Patriot Act with Hasan Minhaj: door grappen omlijnde urgentie
• 29-10-2018
• leestijd 3 minuten
De eerste aflevering is een komische tirade over een dubieuze rechtszaak tegen de prestigieuze universiteit Harvard.
Netflix blijft schieten met hagel:
Norm Macdonald mocht een talkshow maken, evenals
David Letterman. Er is een riant overschot aan talkshows, en de markt dreigt verzadigd te raken. Nu komt komiek Hasan Minhaj met zijn satirische versie van het ietwat starre format. Zal het beklijven?
Minhaj heeft al de nodige ervaring met satire: van 2014 tot 2018 schoof hij regelmatig als correspondent aan bij The Daily Show. In 2017 mocht hij bij Netflix zijn eigen stand-up special presenteren, getiteld Homecoming. Patriot Act laat zich het best omschrijven als een kruising tussen die twee disciplines: al staande – Samantha Bee doet het ook in Full Frontal – kaart de Indiase Amerikaan elke aflevering een nijpend probleem aan. In de eerste aflevering richt hij zich tot zijn Aziatisch-Amerikaanse landgenoten, waarvan er veel in het publiek zitten, met een komische tirade over een rechtszaak tegen de prestigieuze universiteit Harvard.
Harvard selecteert in de ogen van twee zelfbenoemde voormannen van de Chinees-Amerikaanse en Indiaas-Amerikaanse gemeenschap te veel andere minderheden. Dat is racisme. Ze vinden dat Amerikaanse universiteiten meer moeten kijken naar studieprestaties, en minder naar afkomst. Minhaj vertelt dat op Harvard (al) 22,2% van de studenten een Amerikaans-Aziatische afkomst heeft, en toont een foto van de NBA (de basketbalcompetitie) uit de jaren vijftig: een team bestaande uit uitsluitend witte mannen. Het is pure ironie: tegenwoordig domineren zwarte Amerikanen het basketbal, en Aziatische Amerikanen de academische wereld, enigszins. Want met het bovengenoemde percentage zijn ze – ze vormen slechts 5,8% van de Amerikaanse bevolking – schromelijk oververtegenwoordigd.
Vanwaar dan die rechtszaak? Welnu, dat komt door ene Ed Blum, een rabiate racist die aantoonbaar wil maken dat universiteiten een quotum hanteren (dat mag niet), zodat hij de rechtszaken die hij tegen ze voert kan winnen – en zodat er een eind komt aan die drang naar diversiteit. De Indiase Amerikaan en de Chinese Amerikaan hebben zich zodoende bij Blums team gevoegd. Minhaj toont nieuwsbeelden van Blum, die goochelt met cijfers, en zich manifesteert als een pathologische leugenaar. Over die omarming van diversiteit zegt de komiek schertsend: ‘Martin Luther king zei ooit: 'Ik heb een droom.' Blum zou daarover zeggen: 'Technisch gezien is een nachtmerrie ook een droom.'' Hiermee komt de komiek tot de kern: het gaat om verworvenheden, mensenrechten.
Bij de Californische universiteit Calltech worden studenten uitsluitend geselecteerd op hun cijfers, met als gevolg dat er in 2016 – op om en nabij de 1000 studenten – maar zestien (!) zwarte Amerikanen studeerden. Soms hebben sommige minderheden een stimulans nodig, dat is al ruimschoots bewezen. Universiteiten moeten daarin als intellectuele bolwerken hun verantwoordelijkheid nemen. Maar Minhajs verhaal heeft ook een frustrerend staartje: wie vormen eigenlijk ook een grote groep van studenten? Jazeker, de kinderen van alumni, dat wil zeggen: rijke Amerikanen. Zo’n twintig procent. Misschien dat dit nepotisme eens moet worden bestreden. Zo maakt Minhaj met zijn spitsvondige betoog (over diversiteit) een ander belangwekkend punt.
Dat is dan ook de belangrijkste reden dat Minhaj een lange carrière is gegund: zijn door grappen omlijnde onderwerpen zijn urgent en diepgravend. Dat geldt niettemin ook voor Samantha Bee’s satire, evenals die van Trevor Noah bij The Daily Show. Het is maar de vraag of Netflixabonnees elke zondag (dan staat een nieuwe aflevering online) naar Minhaj gaan kijken. Het is evenwel fris dat hij, zoals
John Oliver dat ook regelmatig doet in zijn show, zich focust op slechts één onderwerp, dat op die manier eens wat nauwgezetter kan worden bestudeerd.
Patriot Act with Hasan Minhaj, vanaf 28 oktober wekelijks op Netflix