Ruim 30 jaar lang maakte ze het zelf, dus over tv permitteert Hanneke Groenteman zich een ferm standpunt: ‘Alles hangt nu af van kijkcijfers, formats en omroepbazen. Geef makers hun vrijheid terug!’
Nee, het was geen liefde op het eerste gezicht tussen Hanneke en de televisie. Ze heeft ‘geen enkele herinnering’ aan de intrede van het zwarte kastje in 1951, alleen veel ik-zal-wels. ‘Tja, ik zal vast wel Ja zuster, nee zuster hebben gekeken’, en ‘Ik zal mijn eerste programma wel bij mensen uit de buurt hebben gezien.’ Want bij de familie Groenteman stond in de jaren 50 – toen het televisietoestel voor het grote publiek z’n intrede deed – nog gewoon en uitsluitend een radio. ‘Na de afwas gingen we aan tafel zitten en luisteren. Naar Showboat of De familie Doorsnee.’ Denkt ze dan, want ‘ook daar heb ik geen beeld meer bij. Ik kan het me simpelweg niet herinneren’.
En ook de intrede van kleuren-tv begin jaren 70… …is vollediglangs mij heengegaan. Ik denkdat ik het te druk had met studerenen zo. Ik herinner me nog welde maanlanding, ook al warendat zwart-witbeelden. Ik wasgetrouwd, we woonden op hetRokin, we zagen een astronautin wit pak en een grijze maan. Ikwerd diezelfde dag dertig: 20 juli1969.
Tot zover de bevlogen anekdotes van een vrouw die later zelf drie decennia lang op televisie te zien was, zichzelf inmiddels televisieverslaafd noemt (‘net als alle andere bejaarden’) en mede door haar vakkennis haar opwachting maakt in de speciale uitzending 70 jaar Kunst en Cultuur op tv – ter ere van preciesdat. Terugblikkend is er veel wélbeklijfd, vooral vanaf de jaren 80zijn haar herinneringen in kleur,als ze inmiddels bij Het Parool werkt en schrijft over onder meertelevisie. De tijd van ‘vertrossing’,de voedingsbodem van haar‘nestgeur’ (‘Ik vond de VPRO enVARA lekkerder ruiken dan het Telegraaf-achtige van de TROS’),de briljante Van Kooten & DeBie, ja dáár gaat het pas leven. Tot en met nu.
Kijk je veel? Televisie biedt me veel. Ik ben sowieso visueel ingesteld, en bovendien ben ik een luie lezer. Ik lees de kranten, maar ben verder te gretig. Televisie gooit informatie en verstrooiing als brokken naar me toe en dat vind ik heerlijk. Tegelijkertijd word ik woedend als het me niet geeft wat ik wil. Hoewel, woedend? Nee, meer irritatie. Neem de talkshows. Die lukken me psychisch niet meer. Ik vind ze zo krankzinnig eenvormig, met al die saaie, inwisselbare tafels en saaie, inwisselbare gasten. Het enige verschil zit ’m nog in de presentatie, en dan bevalt eigenlijk alleen Eva Jinek me nog. In haar zit het meeste leven. Beau is ook oké, en Johnny de Mol is met zijn HLF8 een verfrissende aanwezigheid. Al is het programma zelf vederlicht, en hijzelf ook. Maar je ziet in ieder geval wel iets van hém terug in wat hij maakt.
En daarmee komen we meteen al aan bij het betoog dat ze ook tijdens de rest van het interview zal uitdragen: geef makers hun vrijheid terug! Want als we dan toch terugblikken op zeventig jaar televisie, dan is Hannekes conclusie dat bijna alles, maar de talkshow in het bijzonder, er niet beter op is geworden. Niet omdat ‘oma vertelt’, of uit een gevoel van nostalgie, maar omdat alles tegenwoordig afhangt van kijkcijfers, formats en de controledwang van omroepbazen. Als die drie samen voor een stevig nestje zorgen, mag je het gelegde eitje uitbroeden. Zo niet, dan wordt dat ei uit het nest gewipt, zo: flats op de grond.
Was dat vroeger anders? Vroeger, in de hoogtijdagen van de VPRO, mochten makers echt hun eigen programma maken. En dan zág je ook echt hun creativiteit en intelligentie. Neem Villa Achterwerk: dat kreeg elf miljoen gulden budget per jaar en alle vrijheid. Het resultaat was geweldige tv, denk aan Theo & Thea, Purno de Purno en Rembo & Rembo. Heel af en toe wordt ernu nog iets echt goeds gemaakt, zoals Klassen, Schuldig, Media Inside of Promenade, maar verder is televisie vlak geworden. Het is verkwanseld. Dat irriteert ontzettend.
Hoe verhoudt die situatie zich tot de huidige talkshows? Kijk wat er is gebeurd na DWDD. Dat programma had uiteraard een grote redactie, maar het was ondenkbaar dat Matthijs van bovenaf kreeg opgelegd wat hij moest doen, of hoe. DWDD wás Matthijs. Idem voor Sonja, met haar spice. Dat was een lekker programma en helemaal zoals Sonja zelf. Als je nu naar Op1 kijkt, De vooravond of Khalid & Sophie: alle presentatoren wordengestuurd door het format,door wat er voor ze is bedacht.Bemoeienis maakt de huidigetelevisieprogramma’s dood.
Zit er niet een presentator tussen van wie je denkt: ja, die zou het vuur weer kunnen aanwakkeren? Er zullen ongetwijfeldgoede mensen zijn, maar zeworden zo op de nek gezeten enmoeten zo diep buigen voor het desbetreffende format, de eisenvan een omroep en de netmanager:dat is de dood in de pot.Het schoolvoorbeeld is Paul de Leeuw, iemand die op tv bíjna alles kan als hij zichzelf mag zijn. Als presentator van Op1 werd hij in een dwangbuis gestopt. En dat zag je.