Chazia Mourali is terug op tv (met een programma over Puccini). ‘Nou ja terug. Het is maar hoe je dat bekijkt. Blijkbaar moet ik met mijn gezicht op tv, pas dan werk ik.’
Het programma Chazia & Puccini, waarin je in Italië op zoek gaat naar Puccini, moet een droom zijn voor een operaliefhebber als jij. Ik weet nog dat ik Jeroen Krabbé zag, toen hij die eerste serie maakte waarin hij Van Gogh zocht in Frankrijk. Ik was stikjaloers. Wat gemeen, dacht ik ook, dat een man dat weermag doen. Vorig jaar werd ik benaderd of ik zo’n soort programma wilde maken maar dan over opera. Ja. JA. Graag! En zo kwam het dat ik dit najaar, toen het in Nederland al grijs en grauw was, nog door een zonover- goten Verona liep, we filmden in de Arena van Verona, een bouw- werk dat daar al 2000 jaar staat en waar ik op de stenen trappen zat te praten met een operazangeres. Dat gevoel dat je jezelf in je arm moet knijpen, dat heb ik tijdens het maken vaak gehad.
Het lijkt qua vorm erg op het programma van Krabbé; je ontmoet mensen, gaat naar plekken die belangrijk zijn geweest, praat enthousiasmerend in de camera en brengt zo, bijna spelenderwijs, mensen iets bij over opera en in dit geval Giacomo Puccini, een 19de eeuwse componist. Ik had dezelfde regisseur, Richard den Dulk. De bedoeling van de serie is dat we uitgaan van de beleving in plaats van journalistiek. Vanuit mijn eigen journalistieke achtergrond zou ik misschien andere keuzes maken, maar ik moet toegeven dat het veel oplevert. Het is geen intellectuele exercitie, maar een zoektocht, bedoeld om mensen aan te spreken die niet per se iets met opera hebben. Die bij het horen van Nessun dorma aan voetbal denken of misschien zelfs aan Pavarotti, maar niet weten dat het een aria van Puccini is.
Jullie hebben er wel een verantwoorde draai aan gegeven en een hedendaagse invalshoek gekozen: Puccini en de vrouwen, en dan vooral zijn nogal dubieuze relatie tot de vrouw, niet alleen in zijn composities, maar ook in het echt.Krabbé doet dat niet. Dat wilde ik zelf. Ik ben al sinds mijn studententijd helemaal gek van opera. Ik heb voor Radio 4 verschillende series over opera gemaakt en ik maak, bij theater De Speeldoos in Baarn introducties bij opera’s. Eenpaar jaar terug was ik daarvoor aan het researchen voor Puccini’s Madame Butterfly en kwam toen het ene proefschrift na het andere tegen over die opera. Er werd gesteld dat deze niet meer zou mogen worden opgevoerd omdat hij racistisch en seksistisch zou zijn. Ik weet nog dat er in de pauze van het programma een keer een man naar me toekwam: ‘Wat is dat toch al die vrouwen die zou langzaam moeten sterven in zijn opera’s?’ Of als ik een beschouwing lees over de Walkure van Wagner en er staat: ‘Dit is geen Puccini-vrouwtje, dit is een stevige vrouw.’ Er worden zelfs al opera’s herschreven om ze meer woke te maken, Die Zauberflöte van Mozart is daar een voorbeeld van. Ik vroeg me af of het in geval van Puccini wel klopt: worden de vrouwen in de drie beroemde opera’s van Puccini – La bohème, Tosca en Madame Butterfly wel zo eendimensionaal gerepresenteerd? Die vraag ligt ten grondslag aan mijn zoektocht en maakte het voor mij des te interessanter.