. Het is de kunst om houvast te krijgen. De regie weer terug te nemen. En – dat heb ik bij dit programma duidelijk gezien – er is een gigantische wereld met zaken om je beter te laten voelen, van biodanza tot paardentherapie.’
En werkte dat een beetje?? ‘Ach, ik vond het vooral mooi wat Dirk De Wachter zei, de Belgische psychiater: “Laat ons alsjeblieft een beetje ongelukkig zijn.” Dus niet streven naar dat het altijd maar goed met je moet gaan. Maar ik vind dat nog steeds lastig. Als ik chagrijnig wakker word, denk ik nog steeds: ik moet het omkeren.’
Voel je je na het maken van dit programma beter uitgerust tegen het leven? ?‘Ja, door de bewustwording. Ik heb mezelf beter leren kennen. Wat heel goed werkt is erover praten, maar dat zit niet erg in me. Ik wil steeds maar door, altijd maar door. En dat hoofd raakt voller en voller. Als ik even rust zou nemen, zou ik het signaleren en – dat is echt heel belangrijk – erover praten.”
Benoemen is loslaten? ?‘Dat wist ik natuurlijk al, maar het duurt even voordat je het je eigen maakt. Terugkeren in de burn-out was ook een feest der herkenning van adviezen die ik kreeg, maar daarna gaandeweg heb laten varen.’
En meer benoemen dan er een programma erover maken, kan bijna niet. ?‘En daarom valt het me ook zo zwaar. Omdat het al niet zo in m’n aard zit om het te benoemen, en dan moet dat ook nog eens meteen in zo’n programma. Maar ik merk het steeds: erover praten helpt.’
Oké, een laatste keer dan: hoe gaat het met je? ?‘Haha, iets beter nu. Dankjewel.’
Sophie in de mentale kreukels: 21 maart, npo 3, 20:30 uur