
© Amazon MGM Studios
Een boek en een film brengt de Candy-liefhebbers weer terug naar die sweet spot begin jaren negentig, toen Candy niet meer weg te denken was uit Hollywood.
Ineens was John Candy de laatste tijd weer in the picture. Acteur en documentairemaker Colin Hanks (All Things Must Pass: The Rise and Fall of Tower Records) maakte een film over de komiek; schrijver en podcastmaker Paul Myers (Kids In the Hall: One Dumb Guy) schreef een boek. Ik keek enorm uit naar deze releases, werd op mijn wenken bediend, en belandde weer in het begin van de jaren negentig, toen ik als knulletje van vijf à zes kennismaakte met de capriolen van Candy in films als Planes, Trains and Automobiles (1987), Uncle Buck (1989) en Home Alone (1990).

© Amazon MGM Studios
In de laatstgenoemde film speelt Candy Gus Polinski, de leider van een polkaband uit Wisconsin. Een goedlachs, sympathiek personage, dat Kate (Catherine O’Hara), die op Eerste Kerstdag popelt om haar zoontje Kevin (Macaulay Culkin) weer in haar armen te sluiten, een lift aanbiedt. Regisseur Chris Columbus, die net als Culkin en O’Hara zijn opwachting maakt in het boek en in de documentaire, mocht Candy destijds voor een dag ‘lenen’. Met een bijzonder ontroerende scène tot gevolg, achterin de vrachtwagen die Polinski heeft gehuurd. Terwijl het gezelschap over de snelweg dendert, sparren Candy en O’Hara driftig met elkaar.

© 20th Century Fox
Dat moment, dat zo oprecht aanvoelt, voelde voor mij als kind altijd als het toonbeeld van de kerstgedachte. Twee vreemdelingen die door het lot met elkaar fraterniseren. Maar het naturelle acteerwerk heeft ook te maken met het feit dat de twee acteurs van Columbus de kans kregen om te improviseren. En Candy en O’Hara kwamen precies uit die wereld, van improvisatie. De twee zijn allebei van Canadese afkomst en maakten onder meer furore in de Second City-improvisatietheaters in Toronto en Chicago. Net als landgenoten Eugene Levy, Dan Aykroyd en Martin Short. Hun improvisatie was steevast geworteld in anekdotes uit het echte leven.

© Paramount Pictures
En neem Candy’s rol als de oom uit Uncle Buck: een kettingrokende ietwat nukkige nietsnut met een groot hart. Ook die rol baseerde Candy deels op zijn eigen ouderschap en de wijze waarop hij met zijn eigen kinderen omging. Die probeerde hij altijd op gelijke voet te behandelen, en dat deed hij ook met zijn tegenspeler uit de film, de toen achtjarige Culkin. Die vertelt in het boek en in de film dat hij Candy zag als een surrogaatvader, in een periode dat zijn eigen vader vooral bezig was al het geld binnen te harken dat de kindster verdiende met zijn eerste rollen.

© Universal Pictures
Candy was voor de camera en achter de schermen een kindervriend. Zo zag ik hem ook tijdens die gulden periode eind jaren tachtig, begin jaren negentig. Het is intussen 31 jaar geleden dat Candy tamelijk onverwachts overleed aan een hartaanval. Met de nadruk op tamelijk: hartproblemen zaten in de familie, en de komiek stond daarnaast bekend om zijn rook- en drankverslaving. Ineens verscheen hij met deze nieuwe titels weer even in mijn leven. Als ik nu naar de komedieserie Only Murders in the Building kijk moet ik telkens aan Candy denken. Zonder hem waren de carrières van hoofdrolspelers Steve Martin en Martin Short - die samen met Selena Gomez een speurtrio vormen - ongetwijfeld minder succesvol geweest.
Candy’s ziel spookt in die zin nog steeds rond, ook op televisie.
Omar Larabi en Bregtje Schudel schrijven per toerbeurt wekelijks over wat hen opvalt op het gebied van series en/of films
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief