Deze kerst duikt De Lagarde in het filmclassicaanbod van Netflix. Je kunt er kiezen voor Home Alone (1990), dat dit jaar tevens is verhuisd van RTL4 naar RTL8. Maar stiekem is Gremlins (1984), geschreven door Home Alone-regisseur Chris Columbus, minstens zo leuk.
Mensen die Gremlins destijds onvoorbereid in de bioscoop zagen, zullen zich ongetwijfeld rot zijn geschrokken. De film opent als een brave familieaangelegenheid met kersttaferelen in een pittoresk plaatsje dat rechtstreeks van een ansichtkaart lijkt te komen. Wanneer de wat dromerige Billy Peltzer (Zach Galligan) als kerstcadeau een onbekend maar extreem knuffelbaar huisdier krijgt, lijken we af te stevenen op een nieuwe E.T. Nadat de bijbehorende regels (houd ze niet in het licht, laat ze niet nat worden en voed ze nooit na middernacht) gebroken worden, slaat de film echter linksaf en wordt het stadje overhoop gehaald door kleine groene monsters.
Heel veel logica zul je in Gremlins niet aantreffen. Vooral de ‘voed ze nooit na middernacht’ regel waar de eigenaar van een zogenoemde Mogwai – Billy noemt die van hem Gizmo – zich aan moet houden slaat natuurlijk nergens op; het is altijd wel ergens na middernacht. In de volstrekt krankzinnige sequel uit 1990 werd dat gebrek aan logica ook belachelijk gemaakt door de makers zelf. Het eerste de beste personage dat erover begint, wordt onmiddellijk door een Gremlin aangevlogen. Maar zeg nou zelf, wie heeft er behoefte aan logica, wanneer de stennisschoppende monsters worden vermalen in blenders en opgeblazen in magnetrons?
De eerste scriptversie dreef de horror nog verder door. Daarin werd Billy’s moeder onthoofd en veranderde zelfs zijn hond in een maaltijd voor de Gremlins. En juist die versie was voor producent Steven Spielberg de reden om Joe Dante aan te trekken als regisseur. Als fan van The Howling zag Spielberg het door Dante gemaakte Piranha als de beste kopie van het door hemzelf geregisseerde Jaws. Pas later werd besloten dat Gremlins meer kon zijn dan een low-budget griezelfilm. Wanneer Gizmo voor het eerst over de rand van zijn kist heenkijkt, kun je als je goed luistert op de achtergrond de kassa’s horen rinkelen. De producenten zagen toen een commerciële potentie die de merchandise van Walt Disney bijna zou doen verbleken.
Ondanks al het speelgoed voor kinderen, baadt Gremlins in een duivels gevoel voor humor. Het is It’s A Wonderful Life dat gaandeweg verandert in The Birds. Een slaperig stadje vol kortzichtige xenofoben – met Joe Dante-regular Dick Miller – dat op een onverwachte manier de rekening krijgt gepresenteerd. De film speelt op ingenieuze wijze met horrorconventies en parodieert het zoetsappige Hollywood-sentiment uit oude filmklassiekers. De bizarre scène waarin Phoebe Cates de meest deprimerende kerstanekdote ooit vertelt, zou anno nu nooit meer door het huidige studiosysteem heenkomen. Misschien geen film om met de hele familie van te genieten dus, maar desondanks verplichte kost voor tijdens de feestdagen.
Natuurlijk zullen veel mensen blij zijn dat Macaulay met zijn Home Alone in de Netflix-catalogus zit, maar dat ettertje krijgt ieder jaar al genoeg aandacht. Andere ultieme kerstfilms, zoals It’s a Wonderful Life en Die Hard, ontbreken in het assortiment, dus was het zoeken naar een alternatief. Een film die grappig is en een beetje spannend. Een film die je met jong en oud kan kijken, zodat de ene generatie kan zwelgen in nostalgie, terwijl de andere bekend kan raken met iconische filmhelden. Uiteindelijk steekt er dan eentje met kop en schouders boven alles uit. Gremlins, de ultieme kerstfilm en anti-kerstfilm ineen.
Een mislukte uitvinder ontdekt in een Aziatisch winkeltje een vreemd wezen dat hij als kerstkado aan zijn zoon wil geven. Mogwai. Het is een schattig beestje, maar de Chinese eigenaar denkt dat de uitvinder de verantwoordelijkheden van de zorg voor dit bijzondere schepsel niet aan zal kunnen. Er gelden namelijk drie strikte regels: Mogwai kan niet tegen fel licht, mag niet nat worden en dient niet gevoerd te worden na middernacht. De actie komt wat traag op gang, maar hey, het is een film uit 1984. En áls het eenmaal losgaat, dan zit er een razende vaart in. Als Mogwai uiteindelijk toch in handen van de uitvinder valt, krijgt de wijze Chinees al snel gelijk. Hoe schattig hij ook is, binnen de kortste keren zijn alle regels gebroken en brengt hij een horde aan moordzuchtige groene creaturen voort die een slaperig stadje in een gewelddadige greep houdt. Alle kerstconventies worden daarbij op de kop gezet. Want de gemoedelijke huisvrouw die in de keuken koekjes bakt terwijl ze op een kleine tv It’s a Wonderful Life kijkt, verandert in een moordmachine die op creatieve manieren de monsters van kant maakt. En de Scrooge-achtige slechterik van het stadje komt niet tot waardevolle inzichten, nee, die wordt via een doorgedraaide stoellift het huis uit gekatapulteerd.
De film heeft een duistere kant, die met vlagen oprecht angstaanjagend is. Spannend voor de kleinere kijkers, confronterend voor de volwassenen. Als je wil kun je er talloze analyses op loslaten. Over hoe gruwelijke beesten op een egoïstische rampage gaan en andere mensen (en dieren) daar de dupe van worden. Over hoe Mogwai jeugdige onschuld representeert (onhandig, schuw, een beetje bangig voor nieuwe zaken, en ten slotte vol overmoed) en transformeert in een leger van monsters, gecorrumpeerd door de consumptiemaatschappij. Uit op persoonlijk gewin en bevrediging. Over hoe het kwade uit het goede voortkomt, en iedereen beide kanten in zich meedraagt. Zo tegen het einde van het jaar kan het geen kwaad om een beetje te reflecteren, op jezelf en de staat van de samenleving. Zeker in het jaar 2016, het jaar waarin de wereld definitief gek te lijkt te zijn geworden.
Maar je kunt natuurlijk ook je hoofd uitschakelen en gewoon genieten van een griezelig en grappig verhaal, vol betoverende animatronics, aandoenlijke stop-motion en prachtig poppenspel. En dan op Tweede Kerstdag het even vermakelijke tweede deel kijken.