Logo VARAgids
De VARAgids online heeft uitgelichte artikelen, allerlei winacties, podcasts en het tv-overzicht.

Interview met Arjan Noorlander

14-06-2021
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
6681 keer bekeken
  •  
Arjan Noorlander Prepr
Door Wouke van Scherrenburg
Wouke van Scherrenburg (voorheen Den Haag vandaag) interviewt Arjan Noorlander (Nieuwsuur) over hoe het verder moet met de parlementaire pers.
Wilde jij altijd al journalist worden? Ja! Sinds ik naar de middelbare school ging, kranten ging lezen en de politiek volgen wist ik het zeker: ik wil de journalistiek in. Toen ik studeerde, geen journalistiek, ging ik op zoek naar stages en plekken waar ik me kon ontwikkelen als journalist. In 1999 liep ik stage bij het Radio 1 Journaal in Den Haag waar jij toen bij de redactie van Den Haag vandaag werkte. Dat was tijdens het tweede Paarse kabinet. Niemand wilde toen graag in Den Haag werken als journalist want het was onwaarschijnlijk saai in die tijd.

Het geld klotste over de plinten en de werkloosheid was zeldzaam laag. Exact. En aan die saaie politiek kwam een einde met Pim Fortuyn. Ik was een beetje aan het freelancen bij de NOS en studeerde in Rotterdam dus ik viel met mijn neus in de boter. Dat freelancen werd al vrij snel fulltime werken op de Haagse redactie.

Je bent dus je hele werkzame leven in dienst geweest van de NOS. Ja, dit is mijn eerste baantje. Ik ben zelfs nooit meer afgestudeerd

Op een gegeven moment verliet je het Binnenhof en stapte je over naar Brussel waar je het reilen en zeilen van de Europese politiek ging verslaan. Waarom? Ik wilde altijd al naar Brussel, ik studeerde aan de Erasmus Universiteit Europese Ontwikkelingsstudies, dat ging dus over de geschiedenis van Europa en de economie. Terwijl ik op de Haagse redactie werkte, fungeerde ik al als vaste achtervang van de Brusselse correspondent. En ik liep in Den Haag tegen het glazen plafond aan van collega’s die er al veel langer werkten, ik kwam niet verder. Tot de hoofdredacteur me adviseerde een sprong in het die pete wagen om te laten zien dat ik het ergens anders ook echt kon. Ik stapte daarom over naar de redactie economie, midden in de economische crisis dus ik kwam voluit aan de bak als verslaggever. Dat was uiteindelijk de opstap om naar Brussel te gaan.

Je kende Brussel dus al goed, wat fascineerde jou aan de Europese politiek? Nou, fascineren… het is er heel stroperig en alles gaat ontzettend traag. En als journalist is het moeilijk om het nieuws vast te pakken. Maar het is desondanks veel relevanter en echter dan de Haagse politiek.

Hoe komt dat? Dat is niet zo gemakkelijk uit te leggen, maar laat ik het proberen. De Nederlandse politiek, ja nou, dat klinkt dan wel wat pathetisch, is iets van dagkoersen van een land waar het best goed gaat. Waar de politiek en de journalistiek bezig zijn met datgene wat goed gaat nóg beter te maken. Dat gaat soms gepaard met een hoop gedoe en een hoop opwaaiend stof. Soms is het ook een dorp van meningen en dat hoort ook zo want het gaat over meningvorming en ethiek; waar je met een land heen wilt, wat je wilt zijn. De Brusselse politiek is veel emotielozer, is veel meer diplomatie dan politiek, maar gaat wel over veel grotere zaken. Over oor-log en vrede, de relatie met Rusland en de Verenigde Staten, over veiligheid – ook in gebieden waar het echt onveilig is aan de randen van Europa – over de vluchtelingenstromen, over de Europese economie, over hoe we met z’n allen relevant blijven ten opzichte van China, van Zuid-Amerika. Grote vragen die veel apolitieker zijn, maar mateloos interessant. Ik vind het fascinerend om daarmee bezig te zijn.

Was het niet frustrerend? Bij al die grote vraagstukken heeft de EU weinig in de melk te brokkelen wat natuurlijk ook komt door al die lidstaten, maar je kunt onmogelijk zeggen: kijk wat bokst die EU het toch weer goed voor elkaar. Klopt, maar dat frustreerde me niet. Ik zat daar niet om Europa te verdedigen en niet als Europarlementariër. Ik zat daar om verslag te doen en heb het net zo scherp bekeken als wij de Haagse politiek bekijken. Daar moesten ze in Brussel erg aan wennen want ze waren gewend dat iedereen daar in de bubbel het heel erg voor Brussel opnam. Ik was juist kritisch over die onmacht die Brussel vaak uitstraalde. Ooit begonnen als een vredesproject is het van lieverlee gegroeid naar een soort machtsmachine met een euro en zo. Maar eigenlijk is die organisatie daar helemaal niet klaar voor. Bijvoorbeeld bij het vaccineren, dan zeggen ze: ‘Laat ons dat maar regelen.’ Maar dan blijkt dat ze de macht niet hebben om het goed te regelen en dan zijn de Britten en Amerikanen ons te snel af. Toch snapt iedereen dat Nederland het niet alleen redt, je moet het samen doen en daarin ging er veel mis. Maar voor een journalist is dat natuurlijk juist heerlijk.

Je zegt iets belangrijks, namelijk dat ze in Brussel niet gewend waren kritisch te worden gevolgd omdat je met z’n allen ‘in de bubbel’ zat. Kreeg jij toch voldoende nieuws mee? Waren er insiders en politici die jou wel voedden met informatie en nieuws als je daarnaar vroeg? Bijna niemand gelooft het, maar Brussel is transparanter dan Den Haag. Als ik een Europarlementariër of een diplomaat van de Europese Commissie of van de Europese Raad wilde spreken dan kon ik die spreken, en zat ik binnen een uur aan tafel. Een goed voorbeeld is de kwestie Starbucks. Nederland had deze onderneming veel belastingvoordeel gegeven. Op het Binnenhof gingen meteen alle luiken dicht en de minister van Financiën wilde er ineens niks meer over zeggen. Ook de financiële fractieleden van de coalitie deden ineens heel ingewikkeld. Belde je daarentegen de Europese Commissie – in no time zat je met het dossier aan tafel met iemand die alles uitlegde. Daar denken ze namelijk dat ze hun werk goed gedaan hebben en ze willen daar zo transparant mogelijk over zijn. Dat klinkt paradijselijk. Voor een journalist zeker. In Den Haag spreken ambtenaren niet met de pers, dat heeft Wim Kok ooit bevolen. Maar de Nederlandse ambtenaren in Brussel sprak ik regelmatig en ze konden mij alles vertellen over de inzet van Nederland, waar ze mee bezig waren en hoe andere landen er over dachten. Waar Den Haag, zeker de ministeries en rond het kabinet, een gesloten bolwerk is met een hele ring voorlichters er omheen, was Brussel juist heel open, dat verbaast iedereen, echt... ze stonden daar te springen.

Waarom heb je dat journalistieke paradijs ingeruild voor dat moeizame werken midden in die gesloten Haagse bolwerken? Heel simpel: voor de NOS mag je maar vijf jaar ergens correspondent zijn, daarna moet je terug. En dat is ook gezond hoor, je moet niet bij een Brusselse of andere bubbel gaan horen en dat gebeurt als je er langer zit. En zo is het natuurlijk ook goed om niet bij de Haagse bubbel te willen horen.


Lees verder in VARAgids 25 vanaf pagina 8.

Meer over:

#artikelen
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief