Op de set van Narcos, in Bogotá, tijdens de opnamen voor seizoen 2. Plus: waarom veel Colombianen er zo’n hekel aan hebben.
Op de set van Narcos, in Bogotá, tijdens de opnamen voor seizoen 2. Plus: waarom veel Colombianen er zo’n hekel aan hebben.
‘ What you do in Colombia? ’ De taxichauffeur die me vanaf het vliegveld naar het hotel brengt stelt zijn vraag met een brede grijns, wellicht trots dat hij redelijk Engels spreekt -vrij zeldzaam in Colombia-. Naast die grijns in de achteruitkijkspiegel bungelt een vergeeld Maria-prentje. Ik probeer hem in het Engels uit te leggen wat ik kom doen, maar we begrijpen elkaar pas als ik in steenkolen-Spaans vertel dat ik ‘periodista’ ben, en voor een paar dagen in zijn land bivakkeer om de set van Narcos te bezoeken. Hij snuift, de grijns verdwijnt meteen. Heb ik iets verkeerd gezegd? Na een paar seconden stilte volgt er een grootse monoloog, met veel wilde handgebaren en een mix van talen: ‘Ik ben he-le-maal klaar met die onzin. Het gaat áltijd over drugs wanneer men het in Hollywood over Colombia heeft. Ons land is zo mooi! De natuur van Cali en Cartagena; waarom maken ze dáár nooit programma’s over?!’
Narcos is gebaseerd op de life rights van Javier Peña en Steve Murphy, DEA-agenten die in de jaren 90 voor een groot deel verantwoordelijk waren voor de arrestatie van Escobar. De serie volgt dan ook voor de helft het reilen en zeilen van Escobar (meesterlijk gespeeld door de relatief onbekende Braziliaan Wagner Moura), en voor de andere helft hoe Peña (Pedro Pascal) en Murphy (Boyd Holbrook) hem in zijn drugshandel proberen te dwarsbomen. In seizoen 1 zagen we grof gezegd een periode van tien jaar voorbijschieten, tussen eind jaren 70 en juli 1992, toen Escobar ontsnapte uit de La Catedral-gevangenis. Seizoen 2 speelt zich af in een veel kortere tijdsspanne, namelijk de periode tussen die ontsnapping en zijn (spoiler alert is wellicht wat overbodig, maar toch) dood, op een dak in Medellín, resulterend in een beroemde foto die de hele wereld overging. [blendlebutton]
Er zijn nogal wat theorieën over hoe Escobar aan zijn einde kwam (zoals een heimelijke zelfmoord tijdens de achtervolging). Welke ze bij Narcos hebben aangehouden wil – ondanks smeekbedes – niemand vertellen. Production designer Salvador Parra verklapt wel, wanneer hij me rondleidt op de set, dat de waarheid vaak nog erger was dan ze laten zien in de serie. ‘De moorden, de aanslagen, maar ook zaken zoals het huis van Escobar’s moeder. Dat ziet er verschrikkelijk uit in Narcos maar was in het echt nog veel erger. Not cinematic in any way. We kunnen niet veel valsspelen omdat het op de waarheid is gebaseerd en we dat willen eren, maar het moet geloofwaardig blijven voor het publiek.’
Ondertussen wandelen we door een oude, vervallen textielfabriek. Aan de ene kant is een hightech drugslaboratorium gebouwd: opstellingen als in een scheikundelokaal, borrelende substanties in reageerbuisjes. Aan de andere kant van het gebouw vinden we een old school versie, voor een scène die zich in het verleden afspeelt; krakkemikkige weegschalen, cementmolen-achtige constructies. De overeenkomst: bergen nep-cocaïne. Op rommelige stapels, in reageerbuisjes, netjes afgewogen of verpakt in de kenmerkende ‘bakstenen’, wit poeder zover het oog reikt. Geen echte coke uiteraard, maar een ingewikkelde mix van materialen. Echter: ‘Als de acteurs het moeten snuiven, is het gewoon melkpoeder. Dat werkt alleen niet goed op camera, omdat er geen typische cocaïne-kristallen in zitten.’ Weten we dat ook weer.
Narcos is vrijwel compleet gedraaid op locatie; een zeldzaamheid bij Amerikaanse series. Hoewel veel van Escobar’s praktijken zich afspeelde in hoofdstad Medellín, bootsen ze die stad grotendeels na in Bogotá. Vanwege de kosten – Medellín is stukken duurder, onder andere vanwege de grote afstanden – en het in Bogotá beter aanwezige licht. Maar soms ook omdat de originele locaties niet meer beschikbaar zijn. Parra: ‘We wilden draaien in Escobar’s echte huis, maar dat blijkt tegenwoordig een bordeel.’
Als we Pablo alias Wagner Moura even later spreken, blijkt hij het compleet tegenovergestelde van zijn doorbraakrol: een bescheiden, bijna verlegen, man. Een stuk slanker ook: ‘In seizoen 1 kon ik me nog redden met veel ijs eten, maar de buik van Pablo in seizoen 2 kreeg ik er niet aan gegeten, dat werd te ongezond, dus we hebben een nep-buik gebruikt’. Los van de opluchting rond het kunnen achterlaten van Pablo’s lichaam, is Wagner ambivalent wat betreft de dood van zijn personage. ‘Hij heeft jarenlang het overgrote deel van mijn leven bepaald. Ik ben verhuisd met mijn gezin, heb Spaans geleerd, het was niet ‘zomaar een rol’. Ik wist niet veel van Pablo voordat ik hem speelde, alleen de basics. Maar inmiddels heb ik elk boek gelezen over hem dat er te vinden is, iedere documentaire bekeken. Ook het bredere plaatje, van de algemene Colombiaanse geschiedenis, intrigeert me zeer. Dit land heeft zoveel meegemaakt, ongelofelijk dat ze dat allemaal overleefd hebben en nu de op één na grootste economie in Zuid-Amerika zijn.’
De aanslagen die Escobar liet plegen hadden veel doden ten gevolg, vooral in Bogotá, en zijn nog maar 25 jaar geleden. Niet zo vreemd dus dat er kritiek is op een serie met zo’n controversieel onderwerp. Moura: ‘Aan de ene kant hoort het bij hun geschiedenis en vinden ze het mooi om hun land in een grote productie te zien. Bovendien doet het veel voor het toerisme. Aan de andere kant zouden ze graag eens een ánder deel van hun land uitgelicht zien, iets dat niet over de narcos gaat.’
Netflix scoort echter punten vanwege het feit dat Spaanse personages écht Spaans spreken in de serie. Niet á la de gemiddelde Hollywoodfilm een paar woorden in de beoogde taal, en daarna Engels met een krukkig accent (hallo, Tom Cruise in Valkyrie ). Moura: ‘Een bewuste keuze. We wilden een eerlijk beeld schetsen, ook zonder clichématige good guys of bad guys maar met interessante, complexe personages. Escobar blijft menselijk in de serie, al was hij natuurlijk een verschrikkelijke man. Je ziet hem omgaan met zijn gezin, zijn minnares, worstelen met werknemers die hem bedonderden. En de DEA-agenten zijn op hun beurt niet heilig, zéker niet in het tweede seizoen.’
Daar is Pedro Pascal (Javier Peña) het mee eens: ‘Ze komen steeds dichter bij Escobar en dat heeft veel invloed op hun keuzes en handelingen. Peña en Murphy worden stevig getest. Zó dichtbij iets komen waar je al jarenlang achteraan zit: dan doe je zo’n beetje alles om je doel te bereiken. Of het nou goed of slecht is.’
Met de dood van Escobar zou je zeggen dat het na dit seizoen einde verhaal is voor Narcos. Maar daar zijn we nog niet zo zeker van. Men praat er op de set en in de cast vakkundig omheen, maar het is overduidelijk dat er nog genoeg interessante verhalen te vertellen zijn over de Colombiaanse drugswereld. In seizoen twee worden er meer personages geïntroduceerd uit het Cali kartel, de grote concurrenten van Pablo. Dus wie weet…
In het vliegtuig terug naar Amsterdam, tussen een gevecht om de armleuning door, vertel ik mijn buurman waarvoor ik in Colombia was. Op mijn vraag of hij de serie heeft gezien, knikt hij enthousiast. ‘Natuurlijk, het is jammer dat veel mensen meteen aan drugs denken als het over Colombia gaat. Maar de serie speelt zich wel echt hier af én is goed voor het toerisme: wedden dat er daardoor veel ogen opengaan en zien hoe bijzonder Colombia is?’