© Netflix
Aardige Duitse documentaire toont hoe twee soloklimmers proberen elkaars records in vliegensvlug klimmen te verbreken.
Documentairemakers Nicholas de Taranto en Götz Werner tonen in Race to the Summit (Duell am Abgrund) een onvervalste haantjesstrijd. Twee doorgewinterde alpinisten, Ueli Steck en Dani Arnold, wedijveren jarenlang met elkaar. Dat begint als Arnold Stecks record in 2011 verbreekt bij de noordwand van de Zwitserse berg de Eiger. Stecks record staat op een kleine drie uur; Arnold maakt er een kleine tweeënhalf uur van. Steck bekritiseert vervolgens zijn vakgenoot: hij zou touwen hebben gebruikt, en dat is een vorm van valsspelen. Opvallend genoeg ziet Arnold Steck enkele jaren later exact hetzelfde bezigen.
De Taranto en Werner zetten de twee durfallen naarstig tegenover elkaar. Steck heeft een fitnessteam om zich heen verzameld en volgt een nauwgezet samengesteld dieet; Arnold braadt de avond voor een grote klim nog een partij worstjes in een brandertje op een bergkam. Je zou kunnen stellen dat de mannen het klimmen zelf zeer serieus nemen, maar dat Arnold zijn talent, terwijl hij snoepjes naar binnen werkt, misschien ietsjes veronachtzaamt. Maar zo ziet dat eruit vanuit Stecks jaloerse perspectief.
© Netflix
Naast het gekibbel, waar Zwitserse media graag op duiken, heeft Race to the Summit niet erg veel boeiends te melden. Klimmers en familie zeuren over de media; dat Steck bijvoorbeeld televisiereportages nodig heeft om sponsorcontracten te bemachtigen. En die reportages worden alleen gemaakt als hij records breekt. Tja, is dat niet het lot van de beroepsalpinist; de soloklimmer? En natuurlijk kan dit verhaal alleen maar slecht aflopen. Dan rest de vraag: waarvoor deden de mannen het dan? Voor het uitzicht en voor het nageslacht?
Race to the Summit, vanaf woensdag 4 oktober 2023 bij Netflix
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief