© Netflix
Heistthriller is een samengeraapt en weinig inspirerend zooitje van cameo’s en suffe actiescènes.
Kevin Hart speelt in Lift een kunstdief met een passie voor kunst. Tamelijk ongeloofwaardige premisse: de komiek betoont zich normaliter in zijn stand-up-werk niet van veel diepgang. In zijn meest succesvolle films (zie Central Intelligence, 2016) speelt hij onnozele typetjes. Toch wil filmmaker F. Gary Gray (The Italian Job, 2003) graag van Hart een soort gedistingeerd James Bond-achtig figuur maken. Maar Hart is geen Roger Moore of Idris Elba.
Niettemin speelt Hart beroepscrimineel Cyrus, die met zijn team (onder meer rollen van Úrsula Corberó uit La Casa de Papel , Billy Magnussen en Vincent D’Onofrio) ingenieuze diefstallen uitvoert. Zoals in de openingsscène waarin hij het gemunt heeft op een zogeheten NFT, een soort kunstwerk met een digitale handtekening. De boeven worden echter gepakt, en Interpolagent Abby (Gugu Mbatha-Raw) legt Cyrus en zijn handlangers een dilemma voor: of lang de cel in, of Interpol helpen met de diefstal van een grote lading goud en de zoektocht naar een groep andere kunstdieven.
© Christopher Barr / Netflix
Wat volgt is een samengeraapt zooitje van cameo’s (Jean Reno komt even voorbij) afgewisseld met wat weinig overweldigende actiescènes. Er is nauwelijks chemie tussen Mbatha-Raw en Hart (wiens personages een liefdesverleden hebben) en sowieso lijken de meeste castleden vooral vanwege het geld te hebben getekend voor deze film. Dat gebrek aan chemie ligt overigens vooral aan Hart, die in tegenstelling tot een Moore of Elba niet beschikt over dramatische impact. Je blijft altijd kijken naar een toch ietwat sullige macho. Het lijkt alsof hier sprake is van een paradox: om publiek te lokken heb je een grote naam à la Hart nodig, maar zo’n film als Lift vraagt om een échte acteur.
Lift, vanaf vrijdag 12 januari 2024 bij Netflix
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief