Emily Blunt en Dwayne Johnson zoeken naar El Dorado in exotische en aardig gelukte ode aan klassiek Hollywood.
Foto credits: The Walt Disney Company
De Disneyfilm Jungle Cruise – geïnspireerd door de gelijknamige attractie die te zien is in verschillende Disneyparken over de wereld – speelt zich af tijdens de Eerste Wereldoorlog. De wereld is nog niet helemaal ontgonnen, en botanist Lily Houghton (Emily Blunt) heeft het plan opgevat om diep in het Braziliaanse Amazonegebied op zoek te gaan naar een schat, een heilige graal, die ooit – vier eeuwen eerder – bijna werd gevonden door de legendarische conquistador Aguirre (Édgar Ramirez). Dankzij bijzondere blaadjes aan een magische levensboom midden in de jungle zou ze de medische wetenschap kunnen voorzien van een nieuwe impuls. De weg ernaartoe is evenwel vol obstakels.
Het is een bekend verhaal: verblind door idealisme (of hebzucht) gaat men in de krochten van het onbekende op zoek naar El Dorado. Houghton wordt tijdens haar vaartocht geholpen door haar sullige dandy-achtige broertje McGregor (Jack Whitehall) en kapitein Frank Wolff (Dwayne Johnson) – op wiens krakkemikkige schip het avontuur plaatsheeft. Wolff slijt zijn dagen door met zijn schip rijke toeristen te vermaken met spannende rondleidingen – in feite een Disneyattractie avant là lettre. Met de komst van Houghton, en haar centjes, ziet hij kans om zijn nieuwe scheepsmotor, die hij heeft gekocht van rijkaard Nilo Nemolato (Paul Giamatti in een geestige rol), af te betalen.
Het gezelschap wordt intussen achternagezeten door de Duitse engerd prins Joachim (Jesse Plemons) in zijn U-boot. Hij heeft ook, maar dan vanwege kwaadmoedige ideeën, belang bij de ontdekking van de levensboom – het personage is een geslaagde karikatuur van badguys uit de Indiana Jones-films. En dan is er nog een bovennatuurlijk element in het verhaal dat weer terug te leiden is naar de misère die ontstond toen de Spanjaarden in Latijns-Amerika voet aan wal zetten.
Jungle Cruise is eveneens een hommage aan klassiek Hollywood; aan films als The Treasure of the Sierra Madre (1948) en The African Queen (1951). Het is alleen spijtig dat het exotisme waar Hollywood zo – in negatieve zin – bekend om staat in de Disneyfilm niet is vermeden. Weer zien we clichés over ‘minder geciviliseerde’ oorspronkelijke bewoners, kannibalen en noem maar op. Het geeft, zeker met de stand van de wetenschap van nu, zo’n raar en krom antropologisch en historisch beeld van een continent; een continent dat gered moet worden door witte helden als Houghton. Tenenkrommend.
Onze nieuwsbrief ontvangen? Iedere vrijdag de nieuwste series en films in je inbox! Meld je hier aan.
Maar deze meer ethische kritiek terzijde is het ook frappant dat McGregor, die kennelijk op mannen valt, dit niet expliciet kan zeggen. Hij prevelt in de film alleen zoiets als: ik val op iets anders. Bijna alsof Disney nog steeds moeite heeft om (seksuele) diversiteit te expliciteren, te benoemen, te omarmen. Misschien uit angst om een deel van het kijkerspubliek te verliezen? Of misschien zegt het iets over de conservatieve inborst van het familiebedrijf?
Maar terug naar de film. Die is te lang, te uitgesponnen, had veel compacter gekund. Tegelijkertijd bewijzen Blunt en Johnson eens te meer dat ze de sterren van nu zijn. De Julie Andrews en Rock Hudson van het huidige tijdperk. Er is veel chemie tussen de twee: Blunt speelt de cerebrale, arrogante wetenschapper; Johnson de ijzersterke zwendelaar die haar in toom houdt. Als je je in die zin vooral focust op de acteerprestaties, en het gedateerde, exotische verhaal voor lief neemt, dan is Jungle Cruise een aardige echo van films die werden gemaakt in een tijd toen er nog werkelijk iets te ontdekken viel – hoewel de interesse voor het heelal zich momenteel in een wederopstanding bevindt.