Nico Dijkshoorn en Tim Knol voeren heerlijke gesprekken met mensen die ze bewonderen.
‘Woeste meuk vindt veel mooi. Daar willen ze over praten.’ Met die doelstelling slaan Nico Dijkshoorn en Tim Knol de handen ineen om met mensen te praten die ze bewonderen. In de eerste aflevering wandelen ze met Wilfried de Jong langs de Maas, vervolgens duiken ze in de platencollectie van Johan Derksen en lopen ze met Jelka van Houten door Amsterdam.
De podcast van Dijkshoorn en Knol wordt zonder poespas gepresenteerd. De gastheren praten en laten praten, ondertussen de ene microfoon waarmee opgenomen wordt aan elkaar doorgevend. Dat lijkt misschien een open deur, maar het zorgt ervoor dat Woeste meuk luistert als een serie gesprekken, niet als een serie interviews. De gasten weiden lekker uit, zoals Wilfried de Jong over de Rotterdamse Tattoo Bob die de penis van een klant moest tatoeëren, of Derksen over een onfortuinlijke theatertournee met muzikanten op leeftijd.
Dijkshoorn neemt het voortouw tijdens de gesprekken, totdat muziek ter sprake komt en Knol opleeft. Americanamuziek blijkt een van de hoofdingrediënten van Woeste meuk, wat leidt tot een karrenvracht aan muziektips: de afleveringen van de podcast worden begeleid door afspeellijsten op Spotify met de artiesten die besproken worden. Na het horen van de gesprekken die de basis van Woeste meuk vormen zijn die lijsten, met prachtig werk van artiesten als Daniel Romano en Mark Lanegan, essentieel luistermateriaal.