Hoe Grace Jones (vanavond bij RTL Late Night, echt!) van een te weinig etende en te veel Champagne drinkende socialite uitgroeide tot een fenomeen.
De visuele impact van sterren is niet iets dat je kan meten, maar bij die van Grace Jones kan ik een eind in de buurt van een beredeneerde gooi komen, denk ik.
Dat zit zo. Ik heb lange tijd gedacht dat Grace Jones eigenlijk heel klein was. Ik meende dat uit eigen observatie te weten – ik kwam ergens begin jaren 90 toevallig naast haar te staan op de dansvloer van club Roxy, en werd een beetje overrompeld door haar petieterigheid. Dit was de vrouw die de reputatie had talkshowpresentatoren in elkaar te meppen en James Bond-personages door de lucht te smijten, en ze kwam bij mij, 1 meter 84, nauwelijks tot schouderhoogte. 1 meter 64, op haar hoogst.
Althans: zo is het mijn herinnering ingegaan. Sla je de Wikipedia ‘s erop na, dan meet Jones officieel een rijzige 1 meter 79.
Wat is hier gebeurd? Ik denk dat een van de bekendste celebritywetten met mijn brein op de loop is gegaan: het In Het Echt Zijn Ze Veel Kleiner-effect. Je schat acteurs vaak wat groter in dan ze zijn, op grond van de indruk die ze maken – want films en series geven je zelden echt visuele houvast om de werkelijke lengte te schatten. Iets dergelijks geldt voor je herinnering. In de Roxy heb ik Jones destijds natuurlijk niet even opgemeten. De 1 meter 64 is een inschatting, uitgekristalliseerd na jaren van herhaling van de anekdote (het was natuurlijk een sneu favoriet weetje: ‘Grace Jones – wist je dat die eigenlijk heel klein is? Ik stond ooit…’). Mijn brein maakte Jones 15 centimeter kleiner dan ze eigenlijk was. Die 15 centimeter was natuurlijk het verschil tussen de indruk die ze in levenden lijve op mij maakte en de indruk die ik in films, op platenhoezen en in videoclips van haar had. Dus mag je die 15 eigenlijk bij haar werkelijke lengte optellen. Voilà: de visuele impact van Grace Jones is die van een vrouw van 1.79 + 0.15 = 1 meter 94. Imposant, is het woord.
Hoe kan iemand in je hoofd zo groot worden? Trucage is het niet geweest. Iemand als Tom Cruise wordt al een carrière lang vanuit de juiste hoeken gefilmd om hem groter te doen lijken dan hij is, maar kijk je nog eens goed naar twee van Jones’ bekendste films, de Bond-film A View to a Kill en het Schwarzenegger-fantasy-epos Conan, the Destroyer (maandag te zien op tv), dan zie je dat de camera bij Jones geen enkele moeite doet. Ze wordt recht van voor gefilmd of, in het geval van Conan, consequent een beetje van boven, om het grootteverschil met Schwarzenegger nog wat te benadrukken.
Het zit hem in eerste instantie gewoonweg in haar bouw. Jones’ fysionomie heft iets heel glashelders en duidelijks. Haar behoorlijk donkere teint geeft haar een heel krachtig silhouet; de zijdeglans van haar huid doet het licht goed weerkaatsen, waardoor de camera als vanzelf goed haar afzonderlijke trekken, van spieren tot jukbeenderen, weet te vangen.
Haar modellenmotoriek versterkt dat krachtige effect. Jones’ carrière begon eind jaren 60, begin jaren 70 op de catwalks van New York en Parijs en in de chiquere modeglossy’s, en dat heeft haar duidelijk gevormd. Modellen poseren in extremen, weten het maximale effect uit een houding te halen, waardoor benen en armen langer lijken, heupen hoekiger, silhouetten duidelijker. En dat zie je terug in Jones manier van bewegen: gracieus, extreem zelfverzekerd en een tikje overdreven tegelijkertijd.
De modellenjaren hebben haar nog op een andere manier gevormd. De lifestyle in het discotijdperk van Parijs en New York was wild, decadent en extreem en Jones stortte zich er, wegrennend van haar streng-religieuze jeugd, vol overgave in – weinig eten, veel drugs, nog meer champagne, naakt performen in Studio 54, kooidansen in Parijse gayclubs en heel, heel veel hippe vrienden maken in de scene. Ze was een succes als socialite en dat gaf ruim baan aan haar geëxalteerdheid, die ze nooit meer kwijt zou raken. Kijk naar haar in talkshows en het is alsof er iemand uit een andere dimensie zit, in een totaal andere versnelling: ze praat als een opgewonden travestiet, barst zomaar in heel hard en langdurig gegiechel uit of doet iets totaal onvoorspelbaars – zoals in dat beroemd geworden BBC-fragment uit 1980 waarin ze de pedant-kwasterige tv-presentator Russell Harty begint te meppen omdat hij haar op onhoffelijke en neerbuigende manier negeert. Ze zorgt zo voor ongemakkelijke televisie – en ongemakkelijke televisie blijft nu eenmaal het beste hangen.
Haar clubsucces bezorgde haar intussen een rij interessante mannen die wat van of met haar wilden. Ze begon een succesvolle popcarrière met disco-godfather Tom Moulton, en de hoezen van haar albums zijn stuk voor stuk juweeltjes van make-up, fotografie en styling, met haar verschijning als het magnetische middelpunt. Richard Bernstein, een geweldige ontwerper uit de entourage van Andy Warhol, vormde haar gezicht op haar eerste hoezen tot een sexy, ultragestileerd icoon. Ze heeft dan ook een gezicht dat daartoe uitnodigt: een bijzonder grote, nadrukkelijke mond met een opmerkelijk regelmatige vorm en twee bijna cartoonesk-rechte rijen tanden; jukbeenderen als een groot leeg canvas dat erom schreeuwt beschilderd te worden en twee scherp aftekenende ogen. Haar trekken zijn kraakhelder.
De visuele slagkracht daarvan werd begin jaren 80 verder doorontwikkeld door de Franse reclamefotograaf en -filmer Jean-Paul Goude. Goudes invloedrijke stijl is er een van de overdrijving, van het stileren en oppompen van de werkelijkheid binnen nog nét realistisch aandoende kaders – zijn beroemdste werk is een foto van Grace Jones waarin ze vooroverhellend op één been staat, met de ene arm voor zich uitgestrekt een microfoon voor haar mond houdend en met de andere arm gestrekt naar achter om haar hiel vast te pakken. Wat een bovenmenselijke lenigheid denk je – maar het is virtuoze trucage uit het pre-photoshoptijdperk. De houding is fysiek onmogelijk.
Het was Goude, met wie ze ook lang een relatie had, die Jones imago zou beklinken. Voor de fantastische hoes van Nightclubbing fotografeerde hij haar als androgyn stuk graniet, voor de hoes van Living my Life knipte hij haar hoofd bij tot een kubistisch meesterwerk. In de voorstelling (en langgerekte videoclip) One man show die hij samen met haar ontwikkelde ging ze helemaal op in abstracte, geometrische kostuums die een verlengstuk van haar lichaam worden.
Jones werd zo iets tussen man en vrouw, mens en robot, menselijks en abstracts, en uit die fascinerende tussenvorm zou ze nooit meer terugkeren. Artistiek gezien maakt dat haar tot een van de groten, in de film heeft dat uiteindelijk tegen haar gewerkt. Haar larger than life-kwaliteiten leverden haar rollen op als extreme vechtersbazin in Bond en Conan; het decadent-androgyne resulteerde in wat bijrolletjes als nachtclubzangeres in vele variaties. Maar verder wist Hollwyood niet goed wat ze met Jones aanmoest. Ze is te groot voor film. Fameus criticus Rogert Ebert zag Jones als een van de grote gemiste kansen van de cinema. Let wel: niet voor Jones, maar voor Hollywood.