MasterClass: Steve Martin leert de lach
07-05-2017
• leestijd 5 minuten
Wil je leren acteren van Kevin Spacey? Tennissen van Serena Williams? Script schrijven van Aaron Sorkin? Bij het online onderwijsplatform MasterClass kan het. Wij trainden humor samen met Steve Martin.
Kan je stand-up comedy leren? Wel volgens Steve Martin, de komiek die in de jaren ’70 net zo makkelijk stadions vulde als Beyoncé, enkel bewapend met een banjo en wat trucs uit de goocheldoos.
Martin is de meest recente grote naam die aanschuift als docent bij MasterClass, een online onderwijsplatform dat in mei 2015 begon met de eerste les. Eerder kon je er al koken met Gordon Ramsay, een duik nemen in de wereld van film en filmmuziek met Werner Herzog en Hans Zimmer, optreden met Christina Aguilera, Usher, Deadmaus en Reba McEntire en schrijven met James Patterson en Shonda Rhimes. Later dit jaar staan David Mamet (toneelschrijven), Frank Gehry (design en architectuur) en Annie Leibovitz (fotografie) nog in de planning.
Het begon allemaal met een simpel plan van twee vrienden Aaron Rasmussen en David Rogier. Het idee van een meester die een leerling de kneepjes van het vak bij brengt, maar dan beschikbaar voor iedereen. Wat als je bij Steve Jobs had kunnen aanschuiven? Of bij Shakespeare? Een beetje geluk speelde ook een rol: Rogier was bevriend met Becky, de dochter van Dustin Hoffman. Zo was de eerste grote naam een feit.
Voor 90 dollar krijg je les van de crème de la crème. En kan je leren acteren van Hoffman, of je forehand perfectioneren met hulp van Serena Williams. Met medeleerlingen kan je vervolgens van gedachten wisselen. Het concept slaat aan. MasterClass zelf doet wat geheimzinnig met de cijfers, maar voor Steve Martin staan al 51.000 gebruikers aangemeld.
Met een korte intro en 24 lessen van elk zo’n 10 minuten krijgen we een kijkje in de keuken van de stand-up komiek. Martin valt meteen met de deur (en de banjo) in huis. Wat je niet nodig hebt? Natuurtalent. ‘Je hebt geen speciale begaafdheden nodig. Die had ik zelf ook niet. Ik kon niet dansen, ik kon niet zingen, ik kon niet acteren. Maar ik hield ervan om op het podium te staan en ik hield van komedie. Ik ben het gewoon gaan doen.’
Hij maakte van zijn min- zijn pluspunten. Juist de dingen die hij niet kon (maar waarvan zijn typetje wél dacht dat hij het kon), vormden de basis van zijn komedieroutine: De showbizzman die dacht dat hij veel populairder, wilder en gekker was dan hij in werkelijkheid was. Extrovert hoef je ook niet te zijn. ‘De meeste komieken zijn in beginsel introvert.’
Wat je wél nodig hebt? Heel veel geduld en – net als bij Rasmussen en Rogier – een beetje geluk (Martin kreeg zijn eerste grote doorbraak via een vriendin). Blijf bezig, wordt gezien, blijf oefenen. Het raakt aan wat journalist Malcolm Gladwell in zijn boek Outliers (in het Nederlands uitgebracht onder de naam Uitblinkers) ook de ‘tienduizend uren-regel’ noemde, die stelt dat grootheden als The Beatles en Bill Gates groot zijn geworden juist omdat ze van jongs af aan zoveel konden oefenen (The Beatles in Duitsland, Bill Gates in het computerlab van zijn middelbare school).
Ook Steve Martin maakte zijn uren. Zijn carrière als entertainer begon al in Disneyland – waar hij als tienjarig jongetje startte met gidsjes verkopen en daarna doorstroomde als goochelaar. Hij schreef voor The Smothers Brothers, The Sonny and Cher Show en trad op bij The Tonight Show Starring Johnny Carson. Hij speelde tijdens dinershows in Vegas, bij drive-ins (waar mensen toeterden als ze een grap leuk vonden) en in Playboyclubs en soms voor anderhalve man en een paardenkop. Maar…wel altijd als hoofdattractie. Martin: ‘Niemand herinnert zich de opening act!’
Bij komedie is praktijkervaring onontbeerlijk. Stand-up komedie werkt niet in theorie. ‘Soms kom ik mensen tegen die zeggen: “Ik schrijf dit alleen voor mezelf.” Dan denk ik: “Hoezo?” Alles wat je doet als performer draait om respons. Alleen met publiek weet je of iets werkt of niet. De lach is de beste test.’
Voor mensen die zich altijd al eens aan stand-up komedie wilden wagen, biedt Martins masterclass goede handvatten om te beginnen. Over hoe je je materiaal vergaart (‘komedie is overal’) en je je eigen stem en niche vindt. Vervolgens helpt Martin je je ideeën om te vormen tot een samenhangende routine. De twee hoofdstukken over eindredactie zijn eigenlijk op iedere schrijfstijl (humoristisch of niet) van toepassing. Schrijf eerst alles op en begin dan pas met schaven. Lees je tekst eens hardop voor (aan de hond) en blijf helder. In vier case studies weet Martin precies de vinger op de zwakke plekken te leggen.
Tot slot komt Martin nog met wat tips, trucs en levenswijsheden. Vloek je of niet? (beledigende humor is makkelijk). Wat doe je met onruststokers, plankenkoorts en slechte recensies? De beste adviezen: Kijk nooit naar het publiek. Het enige dat je dan ziet zijn de mensen die niet lachen. Steun niet teveel op je grappen, maar vooral op je persoonlijkheid. Dan kan je, zelfs wanneer je grappen doodslaan, altijd nog daarop terugvallen. En: Laat je zelfverzekerdheid het afweten? Doe alsof! Martin: ‘Ik liet het publiek geloven dat ik mezelf fantastisch vond, dat niets mijn zelfvertrouwen kon verbrijzelen. Zelfs wanneer ik flopte. “Dit ís grappig, je snapt het alleen nog niet!”’
Steve Martin toont zich een goede leraar en verteller, al is een stand-up komiek die 35 jaar geleden abrupt stopte omdat de lol er van af was misschien niet de beste vaandeldrager voor het vak. In de introductie in zijn autobiografie Born Standing Up uit 2007 noemt hij de achttien jaar (‘tien jaar leren, vier jaar bijschaven, vier jaar superster’) die hij als stand-up komiek werkte zelfs ‘oorlogsjaren’. Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Na een gastoptreden bij Jerry Seinfeld in 2016 (na een verloren weddenschap) is Martin nu voor het eerst sinds 1981 weer op Amerikaanse tournee met collega en vriend Martin Short. Komedie is niet makkelijk, benadrukt Martin dan ook aan het einde van de MasterClass. ‘Het IS zwaar een komiek te zijn. Er is niets kwetsbaarder dan in je eentje op het toneel te staan. Omarm de worsteling. Wees voorbereid. Er is plek voor je.’